Pagina 1
Handleiding voor hoogwerker LEO 25 T Serie nr.: Wijzigingen voorbehouden! TEUPEN Maschinenbaugesellschaft mbH Marie-Curie-Strasse 13 - 48599 Gronau-GERMANY - Telefon ++49 / 2562 / 8161-0 - Telefax ++49 / 2562 / 8161-888 Postbus 1951 - 48580 Gronau-GERMANY Internet: http://www.teupen.info - E-mail: mail@teupen.info...
Pagina 2
Auteursrecht! Deze handleiding is auteursrechtelijk beschermd voor de firma TEUPEN Maschinenbaugesellschaft mbH Deze handleiding is enkel bestemd voor de exploitant en diens personeel. Reproducties mogen alleen worden vervaardigd door de exploitant voor intern gebru- TEUPEN Maschinenbaugesellschaft mbH 03.06.2008...
Inleiding 1. Inleiding Deze handleiding bevat informatie voor de gebruiker m.b.t. bediening en onderhoud van de hoogwerker. Lees voor u de hoogwerker in gebruik neemt de handleiding zorgvuldig door en volg de daarin vermelde instructies nauwkeurig op. Hierdoor zijn een feilloze functie en een ongevaarlijk gebruik gewaarborgd. De handleiding bevat belangrijke aanwijzingen waardoor de hoogwerker op een ve i- lige, doelmatige en zuinige manier kan worden gebruikt.
Het doelmatig gebruik heeft uitsluitend betrekking op het transport van personen en gereedschappen tot de toelaatbare draagkracht van het werkplatform (zie techn. specificatie). Elke andere bestemming is uitgesloten. De firma Teupen Maschinen- bau GmbH is niet aansprakelijk voor schade die voortvloeit uit een niet -doelmatig gebruik van het toestel.
Gebruikte symbolen 1.2 Gebruikte symbolen: Er worden 2 symbolen gebruikt om belangrijke informatie te beklemtonen: Let op Waarschuwing Instructies ter bescher- Instructies ter bescherming van ming van de installatie. het bedieningspersoneel Afb. 1...
Pagina 9
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen 2. Veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen! Dit toestel is vervaardigd volgens de nieuwste technische inzichten en de erkende veiligheidstechnische principes. Desalniettemin kunnen door het gebruik ge varen optreden voor de gebruiker of derden c.q. aan de machine of andere voorwerpen. De machine mag alleen worden gebruikt •...
Pagina 10
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Lees voor de inbedrijfstelling van de hoogwerker deze handleiding zorgvuldig door en volg de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen op. U vermijdt hierdoor m o- gelijke schade voor het personeel en de machine. Naast deze handleiding moeten ook de bijgevoegde bedienings- en on- derhoudshandleidingen van de fabrikanten van de motoren en het ket- tingloopwerk in acht worden genomen! Veiligheidsinrichtingen zoals eindschakelaars mogen niet buiten bedrijf wo r-...
Pagina 11
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Afb. 2 Gebruik in de winter, zie bijlage en storingstabel, hoofdstuk 9! Wordt de hoogwerker dwars in de rijrichting verplaatst mag niemand zich b ergaf- waarts van het voertuig bevinden. Bovendien is het gevaarlijk bij verplaatsingen bergopwaarts achter de hoogwerker te gaan staan.
Pagina 12
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Geen personen in de Let op! zijdelinkse druk korf gedurende het Leeftijd min. 18 jaar max. 400 N transport Geen trillende of Verboden om op het Afb. 3 schoksgewijze bewe- veiligheidshek van de gingen! korf te klimmen!
Veiligheidsinstructies en waarschuwingen Bedrijf bij windsnelheden Hoogspanning! boven de 12,5 m /sec levensgevaar! (windkracht 6) onmiddel- lijk staken! Let op het verkeer! Geen kraan, hefge- Overstekende voor- reedschap of werpen beveiligen! zijwaartse takels gebruiken! Abb. 4...
