Bankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m
Kleur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m
Kaarten: kaarten van 90 tot 163 g/m
Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m
Transparanten: transparanten van 138 tot 146 g/m
Envelop: enveloppen van 75 tot 90 g/m
Voorbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m
Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m
Kringlooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m
Als u reeds gebruikt papier in de printer plaatst, kunnen de afdrukken kreukelen.
Archiefpapier: 70 tot 90 g/m
(bijvoorbeeld in een archief).
Envelop
Of enveloppen goed worden bedrukt, is afhankelijk van de kwaliteit van de enveloppen.
U plaatst de envelop in het midden van de lade voor handmatige invoer met de hoek voor de postzegel aan de
linkerkant en het uiteinde van de envelop met de postzegelhoek eerst.
Als de afgedrukte enveloppen kreuken, vouwen of dikke zwarte lijnen vertonen, opent u de achterklep, duwt u de
hendel naar beneden en probeert u opnieuw af te drukken. Houd de achterklep tijdens het afdrukken geopend.
1. Hendel
Houd bij de keuze van enveloppen rekening met de volgende factoren:
Gewicht: het gewicht van het enveloppenpapier mag niet meer dan 90 g/m
dat er een papierstoring optreedt.
Ontwerp: voor het afdrukken moeten de enveloppen plat worden gelegd. Ze mogen niet meer dan
6 mm omkrullen en mogen geen lucht bevatten.
Probleem: gebruik geen enveloppen die gekruld, verkreukeld of beschadigd zijn.
Temperatuur: u moet enveloppen gebruiken die bestand zijn tegen de druk en de hitte die tijdens het
afdrukproces in het apparaat ontstaan.
Gebruik alleen goed gevormde enveloppen met scherpe vouwen.
2
.
2
.
2
.
2
2
.
2
.
2
. Selecteer deze optie als u de afdrukken geruime tijd wilt bewaren
2
.
.
2
2
.
.
2
bedragen om te vermijden