6. Voer de gewenste naam in en druk op OK.
Zie
Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren
alfanumerieke tekens.
7. Voer het faxnummer in dat u wilt opslaan en druk op OK.
8. Druk op Stop/Clear (
Snelkiesnummers bewerken
1. Druk op Fax (
2. Druk op Address Book (
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Nieuw en bew. verschijnt en druk vervolgens op OK.
4. Druk op de pijl-links/rechts tot Snelkiesnummer verschijnt en druk op OK.
5. Voer het snelkiesnummer in dat u wilt bewerken en druk op OK.
6. Wijzig de naam en druk op OK.
7. Wijzig het faxnummer en druk op OK.
8. Druk op Stop/Clear (
Snelkiesnummers gebruiken
Wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om een nummer in te voeren, voert u het
snelkiesnummer in waaronder u het gewenste faxnummer hebt opgeslagen.
In het geval van een snelkiesnummer dat uit één cijfer (0-9) bestaat, houdt u de cijfertoets op het numerieke
toetsenblok ingedrukt.
In het geval van een snelkiesnummer dat uit twee of drie cijfers bestaat, drukt u op de eerste cijfertoets(en)
en houdt u vervolgens de laatste cijfertoets ingedrukt.
U kunt een item ook in het geheugen zoeken door op Adresboek te drukken (zie
zoeken).
Groepskiesnummers
Als u vaak eenzelfde document naar verschillende bestemmingen verstuurt, kunt u die bestemmingen groeperen en
er een groepskiesnummer aan toewijzen. Op die manier kunt u een document versturen naar alle bestemmingen
binnen die groep. Met de bestaande snelkiesnummers van de bestemmingen kunt u maximaal 100 (0 tot en met 99)
groepskiesnummers instellen.
Een groepskiesnummer vastleggen
1. Druk op Fax (
2. Druk op Address Book (
3. Druk op de pijl-links/rechts tot Nieuw en bew. verschijnt en druk vervolgens op OK.
) om terug te keren naar stand-bymodus.
) op het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel.
) om terug te keren naar stand-bymodus.
) op het bedieningspaneel.
) op het bedieningspaneel.
voor meer informatie over het invoeren van
Een item in het adresboek