M5
Fig. 4:
Montage aan draaiaandrijvingen met
NAMUR-boorsjabloon
5.1.4
Montage aan
slagaandrijving met
NAMUR-rib
Typen 3963-XXX002
Î Magneetventiel met de in de levering
inbegrepen schroeven M8 x 35
ISO 4762 bevestigen.
Typen 3963-XXX0X0
Î Magneetventielen met adapterplaat
(Fig. 5) aan slagaandrijving monteren.
Bij gelijktijdige montage van positioners of
grenswaardenmelders aan de
slagaandrijving met ontwerpdiameter
≤DN 50 moet een rail (bestelnr. 0320-1416)
worden gebruikt.
EB 3963 NL
32
Kodier-Gewindestift
G¼
Montage en ingebruikname
5.1.5
Montage met CrNiMo-
buismontage aan
slagaandrijvingen
Typen 3963-xxxxx11
(behalve typen 3963xxx1011/-xxx8011)
Montage aan type 3271 of 3277 conform
Fig. 6 en inbouw- en bedieningshandleiding
van de slagaandrijvingen:
u EB 8310-X
5.1.6
Montage aan
verbindingsblok voor
slagaandrijving
type 3277
Typen 3963-XXXXX3X
Die typen 3963-XXXXX3X zijn geschikt voor
de gemeenschappelijke montage van het
magneetventiel type 3730-X, 3731-X, 3766,
3767, 378X of 3793 aan slagaandrijving
type 3277 (Fig. 7).
De voor montage benodigde schroeven zijn
in de levering inbegrepen.
Î Voor de montage de juiste positie van de
vier O-ringen aan het montagevlak
controleren.
Î Magneetventiel met twee schroeven
M5 x 55 ISO 4762 bevestigen.
Î Montage-instructies voor de aandrijving
en positioner in acht nemen.
47