4.8.4
Met betrekking tot de freecooling aftapplug
De aftappluggen op vier hoeken van de de freecooling-MCH worden gebruikt voor het aftappen van lucht en water. De
onderstaande instructie is bedoeld om de aftapplug te beschermen tegen vervorming en/of defecten.
Nadat u de dop hebt verwijderd, zie de onderstaande instructies om de dop opnieuw te installeren:
-
Controleer en reinig de schroef als het schroefoppervlak stof en vuil bevat.
-
Controleer de rubberen o-ring in de dop en zorg ervoor dat deze in de dop en in de juiste positie zit
-
Schroef de aftapplug met één cirkelbeweging met de hand vast en zorg ervoor hij correct vastgeschroefd is.
-
Draai de aftapplug rechtsom met een momentsleutel. Zorg ervoor dat het koppel rond de schroefas wordt
uitgeoefend. Het excentrische koppel kan de schroef beschadigen.
-
Werkingskoppel:
o
Het maximumkoppel dat op de aftapplug kan worden uitgeoefend, mag niet groter zijn dan 10 Nm
o
De aanbevolen koppelwaarde voor het installeren van de dop is 5 Nm
De aftappluggen steken uit de wikkeling.
Let erop dat de aftapplug niet wordt beschadigd tijdens het transport en de installatie.
4.8.5
Handelingen in geval van een defect
Als de freecooling-wikkeling defect raakt:
1.
Maak de eenheid leeg
Sluit klep 1 en klep "d" (zie Afb. 25)
2.
3.
Isoleer de defecte wikkeling(len) die moet(en) worden vervangen
4.
Sluit de wikkeling om te voorkomen dat er lucht inkomt en dat vochtsporen achterblijven
5.
Breng alle wikkelingen onder druk met stikstof aan 1-2 barg
Houd er rekening mee dat de freecooling MCH-wikkeling niet te lang aan open lucht mag worden
blootgesteld omwille van de mogelijke vochttoetreding.
4.9
Antivriesbescherming voor verdampers en warmtewisselaars voor terugwinning
Alle verdampers zijn uitgerust met een elektrische, thermaal bestuurde verwarmer, die een geschikte antivriesbescherming
biedt bij temperaturen die lager zijn dan het antivries-setpoint -16°C.
Niettemin kunnen er, tenzij de warmtewisselaars volledig leeg zijn en schoongemaakt met een antivriesoplossing, ook
andere aanvullende methodes worden gebruikt tegen het bevriezen.
Bij het ontwerp van het gehele systemen moeten twee of meer van de onderstaande beschermingsmethoden overwogen
worden:
−
continue circulatie van de waterstroom in de waterleidingen en de warmtewisselaars;
−
toevoeging van een voldoende hoeveelheid glycol in het watercircuit;
−
extra thermische isolatie en verwarming van de blootgestelde leidingen;
−
Legen en reinigen van de warmtewisselaar tijdens het winterseizoen
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur en/of van het plaatselijke onderhoudspersoneel om
ervoor te zorgen dat de beschreven antivriesmethoden worden toegepast.
Controleer dat de gepaste antivriesbescherming altijd wordt gehandhaafd.
Het niet opvolgen van bovenstaande instructies kan leiden tot schade aan het apparaat. Schade door
bevriezing wordt niet gedekt door de garantie.
D–EIMAC01905-23_02NL - 38/56