Bediening
6.16
1
Afb. 162
1
Afb. 163
25-5-2020
Brandstoftank vullen
Personeel:
Geïnstrueerde personen
n
Beschermende uitrusting:
Veiligheidskleding
n
Veiligheidsschoenen
n
WAARSCHUWING
Brandgevaar door ondeskundig tanken!
Tijdens het tanken ontstaat brandgevaar wanneer dampen ontsnappen en brand-
stof wordt gemorst.
–
Tijdens het tanken niet roken en ervoor zorgen dat er in de buurt geen vuur of
open vlamt brandt.
–
Tijdens het vullen geschikte handschoenen dragen.
–
Motor uitzetten alvorens te tanken.
–
Uitsluitend in goed geventileerde ruimtes of buiten tanken, aangezien ont-
snappende dampen kunnen worden ingeademd.
–
De brandstoftank nooit tot boven het merkteken vullen.
–
Alle gemorste brandstof alvorens de verbrandingsmotor te starten opvegen of
met daarvoor geschikte bindmiddelen opzuigen en oordeelkundig verwijderen.
1. Ervoor zorgen dat de verbrandingsmotor is uitgeschakeld (ÄHoofdstuk 6.4
„Machine in-/uitschakelen", op pagina 79).
2. Ervoor zorgen, dat de hoogwerker horizontaal staat.
3. Geschikte handschoenen (dieselhandschoenen, wegwerphandschoenen) dra-
gen.
4. Tankdeksel (Afb.162/1) openen, linksom losmaken en schoon bewaren.
5. Brandstoftank maximaal tot de aangegeven vulhoogte (Afb.163/1) vullen.
6. Tankdeksel weer openschroeven.
7. Eventueel gemorste brandstof opvegen alvorens de verbrandingsmotor te star-
ten.
157