Beschrijving 3. Algemene produktbeschrijving Het onderstel (chassis) bestaat uit een staalconstructie met hydraulisch aangedre- ven rubberen kettingen. Daarboven zijn aan het chassis de stempels alsmede de afsteuncilinder gemonteerd. Op dit chassis is een draaibare hefboomhouder bevestigd. De aangeflensde hydrau- lische wormkast brengt de draaibeweging op de draaikrans over. In de hefboomhouder is een uitschuifbare telescoopmast gelagerd, die bestaat uit zelfcentrerende profielen.
Pagina 15
Beschrijving Aan het uiteinde van de telescoopmast bevindt zich de bakhouder waaraan de wer k- bak gemonteerd is. Bij de werkbak gaat het om een ergonomisch vormgegeven constructie van alumin i- um met aan de zijkant een instapmogelijkheid. Deze toegang is door een veilig- heidsdeur beveiligd zodat de bedienaar niet uit de bak kan vallen.
Pagina 16
Beschrijving De besturing geschiedt elektro-hydraulisch, waarbij de stroomvoorziening enerzijds kan geschieden door netvoeding en anderzijds ook netstroomonafhankelijk door de op het chassis aangebrachte aandrijfmotor. Deze besturing van de functies van de hoogwerker wordt geregeld door middel van een tweekanalige microcontrolebesturingseenheid (in de elektroschakelkast in de hefarmhouder).
Bijzondere kenmerken 3.1 Bijzondere kenmerken van de hoogwerker LEO 25 T -de draaibare stempels kunnen makkelijk met de hand worden gepositioneerd -door de kombinatie „draaien met de hand /verticaal hydraulisch nivelleren“ kunnen de stempelplaten worden gepositioneerd onder en boven obstakels.
Pagina 18
Bijzondere kenmerken -transport over de weg geschiedt via een speciaal daarvoor voorziene transportw a- -tijdens het gebruik van het hefplatform is geen storende trekinrichting aanwezig. -lastafhankelijke stabilisatiecontrole van de zijwaartse uitlegger (microbesturing). -onderstel met rubberen rupsbanden om in zwaar terrein gemakkelijk te kunnen m a- noeuvreren -via hydraulische afstandsbediening exact te bedienen onderstel -energiegeleiding in de telescoop...
Pagina 19
Bijzondere kenmerken -slanke korfhouder, geen uitstekende delen onder de korf -dakhellingen kunnen makkelijk worden benaderd, tot 2,5 m overbrugging van dak - en muuruitsteeksels -extra besturingsplaats (beneden) aan de hefarmhouder (elektro -drukschakelaars) -onafhankelijk van het stroomnet werkende motor - super geluidsdemping Alle bedieningselementen zijn goed bereikbaar en in "rijrichting rechts"...
Technische gegevens 3.2 Technische gegevens LEO 25 T Werkhoogte: ca. 25,00 m Platformhoogte: ca. 23,00 m Zijdelingse reikwijdte bij 200 kg: ca. 12,50 m bij 80 kg: ca. 15,50 m Platformlast max.: 200 kg Draaibaarheid platform (hydr.) 180° Afmetingen platform (LxBxH):...
Positie van de bedieningselementen 10: Kabelafstandsbediening Pos.-Nr.: 11: Vergrendeling voor vervoer over de weg 3: waterpas 12: Stempelbesturing 9: Controleschakelaar stempels 13: vergrendelingsbout voor stempels voor en achter (rechts en links)
Pagina 25
Positie van de bedieningselementen Pos.-Nr : 10 11 12 Afb. 7 1: Bedieningspaneel in bak 8: aandrijfmotor 2: Aansluitmogelijkheid voor verlengkabel 9: Controleschakelaar stempels (rechts en 3: waterpas links) 4: Handpomp voor noodbediening 10: Kabelafstandsbediening 5: Zekeringkast (FI-bescherming) 11: Vergrendeling voor vervoer over de weg 6: Bedieningspaneel "benedenbesturing"...
Pagina 26
Elektrische installatie 4. Elektrische installatie De elektrische stroom kan via een verlengkabel geleverd worden door het elektric i- teitsnet (voedingspunt op de bouwlocatie) of door een aandrijfmotor die onafhankelijk van de netstroom werkt (zie afb. 7/8). De voeding van de contactdozen in de korf vi n dt plaats via het elektriciteitsnet (verlengkabel 230 V).
