Als het apparaat niet op de computer is aangesloten, verschijnt het volgende venster.
Nadat u het apparaat hebt verbonden, klikt u op Volgende.
Als u de printer op dit moment nog niet wilt aansluiten, klikt u op Volgende en Nee in het
volgende scherm. De installatie wordt gestart, maar er wordt geen testpagina afgedrukt aan het
einde van de installatieprocedure.
Mogelijk verschilt het installatievenster in deze Gebruikershandleiding van het venster dat u
ziet. Dit is namelijk afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
5. Zodra de installatie is voltooid, verschijnt er een venster met de vraag of u een testpagina wilt afdrukken. Als
u een testpagina wilt afdrukken, schakelt u het selectievakje in en klikt u op Volgende. In het andere geval
klikt u gewoon op Volgende en gaat u verder met stap 7.
6. Als de testpagina juist wordt afgedrukt, klikt u op Ja.
Zo niet, klikt u op Nee om ze opnieuw af te drukken.
7. Klik op Voltooien.
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de onderstaande stappen om de installatie
te repareren of het stuurprogramma opnieuw te installeren.
a. Controleer of het apparaat op uw computer is aangesloten en aan staat.
b. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma's of Alle programma's > Dell > Dell
Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Onderhoud.
c. Selecteer de gewenste optie en volg de instructies op het scherm.
Macintosh