2. Plaats de installatie-cd en open het schijfvenster. Selecteer vervolgens MAC_Installer > MAC_Printer >
SetIP > SetIPapplet.html.
3. Dubbelklik op het bestand en Safari zal automatisch worden geopend. Selecteer vervolgens Trust. De
browser zal de pagina SetIPapplet.html openen, waarop de naam en het IP-adres van de printer worden
weergegeven.
4. Selecteer de rij met printergegevens en vervolgens het Setup pictogram, het tweede pictogram links in de
menubalk van de toepassing. Het venster TCP/IP Configuration wordt geopend.
Als de printer zich niet in de rij met printergegevens bevindt, selecteert u het pictogram Handmatig
installeren (derde links) om het venster TCP/IP Configuration te openen.
5. Voer de nieuwe apparaatgegevens op de volgende manier in het configuratievenster in. In een bedrijfsintranet
moeten deze gegevens u mogelijk worden toegewezen door een netwerkbeheerder voor u verder kunt gaan.
MAC Address: zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder
dubbele punten). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8.
IP Address: voer hier een nieuw IP-adres voor uw printer in.
Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is, voert u 192.168.1.X in, waarbij X
een getal tussen 1 en 254 dat verschilt van het getal uit het adres van de computer.
Subnet Mask: voer een subnetmasker in.
Default Gateway: voer een standaardgateway in.
6. Selecteer Apply, OK en opnieuw OK. De printer zal het configuratierapport automatisch afdrukken.
Controleer of alle instellingen juist zijn. Sluit Safari af. U mag de cd-rom met installatiebestanden uit het cd-
romstation halen. Indien nodig schakelt u opnieuw de firewall van de computer in. Het IP-adres, het
subnetmasker en de gateway zijn nu gewijzigd.
IP-adres instellen via het programma SetIP (Linux)
Het programma SetIP zou tijdens de installatie van het printerstuurprogramma automatisch moeten zijn
geïnstalleerd.
1. Druk het configuratierapport van het apparaat af om het MAC-adres van uw apparaat te vinden.
2. Open /opt/Dell/mfp/share/utils/.
3. Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html.
4. Klik hierop om het venster TCP/IP configuration te openen.
5. Voer het MAC-adres, IP-adres, subnetmasker en de standaardgateway van de netwerkkaart in, en klik
vervolgens op Apply.
Laat bij het invoeren van het MAC-adres de dubbele punt (:) weg.
6. Het apparaat drukt de netwerkgegevens af. Controleer of alle instellingen juist zijn.
7. Sluit het programma SetIP af.