Pagina 27
Elektrische installatie Voor het starten van de aandrijfmotor de druktoets met de gloeispiraal zolang ingedrukt houden tot de voorgloei- indicatie (geel met gloeispiraal) uitgaat (let op handleiding van de fabrikant van de motor) Stroomvoorziening m.b.v. aandrijfmotor genereren: -start de aandrijfmotor op het besturingshuis (zie afb. 7/6) of in de werkkorf (zie afb.
De kabelafstandsbediening 5. De kabelafstandsbediening: Met de kabelafstandsbediening worden de kettingfuncties van het hefwerkplatform uitgevoerd. De kettingfuncties zijn alleen toegelaten als de telescooparm zich in transportstand bevindt! Bediening met de kabelafstandsbediening: -Overbruggingsstekker verwijderen en de stekker van de kabelafstandsbediening verbinden met de contactdoos aan het chassis. -Spanningsvoeding tot stand brengen (z.
Pagina 30
De kabelafstandsbediening Nr. 1 Noodstop (rode knop, gele achtergrond) Door in te drukken activeren, door de rode knop naar rechts te draaien te ontgrendelen. Nr. 2 Snelheidskeuzeschakelaar ketting links Nr. 3 Snelheidskeuzeschakelaar ketting rechts...
Pagina 31
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen 6. Hydr. rupsaandrijving met rubberen kettingen Afb. 8 Bij het beklimmen van hellingen dient erop te worden gelet dat de voo r- geschreven hellingshoeken niet overschreden worden! Toelaatbare hellingshoek: dwars op rijrichting max. 30% in rijrichting max. 30%...
Pagina 32
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen De hydr. aandrijving wordt geregeld door twee regelhendels op de vaste afstandsbediening die door middel van bajonetsluiting worden aangesloten op de stekkerdoos op het chassis. Door de beide besturingshendels naar voren resp. naar achteren te bewegen, is he t mogelijk met veel gevoel de beide rupsbanden in voorwaartse resp.
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen 6.1 Rijden met behulp van de hydr. rijaandrijving met rubberkettingen Om door nauwe stegen of poorten te rijden kan de werkkooi worden gedraaid, zonder de hoogwerker te ondersteunen (besturingselement op de be nedenbesturing, zie hfst. 9.2) Rijden met de rijaandrijving met rubberkettingen is uitsluitend toegestaan tot en met een helling van 8°...
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen 6.2 Hoogteverstelling van het kettingchassis: Opgelet kantelgevaar! De hoogteverstelling van het kettingchassis moet absoluut gebeuren met 2 personen! Altijd de steunen zo instellen, dat het hefwerkplatform niet kantelt (max. dwarsliggende positie 17°, 30 %)! Voor de verstelling van het kettingchassis moeten de steunen altijd op brede ondersteuningspositie gezet worden.
Pagina 35
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen Daarna de vier vergrendelingsbouten ontborgen en de bouten draaien. (1 persoon) De steunen voorzichtig omhoog bewegen tot het kettingchassis gronddruk krijgt en inschuift. (2 persoon) Bij gewenste arrêteerpositie de vergrendelingsbouten arrêteren en vervolgens borgen! Belangrijk! Vóór belasting van het kettingchassis moet op juiste vergrendeling worden gelet.
Pagina 36
Hydraulische rupsaandrijving met rubberen kettingen Belangrijk! Vóór belasting van het kettingchassis moet op juiste vergrendeling worden gelet. Alle bouten moeten met borgclips geborgd zijn. De maximaal te compenseren hellingshoek van het kettingchassis bedraagt 7° (12 %). Belangrijk! Vóór belasting van de kettingchassis moeten hierboven opgesomde veiligheidsinstructies in acht worden genomen!
Hoogteverstelling van de telescoopsteun (Lafette) 7. Hoogteverstelling van de telescoopsteun (Lafette) Om hellingen van de vloer van 17° (30 %) met het werkplatform te kunnen berijden de telescoop ca. 6° oprichten en de Lafettesteun uitschuiven. Vervolgens de vergrendelingsbouten arrêteren en borgen met de borgclips. Telescoop weer neerlaten en in de Lafette opleggen.
