Afb. 21 - Minimaal vereiste afstanden
De bovenstaande waarden zijn algemene richtlijnen. Bij het overwegen van de installatie van de unit is het van fundamenteel
belang om rekening te houden met de juiste vrije ruimte rond de unit voor het uitvoeren van alle mogelijke
onderhoudswerkzaamheden en het vervangen van onderdelen van de unit met inachtneming van de veiligheidsnormen.
Elke afwijking van de richtlijnen moet worden beoordeeld door de plaatselijke servicetechnicus.
Er zijn specifieke situaties waarbij meerdere koelmachines worden geïnstalleerd. In dit geval moeten de volgende
aanbevelingen worden opgevolgd.
Meerdere koelmachines naast elkaar geïnstalleerd in een vrij veld met overheersende wind.
Overweeg een installatie in gebieden met een dominante wind uit een specifieke richting (zoals getoond in Fig. 22):
- Chiller N°1: werkt normaal zonder omgevingstemperatuuroverschrijding
- Chiller N° 2: werkt in een verwarmde omgeving. Het eerste circuit (van links) werkt met recirculatielucht van chiller 1 en het
tweede circuit met recirculatielucht van chiller N°1 en recirculatie van zichzelf.
- Chiller N° 3: circuit links werkt in een omgeving met oververhitting door de recirculatielucht van de andere twee chillers,
circuit rechts werkt normaal.
-
Om de recirculatie van warme lucht door overheersende winden te vermijden, wordt de voorkeur gegeven aan een installatie
waarbij alle koelmachines op de overheersende wind zijn gericht (zie onderstaande figuur).
Meerdere koelers naast elkaar geïnstalleerd op een omheind terrein
In geval van omheinde terreinen met muren met een hoogte gelijk of hoger dan die van de koelers, wordt de installatie
afgeraden. Koeler 2 en koeler 3 functioneren met een aanzienlijk hogere temperatuur door de verhoogde recirculatie. In
dit geval moeten speciale voorzorgsmaatregelen worden getroffen met betrekking tot de specifieke installatie (bijv. muren
met roosters, verhoogde installatie van het systeem op een onderstel, kanalen op de afvoer van de ventilatoren, hoge -
draagkrachtventilatoren, enz.).
Alle bovenstaande gevallen liggen nog gevoeliger wanneer de ontwerpvoorwaarden in de buurt liggen van de
bedrijfsgrenzen van het systeem.
OPMERKING: Daikin kan niet aansprakelijk worden gesteld in geval van storingen veroorzaakt door de recirculatie van
hete lucht of van onvoldoende luchtstroom als gevolg van een onjuiste installatie, wanneer de bovenstaande
aanbevelingen genegeerd worden.
D–EIMAC01905-23_02NL - 31/56