Status van het apparaat en geavanceerde instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde instellingen
instelt. Lees dit hoofdstuk aandachtig door zodat u de verschillende functies van het apparaat optimaal kunt
gebruiken.
In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen:
Fax instellen
Kopieerinstellingen
Een rapport afdrukken
Geheugen wissen
Netwerk
Menuoverzicht
Fax instellen
De faxinstellingen wijzigen
Het apparaat beschikt over diverse opties voor het instellen van het faxsysteem. Deze opties kunnen door de
gebruiker zelf worden ingesteld. U kunt de standaardinstellingen naar wens aanpassen.
De faxinstellingen wijzigen:
1. Druk op Fax (
2. Druk op Menu (
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxinstel. verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste faxinstelling verschijnt en druk op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste optie verschijnt en druk op OK.
6. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste status verschijnt of voer de waarde voor de geselecteerde optie
in en druk op OK.
7. Herhaal indien nodig stappen 4 tot en met 6.
8. Druk op Stop/Clear (
Verzending
Optie
U kunt het aantal kiespogingen opgeven. Als u 0 invoert, vinden er geen nieuwe kiespogingen
Aant. kiespog.
plaats.
) op het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel.
) om terug te keren naar stand-bymodus.
Beschrijving