Pagina 38
Hoogteverstelling van de telescoopsteun (Lafette) Opgelet: Bij niet juist opgelegde telescoop is gebruik van het werkplatform niet mogelijk. Opgelet: Gebruik van het werkplatform alleen bij ingelaten Lafette.
Stempels 8. Stempels Let op een vaste ondergrond, indien nodig de steunoppervlakte vergroten door stevige planken. Alle stempels moeten zijn belast, de kettingen moeten zijn ontlast! Indien de voorste stempels geheel naar boven gebracht en ingeklapt zijn, moeten de stempels eerst uitgeklapt worden alvorens ze neergelaten ku n- nen worden, omdat anders het bedieningspaneel "...
Stempels 8.1 In werkpositie brengen Steunmogelijkheden: In tegenstelling tot de „brede“ afsteuning word bij de „dubbelzijdig smalle/enkelzijdig smalle” afsteuning het rotatiebereik gereduceerd (20°/220°, vgl. afb. 5). -automatisch aangedreven stempels moeten worden gecontroleerd gedurende het in- en uitschuiven. Let erop dat de vergrendelingsbouten helemaal beneden staan! -trek de veerbelastte borgpennen (pos.
Pagina 41
Stempels -sluit de stroomvoorziening aan (zie hfds. 4) -keuzeschakelaar in de benedenbesturing op symbol „stempels“ zetten Door de speciale controle op de voorste stempels is het van cruciaal be- lang dat het hefwerkplatform zo hoog ondersteund wordt dat de contro- leschakelaars van de stempels (zie afb.
Pagina 42
Stempels --keuzeschakelaar in de benedenbesturing op symbol „platform“ zetten Let op het display op het bedieningspaneel “Benedenbesturing" Klep van "benedenbesturing"afsluiten...
Stempels 8.2 In transportpositie brengen De telescooparm moet volledig in elkaar zijn geschoven en zich in transportpositie bevinden! -Klep van bedieningspaneel "benedenbesturing" openen -sluit de stroomvoorziening aan (zie hfds. 4) -keuzeschakelaar in de benedenbesturing op symbol „stempels“ zetten -chassis door middel van de toets en de snelheidsregelaar gelijkmatig laten zakken en alle vier stempels in de bovenste positie zetten -veiligheidspen (positie 4) naar boven trekken, vergrendel- pen van de voorste en achterste stempels losmaken (pos i-...
Stempels 8.3 De automatische ondersteuning De uitschuif- en inschuifbewegingen van de steunen gebeuren bij dit hefwerkplatform door activeren van de knevelschakelaar „Auto steune n omhoog“ resp. „Auto steunen omlaag“, waarbij het hefwerkplatform zich bij het ondersteunen automatisch horizontaal uitricht. De manuele ondersteuning is mogelijk via de druktoets. Voorwaarde is de juiste spanningsvoeding van het hefwerkplatform.
Pagina 46
Stempels Procedure voor het uitschuiven van de steunen (werkstand): „Auto steunen omlaag“ zo lang activeren, tot het hefwerkplatform zich horizontaal heeft uitgericht en de groene lamp in de besturingsbehuizing permanent brandt. Aan de hand van de dooswaterpas controleren of de bel zich binnen de 0,5°-cirkel bevindt.
Besturing werkplatform 9.1 Bediening vanaf het platform Voorwaarde voor een vlekkenloze werking is een juiste opstelling (zie hoofdstuk 8.1.) en stroomvoorziening (zie hoofdstuk 4) van de hoogwerker. Om een permanent storingsvrij functioneren van de bedienings -elementen te garande- ren is het beslist noodzakelijk het bedieningspaneel door de aanwezige beschermkap tegen water, vocht, verf en dergelijke te beschermen.
Pagina 48
Besturing werkplatform Nr. 5 Snelheidskeuzeschakelaar voor het korfdraaien / steun 2 / ketting rechts Nr. 1 Sleutelschakelaar voor activering bedieningspaneel (kan alleen in Nr. 6 Snelheidskeuzeschakelaar uitgeschakelde toestand uitgetrokken om de telescooparm op te tillen en worden) neer te laten / steun 1 Nr.
Pagina 49
Besturing werkplatform Nr. 11 Druktoets voor het voorgloeien van de aandrijfmotor Nr. 12 Draaischakelaar voor selectie platform, steun of ketting Nr. 13 Draaischakelaar voor de automatische ondersteuning...
