Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen overeenkomstig de eigenschappen van het origineel
voor een optimaal resultaat.
Resolutie
De standaarddocumentinstellingen leveren goede resultaten voor een normaal tekstdocument. Als u echter
originelen verstuurt die foto's bevatten of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax
van een betere kwaliteit te versturen.
1. Druk op Fax (
2. Druk op Menu (
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en druk op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot Resolutie verschijnt en druk op OK.
5. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste optie verschijnt en druk op OK.
6. Druk op Stop/Clear (
In de onderstaande tabel vindt u de aanbevolen resoluties voor verschillende documenttypes:
Modus
Standaard Originelen met tekens van normale grootte.
Fijn
Originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen die met een matrixprinter zijn afgedrukt.
Originelen met zeer kleine details. De modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat
waarmee u communiceert deze resolutie ondersteunt.
Superfijn
Fotofax
Originelen met grijstinten of foto's.
Originelen met kleuren. De functie kleurenfax wordt alleen ingeschakeld als het apparaat waarmee u
Kleurenfax
communiceert de ontvangst van een kleurenfax ondersteunt en als u de fax handmatig verzendt. In
deze modus is verzenden vanuit het geheugen niet mogelijk.
De ingestelde resolutie wordt toegepast op de huidige faxtaak. Zie
standaardinstelling te wijzigen.
) op het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel.
) om terug te keren naar stand-bymodus.
Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus Superfijn. De resolutie-
instelling wordt automatisch gewijzigd in Fijn.
Als uw apparaat is ingesteld op de resolutie Superfijn en het faxapparaat waarmee u
communiceert ondersteunt de resolutie Extra fijn niet, verzendt het apparaat de fax in
de hoogste resolutie die het ontvangende faxapparaat ondersteunt.
Aanbevolen voor:
Standaardwaarde wijzigen
om de