Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Tips Voor Bediening En Gebruik; Na Gebruik; Veiligheid Na Het Werk; De Machine Duwen Of Slepen - Toro Groundsmaster 4010 Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor Groundsmaster 4010:
Inhoudsopgave

Advertenties

bevestigd is. Rij langzaam en maak geen scherpe bochten om
omkantelen te voorkomen. Om beter in balans te kunnen
blijven tijdens het sturen, moet het maaidek zijn neergelaten
tijdens het afdalen.
Voordat u de motor afzet, moet u alle bedieningsorganen
uitschakelen en de gashendel op
De gashendel op
LAAG STATIONAIR
lager toerental en minder lawaai en trilling. Draai het
contactsleuteltje naar U
IT
Voordat u de machine transporteert, moet u de maaidekken
opheffen en de transportvergrendelingen vastzetten
29).
Figuur 29
1. Transportvergrendeling (zijmaaidekken)

Tips voor bediening en gebruik

Maaien als het gras droog is
Maai laat in de ochtend om te vermijden dat het gras door
dauw op kluitjes bij elkaar gaat zitten, of laat in de middag
om te voorkomen dat het directe zonlicht het gevoelige, pas
gemaaide gras schaadt.
Selecteer de juiste maaihoogte-
instelling
Verwijder bij het maaien ongeveer 25 mm of niet meer dan
1/3 van de grassprieten. Bij zeer lang, mals en dicht gras
moet u misschien de maaihoogte vergroten.
Met de juiste regelmaat maaien
Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde.
Om dezelfde maaihoogte te behouden, moet u in het vroege
voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer
afneemt, maait u minder vaak. Als u langere tijd niet hebt
kunnen maaien, maait u eerst op een hoge maaihoogte. Maai
2 dagen later op een lagere maaihoogte.
LAAG STATIONAIR
zetten leidt tot een
om de motor af te zetten.
Transport
Gebruik de transportgrendels als u de machine over een lange
afstand of oneffen terrein vervoert of als u een aanhanger
gebruikt.
zetten.
Na het maaien
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de onderkant
van de maaikast na iedere maaibeurt worden gereinigd. Als
zich grasresten ophopen in de maaikast, verslechteren de
maairesultaten.
(Figuur
Schuinstand van het maaidek
Een messchuinstand van 8 tot 11 mm wordt aanbevolen.
Als de schuinstand meer dan 8 tot 11 mm is, leidt dit tot
minder benodigd vermogen, grover maaisel en een slechtere
maaikwaliteit. Als de schuinstand minder dan 8 tot 11 mm is,
leidt dit tot meer benodigd vermogen, fijner maaisel en een
betere maaikwaliteit.

Na gebruik

Veiligheid na het werk

Algemene veiligheid
Verwijder gras en vuil van de maaidekken, de
aandrijvingen, de geluiddempers en de motor om brand
te voorkomen. Veeg gemorste olie en brandstof op.
Zorg ervoor dat de brandstofafsluitklep is gesloten als u
de machine stalt of transporteert (indien van toepassing).
Schakel de aandrijving van het werktuig uit als u de
machine transporteert of niet gebruikt.
Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een
afgesloten ruimte stalt.
Stal de machine of het brandstofvat nooit in de buurt van
een open vuur, vonken of een waakvlam zoals die van een
boiler of een ander apparaat.

De machine duwen of slepen

In noodgevallen kan u de machine bewegen door de
omloopklep in de regelbare hydraulische pomp in werking te
stellen en de machine te duwen of te slepen.
Belangrijk: U mag de machine niet sneller dan 3 tot 4,8
km per uur duwen of slepen omdat anders de transmissie
intern kan worden beschadigd. De omloopkleppen
moeten open zijn als de machine wordt geduwd of
gesleept.
1. Kantel de stoel en zoek de omloopkleppen; deze
bevinden zich onder de voorzijde van de brandstoftank
(Figuur
34
30).

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

30635316000501

Inhoudsopgave