Pagina 50
Besturing werkplatform Attentie! Transportsteun volledig inschuiven! Volgorde: -de kap van het bedieningspaneel benedenbesturing is gesloten -sleutelschakelaar nr.1 en draaischakelaar nr. 12 op symbol “platform” zetten -teleskooparm uit transportsteun heffen (schakelaar nr. 6) -door middel van de respectievelijke bedienings-elementen en keuzeschakelaar de hoogwerker bedienen.
Benedenbesturing 9.2 Benedenbesturing: De benedenbesturing is alleen toegestaan als er zich geen personen op het platform bevinden. Deze besturing mag alleen worden gebruikt als de noodzakelijke voorzorgs- maatregelen ter voorkoming van ongevallen in acht worden genomen. De benedenbesturing biedt de gebruiker de mogelijkheid goederen, zoals reklam e- borden, vlaggen, licht- en geluidsapparatuur, op het platform tot zijn maximale bel a- sting naar bepaalde hoogtes te brengen.
Pagina 52
Benedenbesturing Voorwaarde is dat niemand zich op het platform bevindt en de sleutelschakelaar nr.1 van het bedieningspaneel op het platform (zie afbee lding 7/1) op “0” staat. Bovendien moet de sleutelschakelaar op het bedieningspaneel van de benedenbesturing zich op symbol „platform’“ bevinden. Nu kan door het bedienen van de respectievelijke drukknoppen en de snelheidsregelaar het platform in positie worden gebracht.
Pagina 53
Benedenbesturing Nr. 1 Druktoets voor het naar links of rechts draaien / steun 3 Nr. 2 Druktoets voor het in- of uittelescoperen / steun 4 Nr. 3 Druktoets voor het optillen en neerlaten van de telescooparm / steun 1 Nr. 4 Draaitoets voor het korfdraaien / steun 2 Nr.
Pagina 54
Benedenbesturing Nr. 1 Koelwatertemperatuur- indicatie (rood) Nr. 2 Acculaadcontrole- lamp (rood) Nr. 3 Oliestandcontrolelamp (rood) Nr. 4 Noodstop (rode knop, gele achtergrond), door drukken te activeren, door de rode knop naar rechts te draaien te ontgrendelen Nr. 5 Voorgloeiindicatie (geel) Nr.
Noodbesturing Bij noodbesturing moet de tele- scoop worden ingeschoven tot aan 9.3 Noodbesturing bordes: de rode pijlen op de teles- coop voor dat de telescooparm naar Pos. nr. beneden mag zakken. 1: buis voor handpomp 2: handpomp 3: handwiel 4: ventiel “inschuiven aan” 5: ventiel “draaien links / rechts”...
Pagina 56
Noodbesturing Het bedienen met de handpomp of de elektrische pomp is alleen bedoeld voor afwaartse, inschuivende en draaiende bewegingen in de RICHTING VAN DE TRANSPORTPOSITIE Volgorde: -activeer de ventielvergrendeling op de teles- coopcylinder door in te drukken en om te draaien en activeer omschakelklep hefplatform/onderstel met het handwiel (symbol „platform“...
Pagina 57
Noodbesturing Noodbesturing stempels: Activeer omschakelklep hefplatform/onderstel met het handwiel (symbol „stempels“ in het zijaf- dekking) Door bediening van de handpomp (afbeelding 12/2) en gelijkertijd bediening van de stempelbesturing de steunen inschuiven. Afb. 14 Na beëindigen van de noodbesturing moet het ventiel weer worden ontgren- deld!
Onderhoud 10. Algemene onderhoudsrichtlijnen: Hoogwerkers moeten volgens de wettelijke bepalingen na de eerste inbedrijf- stelling op z´n minst een keer per jaar worden gecontroleerd door een deskun- dig expert! 10.1 Afsmeren: Let erop dat de steunrollen niet worden afgesmeerd omdat deze anders kunnen worden beschadigd.
