Elektrische installatie
5
Thermische motorbeveiliging
5.10 Thermische motorbeveiliging
5.10.1 Temperatuurvoeler KTY
42
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Vanwege de kleine thermische tijdconstanten van de wikkeling is de thermische
motorbeveiliging alleen gegarandeerd als de motorstroom aan de hand van de vol-
gende criteria wordt beperkt:
•
Meetwaarden van de temperatuurvoeler KTY
•
Bovendien moet voor de thermische beveiliging een motormodel geactiveerd zijn,
net als bij SEW-regelaars. Dit motormodel moet bij de betreffende servomotor
passen (→ pag. 27).
LET OP!
Mogelijke beschadiging aan de temperatuurvoeler en aan de motorwikkeling!
•
In de stroomkring van de KTY moeten stroomwaarden > 4 mA worden vermeden,
omdat de isolatie van de temperatuursensor en de isolatie van de motorwikkeling
beschadigd kunnen raken door een te sterke opwarming van de temperatuur-
sensor.
•
Leg geen onafgeschermde KTY-leidingen in de buurt van vermogenskabels.
•
Let beslist op de juiste aansluiting van de KTY om voor een goede signaalverwer-
king van de temperatuursensor te zorgen.
De volgende afbeelding laat de weerstand van de KTY-sensor in relatie tot de motor-
temperatuur zien. De weergegeven karakteristiek toont het weerstandsverloop bij een
meetstroom van 2 mA en een aansluiting met de juiste polariteit.
R [Ω]
2000
1800
1600
1400
1200
1000
800
600
400
200
0
-40
-20
0
Raadpleeg de pintoewijzing van de resolver-/encoderkabels voor exacte informatie over
de aansluiting van de KTY. Let daarbij op de polariteit.
Technische handleiding – explosiebeveiligde synchrone servomotoren CMP 40/50/63
20
40
60
80
100
120
140
160
180
5913165835
200
ϑ [°C]