Het wijzigen van de resolutie-instellingen heeft gevolgen voor het uiterlijk van het ontvangen
document.
Standaard: originelen met tekens van normale grootte.
Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen die met een matrixprinter zijn
afgedrukt.
Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld
als het apparaat waarmee u communiceert deze resolutie ondersteunt.
Resolutie
Fotofax: originelen met grijstinten of foto's.
Kleurenfax: originelen met kleuren. De functie kleurenfax wordt alleen ingeschakeld als het
apparaat waarmee u communiceert de ontvangst van een kleurenfax ondersteunt en als u de
fax handmatig verzendt. In deze modus is verzenden vanuit het geheugen niet mogelijk.
U kunt de standaardcontrastmodus selecteren en het contrast aanpassen om de fax lichter of
Tonersterkte
donkerder te maken.
Autom. rapport
U kunt het apparaat zo instellen dat een rapport wordt afgedrukt met gedetailleerde informatie over de 50 laatste
faxen (zowel verzonden als ontvangen), met vermelding van datum en tijd.
Zie
Automatisch een verzendrapport afdrukken
Kopieerinstellingen
De kopieerinstellingen wijzigen
Voor kopieën kunt u op voorhand diverse opties instellen.
1. Druk op Copy (
2. Druk op Menu (
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Kopieerinstel. verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste kopieerinstelling verschijnt en druk op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste optie verschijnt en druk op OK.
6. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste instelling verschijnt en druk op OK.
Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus Superfijn. De
resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in Fijn.
Als uw apparaat is ingesteld op de resolutie Superfijn en het faxapparaat
waarmee u communiceert ondersteunt de resolutie Extra fijn niet, verzendt het
apparaat de fax in de hoogste resolutie die het ontvangende faxapparaat
ondersteunt.
) op het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel.
voor meer informatie.