Onderhoudsschema
Procedures
voorafgaande aan
onderhoud
Veiligheidmaatregelen voor
onderhoudswerkzaamheden
•
Zorg ervoor dat alle onderdelen van de machine in
goede staat verkeren en alle bevestigingselementen
stevig vastzitten, in het bijzonder de bevestigingen van
maaimessen. Vervang versleten of beschadigde stickers.
•
Laat personeel dat niet bekend is met de instructies, nooit
onderhoudswerkzaamheden aan de machine uitvoeren.
•
Doe het volgende voordat u de machine gaat afstellen,
schoonmaken of repareren:
Figuur 32
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Schakel de aandrijvingen uit.
3. Breng de maaidekken omlaag.
4. Zet het tractiepedaal in de stand
5. Stel de parkeerrem in werking.
6. Zet de gashendel op
7. Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
8. Wacht totdat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
•
Als u de machine parkeert, stalt of onbewaakt achterlaat,
moet u de maaidekken neerlaten, tenzij u een betrouwbare
mechanische vergrendeling gebruikt.
•
Voer indien mogelijk geen onderhoudswerkzaamheden
uit aan de machine als de motor draait. Als u de motor
39
.
NEUTRAAL
.
LAAG STATIONAIR