Opmerking: Verwijder de messen en slijp ze op
een slijpmachine. Nadat de snijranden zijn geslepen,
monteert u het mes met de antiscalpeercup en de
mesbout; zie
Maaimes(sen) verwijderen en monteren
(bladz.
62).
Ongelijke meshoogte
corrigeren
Indien de messen van één maaidek niet op gelijke hoogte zijn
afgesteld, zullen er na het maaien strepen zichtbaar zijn in
het gazon. Dit probleem kan worden gecorrigeerd door de
messen recht te zetten en ervoor te zorgen dat alle messen
op hetzelfde niveau maaien.
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak in de
werkplaats.
2. Stel de maaihoogte in op de hoogste stand; zie
maaihoogte instellen (bladz.
3. Laat het maaidek op het vlakke oppervlak zakken
en verwijder de kappen van de bovenzijde van het
maaidek.
4. Draai de flensmoer los waarmee de spanpoelie is
vastgezet, om de riemspanning te verminderen.
5. Draai de messen tot de punten naar voren en achteren
wijzen, en meet de afstand vanaf de vloer tot de voorste
punt van de snijrand.
Opmerking: Noteer deze afstand. Draai vervolgens
hetzelfde mes zodat het andere uiteinde voor komt en
meet opnieuw. Het verschil tussen de afstanden mag
niet meer zijn dan 3 mm. Als dit verschil meer dan
3 mm bedraagt, is het mes krom en moet het worden
vervangen. U moet alle messen meten.
6. Vergelijk de metingen van de buitenste messen met het
middelste mes.
Opmerking: Het middelste mes mag niet meer dan
10 mm lager zijn dan de buitenste messen. Indien
het middelste mes meer dan 10 mm lager is dan de
buitenste messen, ga dan verder met stap
opvulstukken tussen de spilbehuizing en de onderkant
van het maaidek.
7. Verwijder de bouten, platte ringen, borgringen en
moeren van de buitenste as op de plek waar de
opvulstukken moeten worden geplaatst.
Opmerking: Om het mes hoger of lager te zetten,
moet een opvulstuk, Onderdeelnr. 3256-24, tussen de
asbehuizing en de onderkant van het maaidek worden
geplaatst. Ga verder en controleer de uitlijning van de
messen en plaats opvulstukken totdat de randen van de
messen binnen de gewenste afstand blijven.
Belangrijk: Gebruik niet meer dan 3 opvulstukken
voor 1 gat. Gebruik minder opvulstukken in
naastgelegen gaten indien er meer dan 1 opvulstuk
voor 1 gat is gebruikt.
De
25).
7
en plaats
8. Stel de spanpoelie af en monteer de drijfriemkappen.
64