3
BEDRIJFSLIMIETEN
3.1
Opslag
Wanneer het systeem voorafgaand aan de installatie moet worden opgeslagen, moeten enkele voorzorgsmaatregelen in
acht worden genomen:
-
verwijder niet de beschermende plastic folie;
-
bescherm het systeem tegen stof, weersomstandigheden en eventuele knaagdieren;
-
stel het systeem niet bloot aan direct zonlicht;
-
gebruik in de nabijheid van de machine geen warmtebronnen en/of open vuur.
Het systeem is bedekt met krimpfolie die echter niet is bedoeld voor een langdurige opslag en verwijderd moet worden en
vervangen door dekzeilen of iets dergelijks, beter geschikt voor langere periodes.
De omgevingsomstandigheden moeten binnen de volgende limieten vallen:
Opslag bij temperaturen onder de minimale waarde kan beschadiging van de onderdelen veroorzaken, terwijl opslag bij
een temperatuur hoger dan de maximale waarde de opening van de veiligheidskleppen ten gevolge kan hebben, en
dientengevolge lekkage van koelmiddel. Opslag in een vochtige omgeving kan leiden tot beschadiging van de elektrische
onderdelen.
3.2
Bedrijfslimieten
De TZD-serie koelmachines is verkrijgbaar met drie koelmiddelen:
- R1234ze (EWAH)
- R134a (EWAD)
- R513a (EWAS)
De volgende waarden zijn een richtlijn, raadpleeg de Chiller Selection Software (CSS) voor de werkelijke bedrijfslimieten
voor het specifieke model. Voor units met vrije koeling kan de vrije koelmodus alleen worden geactiveerd wanneer de
omgevingsluchttemperatuur ten minste 0÷10 °C lager is dan de wateruittredetemperatuur.
Als algemene regel geldt dat de unit moet werken met een verdamperwaterdebiet tussen 50% en 120% van het nominale
debiet (bij standaard bedrijfsomstandigheden), maar controleer met de software voor koelselectie de juiste minimum en
maximum toegestane waarden voor het specifieke model.
Werking buiten de genoemde limieten kan de unit beschadigen.
Neem in geval van twijfel contact op met de vertegenwoordiger van de fabrikant.
EWAH-TZD
OAT
Temperatuur buitenlucht
ELWT
Watertemperatuur uitlaat verdamper
Ref 1
Werking met ELWT <4 ° C vereist optie 08 (brine) en glycol
Ref 2
Werking met ELWT >18 ° C vereist optie 187 (hoge afvoerwatertemperatuur verdamper)
Ref 3
Handeling vereist optie 142 (set hoge omgevingstemperatuur)
Werking bij omgevingstemperaturen <5 ° C vereist optie 229 (modulatie ventilatorsnelheid) of optie 42
Ref 4
(Speedtroll)
De bovenstaande grafieken vormen een richtlijn voor de bedrijfslimieten.
Verwijs naar de selectiesoftware CSS voor de werkelijke bedrijfslimieten onder werkomstandigheden
voor elk model.
D–EIMAC01905-23_02NL - 16/56
Tabel 9 – Eenheden omgevingsomstandigheden
Minimale omgevingstemperatuur
Maximale omgevingstemperatuur
Maximale relatieve vochtigheid
-20°C
+56°C
95% zonder condensvorming