−
vermijd een onvoldoende luchttoevoer naar de luchtgekoelde condensor.
Beide omstandigheden kunnen een verhoging van de condensatiedruk veroorzaken, wat leidt tot een vermindering van de
energie-efficiëntie en het koelvermogen.
Alle zijden van het systeem moeten na de installatie bereikbaar zijn voor het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
en de verticale luchtafvoer mag niet belemmerd worden. De onderstaande afbeelding toont de minimaal vereiste
afstanden.
De verticale luchtafvoer mag niet gedurende ten minste 5000 mm worden geblokkeerd.
In geval van twee in het vrije veld geïnstalleerde koelers, is de aanbevolen minimale afstand 3600 mm; in geval van twee
koelers naast elkaar is de minimale afstand 1500 mm. De onderstaande afbeeldingen tonen voorbeelden van aanbevolen
installaties.
Als het systeem geïnstalleerd wordt zonder dat de aanbevolen minimale afstanden tot wanden en/of verticale obstakels in
acht worden genomen, kan er sprake zijn van een combinatie van recirculatie van warme lucht en/of onvoldoende toevoer
naar de luchtgekoelde condensor, hetgeen tot een vermindering van het vermogen en de efficiëntie zou leiden.
In ieder geval kan het systeem zich door middel van de microprocessor aanpassen aan de nieuwe bedrijfsomstandigheden
en onder alle omstandigheden het maximaal beschikbare vermogen leveren, ook wanneer de zijdelingse afstanden minder
zijn dan aanbevolen, tenzij de bedrijfsomstandigheden van invloed zijn op de veiligheid van het personeel of de
betrouwbaarheid van het systeem.
d= 1800 mm voor units met één circuit; d= 3000/3500 mm (afhankelijk van de afmetingen van de verdamper) voor units
met twee circuits.
Als h<Hc=2,4 m, minimum L=3,0 m; als h>Hc of L< 3,0 m
Neem contact op met uw Daikin-distributeur om de verschillende mogelijke regelingen te evalueren.
D–EIMAC01905-23_02NL - 30/56