4
MECHANISCHE INSTALLATIE
4.1
Veiligheid
Het systeem moet stevig aan de grond verankerd worden.
Het is van fundamenteel belang de volgende aanwijzingen in acht te nemen:
− Het systeem mag alleen geheven worden met gebruik van de rood gemarkeerde hefpunten die op het ondersteld zijn
bevestigd;
− Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder eerst de hoofdschakelaar van het systeem
op uit te zetten en de elektrische voeding te hebben
losgekoppeld.
−Het is verboden ingrepen op de elektrische componenten uit te voeren zonder een isolerend platform te gebruiken. Raak
de elektrische
onderdelen niet aan als er water en/of vocht aanwezig is.
− Scherpe randen en het oppervlak van de gedeelte van de condensor kunnen letsel veroorzaken. Vermijd rechtstreeks
contact en gebruik geschikte
beschermingsmiddelen
− Koppel de elektrische voeding los door de hoofdschakelaar te openen vooraleer dienstwerkzaamheden uit te voeren op
de koelventilatoren en/of de compressoren. Niet-naleving
van dit voorschrift kan resulteren in ernstig persoonlijk letsel.
− Breng geen vaste voorwerpen in de waterleidingen terwijl het systeem op het waternet is aangesloten.
− Een mechanische filter moet worden geïnstalleerd op de waterleiding die op de ingang van de warmtewisselaar is
aangesloten.
− Het systeem is uitgerust met veiligheidskleppen, geïnstalleerd op de zijden voor hoge en lage druk van
het koelcircuit.
Het is absoluut verboden om afschermingen van de bewegende onderdelen te verwijderen.
In geval van een plotselinge stop van de unit moeten de aanwijzingen van de handleiding van het bedieningspaneel
worden gevolgd; deze handleiding is onderdeel van de documentatie die aan de eindgebruiker wordt verstrekt.
- Wij raden sterk aan om de werkzaamheden voor installatie en onderhoud samen met anderen uit te voeren.
Vermijd om de koeler te installeren in zones die gevaarlijk kunnen zijn tijdens de
onderhoudswerkzaamheden, zoals platforms zonder relingen of borstweringen, of zones die niet
voldoen aan de eisen voor vrije ruimte rond de koeler
DAE-eenheden kunnen zonder lastbeperkingen worden geïnstalleerd in machinekamers of in de open lucht (locatieklasse
III).
Volgens EN 378-1 moet op het (de) secundaire circuit(s) een mechanische ventilatie geïnstalleerd worden: om
locatieclassificatie III te waarborgen moet het systeem worden geclassificeerd als een "gesloten systeem met indirecte
ontluchting".
Legenda
1) Bezette ruimte
2) Koelmiddelhoudend(e) onderdeel (onderdelen)
Ruimten voor machines worden niet beschouwd als verblijfsruimten (behalve als gedefinieerd in deel 3, 5.1: ruimten voor
machines die worden gebruikt als werkruimte voor onderhoud worden beschouwd als verblijfsruimten onder
toegangscategorie c).
Elke wisselaar (verdamper en condensor) is voorzien van een veiligheidsklep, geïnstalleerd op een omschakelklep, die
onderhoud en periodieke controles mogelijk maakt, zonder een noemenswaardige hoeveelheid koelmiddel te verliezen.
Laat de veiligheidsklep niet in de tussenstand staan.
Om schade door inademing en direct contact met koudemiddelgas te voorkomen, moeten de uitlaten van de
veiligheidsventielen vóór gebruik worden aangesloten op een transportleiding. Deze leidingen moeten zo worden
geïnstalleerd dat, als het ventiel opengaat, de uitgestroomde koudemiddelstroom geen mensen en/of dingen belaagt, of
via ramen en/of andere openingen het gebouw kan binnendringen.
Afb. 18 - Indirect geventileerd gesloten systeem
D–EIMAC01905-23_02NL - 25/56