Reparatie van explosieveilige instrumenten
Indien het bedrijfsmiddel gerepareerd wordt met betrekking tot een onderdeel waarvan de
explosiebeveiliging afhankelijk is, mag dit onderdeel pas weer in gebruik genomen worden
wanneer een deskundige het bedrijfsmiddel overeenkomstig de vereisten van de
explosiebeveiliging onderzocht heeft en dienaangaande een attest heeft opgesteld of het
bedrijfsmiddel van zijn/haar testembleem voorzien heeft. De controle door de deskundige
kan achterwege blijven indien het bedrijfsmiddel vóór het opnieuw in gebruik nemen aan
een stukproef door de fabrikant onderworpen wordt en het slagen voor de stukproef
bevestigd werd door middel van een aangebracht testembleem op het bedrijfsmiddel. De
vervanging van explosieveilige componenten mag alleen met originele, aan een stukproef
onderworpen componenten van de fabrikant worden uitgevoerd.
Apparaten die bedrijfsmatig buiten explosiegevaarlijke zones gebruikt worden en in de
toekomst binnen explosiegevaarlijke zones dienen te worden gebruikt, zijn aan de
voorwaarden voor gerepareerde apparaten onderworpen. Vóór het gebruik binnen
explosiegevaarlijke zones moeten ze — overeenkomstig de voorwaarden die voor de
'Reparatie van explosieveilige instrumenten' gelden — aan een onderzoek onderworpen
worden.
Instructies inzake onderhoud, kalibratie en werkzaamheden aan het bedrijfsmiddel
Î Het schakelen aan intrinsiek veilige stroomcircuits voor controle, kalibratie en instelling
binnen en buiten explosiegevaarlijke zones mag alleen met intrinsiek veilige stroom- en
spanningsbronnen en meetinstrumenten geschieden!
Î De in de toelatingsdocumenten opgegeven maximale waarden van de intrinsiek veilige
stroomcircuits naleven!
Overige geldende normen en richtlijnen
Het apparaat met de CE-markering voldoet aan de eisen van de volgende richtlijnen:
− type 3963-0: 2014/30/EU, 2014/35/EU, 2011/65/EU, 2015/863/EU
− type 3963-1/-8: 2014/30/EU, 2014/34/EU, 2011/65/EU 2015/863/EU
Het apparaat met de EAC-markering voldoet aan de eisen van de Richtlijnen TR CU
004/2011 en TR CU 020/2011.
Voor gedetailleerde EU-confomiteitsverklaringen en EAC-certificaten, zie hoofdstuk 11
EB 3963 NL
Veiligheidsinstructies en voorzorgsmaatregelen
7