Onderhoud
7.2.6
1
Afb. 261
1
Afb. 262
1
Afb. 263
1
Afb. 264
25-5-2020
Uitschuivingen smeren
Personeel:
Vakpersoneel
n
Geïnstrueerde persoon
n
Beschermende uitrusting:
Veiligheidskleding
n
Veiligheidsschoenen
n
Materiaal:
Hoogvermogensmeervet (ÄHoofdstuk 3.8 „Brandstoffen", op pagina 42)
n
Reinigingsmiddel (ÄHoofdstuk 3.8 „Brandstoffen", op pagina 42)
n
WAARSCHUWING
Letselgevaar door gedeactiveerde veiligheidsinrichtingen!
Bij de bediening van de machine via de nood- of servicemodus zijn alle veiligheids-
inrichtingen buiten werking.
1. De machine in arbeidspositie brengen en minimaal afstempelen (ÄHoofdstuk
6.9 „Afstempeling bedienen", op pagina 112).
2. Naar de servicemodus wisselen (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus", op pagina
187).
3. Bovenarm (Afb.261/1) optillen tot deze horizontaal is (ÄHoofdstuk 6.11 „Plat-
formopbouw bedienen", op pagina 128).
4. Bovenarm (Afb.262/1) volledig uitschuiven (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus",
op pagina 187).
5. Glijvlakken van de bovenarmuitschuiving aan alle kanten reinigen en vervol-
gens alle glijvlakken invetten.
6. Bovenarm weer volledig inschuiven (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus", op pa-
gina 187).
7. Bovenarm (Afb.263/1) optillen tot deze bij het uitschuiven van de onderarmuit-
schuiving de werkkooi niet tegen de hefarmhouder kan stoten.
8. Onderarm (Afb.264/1) met een kraan beveiligen.
9. Onderarm volledig uitschuiven (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus", op pagina
187).
10. Glijvlakken van de onderarmuitschuivingen aan alle kanten reinigen en vervol-
gens alle glijvlakken invetten.
11. Onderarm volledig inschuiven (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus", op pagina
187).
12. Kraan verwijderen.
13. Servicemodus verlaten (ÄHoofdstuk 6.20 „Servicemodus", op pagina 187).
227