Afsmeren 10.2 Gebruikte smeermiddelen: smeervet Fuchs Renolit MP sproeivet Optimol KL 300 sproeivet Optimol White T motorolie Titan 15 W 40 Afsmeren: alle smeernippels -wekelijks met 1 alle scharnier- en glijvlaktes, -afhankelijk van vervuiling, echter niet de steunrollen min. maandelijks met 2 flyerkettingen voor het uitschuiven -afhankelijk van vervuiling, van de telescoop...
Aanbevolen oliesoorten 10.3 Aanbevolen oliesoorten De hydraulische installatie van deze hoogwerker is standard gevuld met: PLANTOHYD 32-S Milieuvriendelijk multigrade hydraulische olie Verschillende hydraulische oliesoorten mogen om veilig- heidstechnische redenen niet worden vermengd met andere viscositeitsclassificaties. Wanneer om een of andere reden een ander hydraulische oliesoort wordt gebruikt, moet de hele hydraulische olie in het systeem worden verwisseld.
Aanbevolen oliesoorten Aanbevolen olie Functie, bedrijfsveiligheid en levensduur van hydraulische installaties zijn in principe afhankelijk van de zorgvuldige keuze van de hydraulische olie. Wij adviseren, om voor hydraulische installaties oliesoorten te gebruiken, die naast bijvoegingen ter verbetering van de corrosieweerstand en verouderingsvertraging alsmede het reduceren van slijtage ook bijvoegingen bevatten, waarmee het stick-slip-gedrag wordt verbeterd, storende afzettingen en kavitatie worden voorkomen alsmede niet gewensde reacties door indringend water worden verhinderd.
Pagina 64
Vloeistoffen 10.4 Oliepeil: De oliepeil alleen controleren wanneer de cilinders in elkaar zijn g e- schoven, d.w.z. in transportpositie. Indien nodig olie bijvullen. Er mogen geen verschillende oliesoorten worden vermengd omdat er anders schade aan de gehele installatie zou kunnen ontstaan. Er mogen allen oliesoorten worden gebruikt die in de bijgevoegde olieaanbeve- ling zijn opgevoerd.
Pagina 65
Vloeistoffen Oliepeil in de aandrijfmotor: Het soort motorolie van de aadrijfmotor is Titan 15 W 40. -controleer de oliepeil van de motor volgens de Kubota -handleiding wekelijks Inhoud van de aandrijfmotor: zie Kubota-handleiding Indien oliepeil te laag (ziel oliepeilstok) olie volgens Kubota-handleiding opvullen. Brandstof: De motor gebruikt Diesel-brandstof.
Pagina 66
Algemene opmerkingen Flyerkettingen: -bij de controle van de flyerkettingen is het van groot belang dat wordt gecontroleerd of de kettingkoppelingen zich aan beide zijden op dezelfde afstand ten opzichte van het telescoopprofiel bevinden. Is dit niet het geval, dan betekent da t waarschijnlijk dat er ergens een breuk in de ketting zit of dat een van de twee kettingen langer is geworden.
Algemene opmerkingen 10.5 Onderhoudsinstructies voor de draaischijf Controle van de bevestigingsschroeven: De bevestigingsschroeven moeten om de 700 bedrijfsuren of minstens om de 6 maanden worden gecontroleerd. Dit tijdsbestek moet bij bijzondere omstandigheden speciaal worden aangepast. De aanhaalmomenten van de schroeven na de eerste 100 bedrijfsuren controleren, om eventuele zetverschijnselen te compenseren.
Pagina 68
Algemene opmerkingen De schroeven daarna om de 700 bedrijfsuren resp. na het dienov ereenkomstig aangepaste tijdsbestek, maar op zijn laatst om de 6 maanden natrekken. Als dit niet wordt uitgevoerd, kunnen er risico's voor personen en installaties gaan ontstaan. Controle op loslaten/vervangen van de schroeven: - de schroeven van externe belasting ontlasten - het aanhaalmoment met een draaimomentsleutel controleren en aan de bovenstaande waarden aanpassen...
Pagina 69
Algemene opmerkingen De kipspeling na 2000 bedrijfsuren of minstens na 12 maanden controleren. Als dit niet wordt uitgevoerd, kunnen er risico's voor personen en insta llaties gaan ontstaan. Smeerintervallen: Bij moeilijke omstandigheden in open terrein om de 100 tot 200 bedrijfsuren smeren! Bovendien moeten momentlagers bij de volgende omstandigheden opnieuw worden gesmeerd: - na iedere reiniging, b.v.
