Hendel om stuurwiel te verstellen
Trek de hendel om het stuur te verstellen naar beneden om
het stuurwiel in de gewenste stand te zetten en laat de hendel
vervolgens los om de instelling te borgen
Parkeerremvergrendeling
Een knop links van het bedieningspaneel activeert de
vergrendeling van de parkeerrem
Om de parkeerrem in werking te stellen, koppelt u de
pedalen met de vergrendeling, trapt u beide pedalen in en
trekt u de vergrendeling voor de parkeerrem uit. Om de
parkeerrem uit te schakelen, trapt u beide pedalen in totdat de
parkeerremvergrendeling wordt ingetrokken.
Knipperlichtschakelaar (optioneel)
Druk op de knipperlichtschakelaar om de knipperlichten in
te schakelen
(Figuur
3).
Richtingaanwijzerschakelaar
(optioneel)
Druk op de linkerzijde van de richtingaanwijzerschakelaar om
het linksafsignaal en op de rechterzijde van de schakelaar om
het rechtsafsignaal te activeren
Contactschakelaar
De contactschakelaar
(Figuur
/
en
AAN
VOORVERWARMEN
3
2
4
5
6
7
1. Hefschakelaars
2. Aftakasschakelaar
3. Contactschakelaar
4. InfoCenter
Toerentalschakelaar
Met de toerentalschakelaar kunt u het toerental op 2 manieren
veranderen
(Figuur
4).
(Figuur
3).
(Figuur
3).
(Figuur
3).
4) heeft 3 standen:
UIT
.
START
1
Figuur 4
5. Toerentalregelaar
laag/hoog
6. Toerentalschakelaar
7. Lichtschakelaar
(optioneel)
Door op de schakelaar te tikken kunt u het toerental in
stappen van 100 tpm verhogen of verlagen. Hou een zijde
van de schakelaar ingedrukt om de motor automatisch in
of
HOOG
LAAG
Aftakasschakelaar
De aftakasschakelaar heeft 2 standen:
(
). Trek de knop van de aftakasschakelaar uit om de
STOP
maaidekmessen te activeren. Druk de knop in om de
maaidekmessen uit te schakelen
Schakelaar voor hoge/lage snelheid
Met de schakelaar voor hoge/lage snelheid kunt u het
toerentalbereik verhogen voor het transport van de machine
(Figuur
4).
De maaidekken werken niet in het hoge toerentalbereik.
Om heen en weer te schakelen tussen het
bereik, moet u de maaidekken omhoog brengen, de
LAGE
aftakas uitschakelen, de cruise control uitschakelen en het
tractiepedaal in
lage snelheid rijden.
Hefschakelaars
Met de hefschakelaars kunt u de maaidekken omhoog en
omlaag brengen
om de maaidekken omlaag te brengen en naar achteren om
de maaidekken omhoog te brengen. Druk bij het starten van
,
de machine en terwijl de maaidekken zich in de stand omlaag
bevinden op de hefschakelaar om de maaidekken te laten
zweven en te maaien.
Opmerking: De dekken kunnen niet omlaag worden
gebracht bij het hoge toerental en kunnen ook niet omhoog
of omlaag worden gebracht als de bestuurder niet in de stoel
zit terwijl de motor loopt. Bovendien kunnen de maaidekken
omlaag worden gebracht met het contactsleuteltje in de stand
A
en de bestuurder op de stoel.
AN
Schakelaar van de cruise control
Met de schakelaar van de cruise control vergrendelt u het
g028453
pedaal zodat de gewenste grondsnelheid behouden wordt
(Figuur
5). Druk op de achterzijde van de schakelaar om de
cruise control uit te schakelen. Met de middelste stand van
de schakelaar wordt de cruise control ingeschakeld en met
de voorzijde van de schakelaar kan de gewenste rijsnelheid
worden ingesteld.
Opmerking: Ook door een rempedaal in te drukken of het
tractiepedaal in
kunt u de cruise control uitschakelen.
16
stationair te schakelen.
UIT
(Figuur
4).
zetten. De machine moet met
NEUTRAAL
(Figuur
4). Druk de schakelaars naar voren
te zetten gedurende 1 seconde
ACHTERUIT
(
) en
START
IN
en
HOGE