Montage en ingebruikname
5.4 Uitlaatluchtretour
Type 3963-XXXX1/-XXXX2
Type 3963-XXX0013X
Bij dit apparaat is in de leveringstoestand de
afsluiting 4 met een draadnippel gesloten.
1.3
Als de uitlaatluchtretour bij aandrijvingen
met veerretour moet worden gebruikt, moet
de draadnippel worden verwijderd en
2.3
aansluiting 4 met de veerruimte van de
aandrijving door een verbindingspijp met
ontwerpdiameter DN 4 tot 10 (afhankelijk
van het aandrijvingsoppervlak) worden
Handhilfsbetätigung
(optional)
verbonden.
Type 3963-XXXX3
5.5 Smoringen
Type 3963-XXXX1/-XXXX2/-XXXX3
Deze apparaten hebben een of twee
smoringen. De smoringsfunctie is op het
schakelsymbool van het apparaat te
herkennen. Onder het behuizingsdeksel of
op de adapterplaat kunnen met behulp van
een schroevendraaier verschillende sluit- en
4
openingstijden in de verhouding 1:15
worden ingesteld door de smoringsschroeven
1.3
rechtsom of linksom te draaien.
Fig. 11: Smoringinstelling
EB 3963 NL
53