Algemene opmerkingen 10.6 Algemene opmerkingen Hydraulische slangen: -hydraulische slangen min. maandelijks controleren op beschadigingen en lekkages. -hydraulische slangen moeten na 6 jaar compleet worden vervangen. -controleer regelmatig of alle bouten en moeren goed vastzitten -het is ondanks uitgebreide veiligheidsinrichtingen noodzakelijk de goede functie van de hoogwerker vóór elke inbedrijfstelling te controleren Banden en bandenspanning van het onderstel voor het transport over de weg: -controleer de conditie van de banden en de profieldiepte regelmatig (min.
Storingen, oorzaaken en remedie 11. Storingen, oorzaaken en remedie Let op het display op het bedieningspaneel „Benedenbesturing" Storing: Oorzaak: Remedie: Plaats: -aandrijfmotor doet -tank leeg -bijvullen (Diesel) afb. 7/8 niets - zekering aan aandrijf- -vervangen z. manual motor defect aandrijfmotor -starteraccu leeg -accu opladen of vervangen...
Pagina 72
Storingen, oorzaaken en remedie Geen bediening vanaf Bedieningspaneel niet Sleutelschakelaar op platform mogelijk ingeschakeld symbol „platform“ Afb. 7/1 zetten Nood-stop knop op plat- form en/of bij beneden- Opheffen sturing is ingedrukt Afb. 7/1 Afb. 7/6 Geen - of te weinig Controleren Hoofd- voeding...
Pagina 73
Storingen, oorzaaken en remedie Funktie „afstempelen“ Omschakelen op Afb. 7/6 ingeschakeld platformbediening Vergrendelhefboom van stempels niet ver- Vergendelen Afb. 7/13 grendeld Schakelaar „beneden- Afstempelen en rijden besturing“ op Op stand 1 zetten Afb. 7/6 m.b.v. rupsaandrijving bedieningspaneel in Afb. 11/8 niet mogelijk stand 0 Telescooparm ligt niet...
Pagina 74
Storingen, oorzaaken en remedie Uitschuiven niet Afstempelbewaking mogelijk links/rechts niet vrij -hoger afsteunen Afb. 7/9 geschakeld Afb. 7/12 -lastmomentbep. geacti- - lastmomentbep. zo- veerd (rood lampje in ne verlaten door arm werkkorf flikkert) omhoog te tillen of in Afb. 7/1 te schuiven...
Pagina 75
Storingen, oorzaaken en remedie - dalen en draaien lukt lastmomentbep. geacti- lastmomentbep. zone niet veerd verlaten door arm omhoog te tillen of in Afb. 7/1 te schuiven Afstempelbewaking links/rechts niet vrij hoger afsteunen Afb. 7/9 geschakeld Afb. 7/12 Telescooparm zakt van- Ventielvergrendeling zelf bij funktie „uitteles- (afb.
Pagina 76
Storingen, oorzaaken en remedie Afstempelbewaking groen lampje (Afb. 7/1) links/rechts niet vrij hoger afsteunen Afb. 7/9 in werkkorf flikkert geschakeld, niet hoog Afb. 7/12 genoeg afgesteund rood lampje flikkert -lastmomentbeperker lastmomentbep. zone geactiveerd verlaten door arm Afb. 7/1 omhoog te tillen of in te schuiven...
Pagina 77
Storingen, oorzaaken en remedie -bij spannings- beveiligingselementen beveiligings- voorziening op de geactiveerd (zekeringen, elementen controleren Afb. 7/5 bouwplaats of aan- FI-beveiliging) en inschakelen drijfmotor geen functie -verlengsnoer defect -controleren, indien Afb. 7/2 nodig vervangen -kabeldoorsnede foutief -goede kabel- Hoofd- en verlengsnoer te lang doorsnede kiezen stuk 4 Afb.
