g028454
1. Aansluitpunt
Aansluitpunt
Het aansluitpunt dient voor de aansluiting van optionele
elektrische accessoires
(Figuur
De stoel instellen.
Instelhendel bestuurdersstoel
Beweeg de instelhendel aan de zijkant van de bestuurdersstoel
naar buiten, beweeg de stoel naar de gewenste stand en laat
de hendel los om de stoel in deze stand te vergrendelen
(Figuur
6).
1. Gewichtmeter
2. Gewichtsinstellingshendel
3. Instelhendel
bestuurdersstoel
1
2
Figuur 5
2. Schakelaar van de cruise
control
5).
Figuur 6
4. Instelhendel rugleuning
5. Afstelknop voor armsteun
(niet afgebeeld – bevindt
zich onder armsteun)
Afstelknop voor armsteun
Draai aan de knop om de hoek van de armsteun te verstellen
(Figuur
6).
Instelhendel rugleuning
Verplaats de hendel om de hoek van de rugleuning van de
stoel in te stellen
(Figuur
Meter voor instelling van gewicht van bestuurder
De meter voor de instelling van het gewicht geeft aan wanneer
de stoel is ingesteld naar het gewicht van de bestuurder
(Figuur
6). Stel de hoogte in door de ophanging binnen de
groene zone in te stellen.
Hendel voor gewicht-instelling
Gebruik deze hendel om in te stellen naar het gewicht
van de bestuurder
(Figuur
om de luchtdruk te verhogen en druk de hendel omlaag
om de luchtdruk te verlagen. De instelling is juist als de
gewichtsmeter in het groene gedeelte staat.
Cabineknoppen
1. Aircoschakelaar
2. Luchtcirculatieregeling
3. Ventilatorregeling
Luchtcirculatieregeling
Stelt de cabine in op circulatie van de lucht in de cabine of
lucht aanzuigen van buiten de cabine
•
Stel de cabine in op luchtcirculatie als u de airconditioning
gebruikt.
•
Stel de cabine in om lucht aan te zuigen van buiten als u
de verwarming of ventilator gebruikt.
17
6).
6). Trek de hendel omhoog
Figuur 7
4. Temperatuurregeling
5. Ruitenwisserschakelaar
6. Beschikbaar voor
optionele accessoires
(Figuur
7).