Elektrische installatie
5
Stekermontage
5.4.3
Aansluiting signaalconnector
5.5
Stekermontage
5.5.1
Stekerposities
32
Let bij het aansluiten van de encoders/resolvers beslist op de volgende aanwijzingen:
•
Gebruik alleen afgeschermde kabels met paarsgewijs getwiste aders.
•
Aard de afscherming aan beide zijden over een groot contactoppervlak op het PE-
potentiaal.
•
Leg de signaalkabels gescheiden van de vermogenskabels (minimumafstand
200 mm).
AANWIJZING VOOR DE EXPLOSIEBEVEILIGING
Trek de signaalconnector niet los als er spanning op staat!
De kabelinvoer van de vermogens- en signaalkabels verloopt via instelbare hoek-
stekers. Als de contrasteker is aangebracht, kan de hoeksteker zonder extra gereed-
schap naar keuze worden uitgelijnd. Voor de uitlijning is een koppel van ca. 10 Nm
vereist.
LET OP!
Als de steker op een verkeerde insteekpositie wordt vastgedraaid, kan het contactblok
losraken en beschadigd worden.
Mogelijke materiële schade!
Let er bij het plaatsen van vermogens- en signaalstekers op of:
•
de insteekpositie correct is;
•
de vergrendelnok aan het begin in de juiste stand staat;
•
de stekervergrendeling zonder grote krachtsinspanning kan worden gedraaid.
Voor haakse, draaibare stekers [1] is de positie "instelbaar" gedefinieerd. Deze steker-
positie is standaard en komt overeen met stekerpositie "3".
Voor de rechte stekerbehuizing (radiale uitgang) is de positie "radiaal" gedefinieerd.
De radiale stekers [2] zijn optioneel.
[1]
Stekerpositie "instelbaar"
Technische handleiding – explosiebeveiligde synchrone servomotoren CMP 40/50/63
[1]
[2] Stekerpositie "radiaal"
[2]
5913149323