Pagina 78
Storingen, oorzaaken en remedie -nood-eindschakelaar -m.b.v de handpomp „draaien“ geactiveerd in tegenovergestelde Afb. 7/4 draairichting dan voorheen draaien -motorpomp draait en -hydraulische slang controleer hydrauli- slaat af geknikt sche slangen b.v. on- der het chassis -drukfilter vervuild -openen en filter ver- vangen -buitentemperaturen -motorpomp ca.
Pagina 79
Storingen, oorzaaken en remedie Stempelbesturing Veerpakket voor terug Met perslucht schoon Afb. 7/14 klemt zich plaatsen is vervuild blazen -cilinders zakken -hydraulische installatie -toestel onmiddelijk zelfstandig af vervuild uitzetten -service bellen -motorpomp draait, -handwiel van de hand- -handwiel met de Afb.
Milieuvriendelijk slopen 12. Milieuvriendlijk slopen Wanneer de machine definitief buiten bedrijf wordt gesteld en gesloopt, moe- ten de gebruikte materialen op een verantwoorde manier worden opgeslagen of hergebruikt. De gebruikte hydraulische olie en de motorolie alsmede de hydraulische leidingen moeten worden gesloopt volgens de plaatselijk geldige normen en door specia al hiervoor goedgekeurde bedrijven.
Werken in de winter Bedrijf in de winter, z. ook storingstabel, hfdst. 9! Controleer of de eindschakelaars vrij lopen. Vooral de schakelaar die op het chassis zit (afschakeling van de stempels/ afstempelbewaking) is in bijzondere mate aan weersomstandigheden blootgesteld (verijzing door natte sneeuw). Indien nodig de betreffende einschakelaar met ontdooiende c.q.
Pagina 82
Werken in de winter Keuzeschakelaar (zie afbeelding 7/6) op symbol „stempels“ zetten. -na 15 min. handwiel (afb. 12/3) sluiten en hoogwerker in werkpositie brengen (zie hoofdstuk 6.1) -via de „benedenbesturing“ (zie hoofdstuk 7.2) alle functies met onbemande werk- korf doorvoeren -de werkkorf m.b.v de korfniveauregulering helemaal naar beneden zwaaien en weer in een horizontale positie brengen...
Vervoer over de weg met behulp van een transportwagen Vervoer over de weg met behulp van een transportwagen Plaatsen van het hefwerkplatform op de transportwagen: - Ondersteun het hefwerkplatform met behulp van de hydraulische besturing zo hoog dat de onderzijde van de rubber rupsbanden uitsteekt boven de buitenzijde van de opneemgoten voor de rubber rupsbanden.
Pagina 84
Vervoer over de weg met behulp van een transportwagen Wanneer de rupsbanden in de opneemgoten worden gelegd, dient men erop te le t- ten dat de bakhouder pas op zijn steunvlak mag komen te liggen wanneer de rupsbanden zich volledig in de opneemgoten bevinden. Indien hiermee geen rekening wordt gehouden, zal de telescoop omhoogkomen uit de telescoopsteun (bewaakt met behulp van eindschakelaars), waardoor het gebruik van de stempels geblokkeerd wordt.
Pagina 85
Vervoer over de weg met behulp van een transportwagen Vastzetten van het werkplatform op de transportwagen: Het vastzetten geschiedt met behulp van 3 spanhendels, die zich links en rechts van de opneemgoten en aan de telescoopsteun bevinden. Let op! Na het vastzetten dienen alle spanhendels met behulp van veerklemmen te worden geborgd! Bij het afladen dient in omgekeerde volgorde te werk te worden gegaan.
Pagina 86
Verklaring van de symbolen Gebruikte symbolen Let op Waarschuwing Instructies Instructies ter bescherming ter bescherming van van het bedieningspersoneel de installatie. Gevaar voor kneuzingen! Het Aanslagpunt! Het symbool symbool geeft een gevaarlijke geeft plekken aan op de hijs- situatie aan ten gevolge waar- werkvloer waarop hefwerktuigen van, als men zich niet aan de moeten worden aangebracht om...
Pagina 87
Verklaring van de symbolen De onderstaande indicatielampen staan op de stuurbehuizing en gedeeltelijk op de werkkorf Indicatielamp voor: controlelamp correcte ondersteuning controlelamp olie accu (rood) (groen) (rood) Aanduiding koelwater- voorgloei-indicatie temperatuur (rood) (geel)