13 mm (raadpleeg onderstaande tabel) op de spilas om
de gewenste maaihoogte te bereiken; schuif daarna de
klemring op de as.
Raadpleeg onderstaande tabel om vast te stellen welke
combinatie afstandsstukken moet worden gebruikt om
de maaihoogte in te stellen
Figuur 15
6. Duw de spil van het zwenkwiel door de voorste
zwenkwielarm en monteer de opvulstukken (zoals
zij oorspronkelijk zijn geplaatst) en de overgebleven
afstandsstukken op de spilas.
7. Monteer het klemkapje om alles goed vast te zetten.
8. Verwijder de R-pen en de gaffelpen waarmee de
maaihoogtekettingen zijn bevestigd aan de achterkant
van het maaidek
(Figuur
Figuur 16
1. Maaihoogteketting
9. Bevestig de maaihoogtekettingen aan de gewenste
maaihoogteopening met de gaffelpen en de R-pen
(Figuur
17).
(Figuur
15):
16).
2. Gaffelpen en R-pen
Opmerking: Als u de machine afstelt op maaihoogten
van 25 mm, 38 mm of 51 mm, moet u de glijders en de
maatwielen in de bovenste openingen plaatsen.
Zijmaaidekken
De maaihoogte van de zijmaaidekken kunt u instellen door
een gelijk aantal afstandsstukken toe te voegen aan dan wel
te verwijderen van de zwenkwielvorken. U plaatst hierbij
de assen van de zwenkwielen in de bovenste of onderste
openingen in de zwenkwielvorken. Vervolgens zet u de
draaiarmen vast in de gekozen openingen in de beugel voor
de maaihoogte.
1. Plaats de assen van de zwenkwielen in dezelfde
openingen in alle zwenkwielvorken
Figuur
20).
2. Verwijder het klemkapje van de spilas en schuif de as
uit de zwenkwielarm
1. Klemkapje
2. Afstandsstukken
3. Opvulstukken
3. Plaats de 2 opvulstukken op de spilas zoals ze
oorspronkelijk waren geplaatst.
Opmerking: Deze opvulstukken zijn nodig om
ervoor te zorgen dat de maaidekken over de gehele
breedte horizontaal staan. Schuif het benodigde
26
Figuur 17
(Figuur 18
(Figuur
18).
Figuur 18
4. Montage-opening
bovenste as
5. Zwenkwiel
en