Download Print deze pagina

Advertenties

Copyright
Veiligheidsinformatie
TM
Informatie over deze gebruikersh
Dell
1135n
De functies van uw nieuwe laser
Inleiding
Aan de slag
Netwerkinstallatie
Basisinstellingen
Afdrukmedia en lade
Afdrukken
Kopiëren
Scannen
Faxen
Status van het apparaat en geav
Beheerprogramma's
Onderhoud
Problemen oplossen
Verbruiksartikelen en accessoires
Specificaties
Bijlage
Verklarende woordenlijst
www.dell.com
|
www.support.dell.com

Advertenties

loading

Samenvatting van Inhoud voor Dell 1135n

  • Pagina 1 Copyright Veiligheidsinformatie Informatie over deze gebruikersh Dell 1135n De functies van uw nieuwe laser Inleiding Aan de slag Netwerkinstallatie Basisinstellingen Afdrukmedia en lade Afdrukken Kopiëren Scannen Faxen Status van het apparaat en geav Beheerprogramma’s Onderhoud Problemen oplossen Verbruiksartikelen en accessoires...
  • Pagina 4 aanpassen aanpassen ladeformaat ladeformaat achterkant achterkant afdrukken afdrukken afdrukken naar een bestand afdrukken naar een bestand de standaardafdrukinstellingen wijzigen de standaardafdrukinstellingen wijzigen dubbelzijdig afdrukken dubbelzijdig afdrukken een document aan een bepaald papierformaat aanpassen een document afdrukken een document aan een bepaald papierformaat aanpassen het afdrukpercentage wijzigen een document afdrukken Linux...
  • Pagina 6 De informatie in dit document kan zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. © 2010 Dell Inc. Alle rechten voorbehouden. Reproductie van deze materialen op enigerlei wijze zonder schriftelijke toestemming van Dell Inc. is ten strengste verboden. Handelsmerken die in deze tekst voorkomen: Dell, het DELL-logo en het Dell Toner Management System zijn handelsmerken van Dell Inc.;...
  • Pagina 7 Veiligheidsinformatie Deze waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen moeten eventuele beschadigingen aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Gebruik uw apparaat, net als andere elektrische toestellen, met gezond verstand. Neem alle waarschuwingen en instructies in acht die op het apparaat en in de bijbehorende documentatie worden vermeld.
  • Pagina 8 Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het stopcontact zware voorwerpen op. niet geaard is. Op het netsnoer trappen of het door een Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken. zwaar voorwerp pletten kan een elektrische schok of brand veroorzaken. Haal de stekker niet uit het stopcontact Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware door aan het netsnoer te trekken, en trek...
  • Pagina 9 Opgepast Bij het afdrukken van grote hoeveelheden kan de Trek het papier niet uit de printer tijdens het onderzijde van het uitvoergebied heet worden. Houd afdrukken. kinderen uit de buurt. Dit kan het apparaat beschadigen. Kinderen kunnen brandwonden oplopen. Houd uw hand niet tussen het apparaat en de Gebruik geen tang of scherpe metalen voorwerpen om papierlade.
  • Pagina 10 Sluit het netsnoer aan op een geaard stopcontact. Het apparaat zou kunnen vallen en Zo niet kan dit een elektrische schok of brand veroorzaken. verwondingen veroorzaken of het apparaat beschadigen. Het apparaat moet aangesloten worden op een spanningsbron met het spanningsniveau dat is aangegeven op het Sluit niet te veel apparaten op hetzelfde stopcontact of verlengsnoer label.
  • Pagina 11 Verwijder geen kleppen of beveiligingselementen die vastgeschroefd zijn. Het apparaat mag alleen door een medewerker van de technische dienst van Dell worden gerepareerd. Gebruik van verbruiksartikelen Opgepast Houd kinderen uit de buurt van de plaats waar Haal de tonercassette niet uit elkaar.
  • Pagina 12 Informatie over deze gebruikershandleiding Deze gebruikershandleiding bevat informatie over het gebruik van het apparaat. Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt. Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing (zie Problemen oplossen) als u problemen ondervindt bij gebruik van het apparaat. De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst (zie Verklarende...
  • Pagina 13 Deze Help biedt ondersteunende informatie over het printerstuurprogramma en instructies printerstuurprogramma voor de instelling van de afdrukopties (zie Help gebruiken). Als u toegang hebt tot het internet, kunt u help en ondersteuning raadplegen, en Dell-website stuurprogramma’s en bestelinformatie downloaden van de website van Dell, www.dell.com of support.dell.com.
  • Pagina 14 De functies van uw nieuwe laserproduct Uw nieuwe apparaat is uitgerust met een aantal speciale functies die de kwaliteit van de documenten die u afdrukt verbeteren. Speciale functies Afdrukken met een hoge snelheid en uitstekende kwaliteit U kunt afdrukken met een resolutie tot 1.200 x 1.200 dpi effectieve uitvoer. Uw apparaat kan per minuut tot 22 pagina’s van A4-formaat en 23 pagina’s van Letter-formaat afdrukken.
  • Pagina 15 Het apparaat voorziet alles wat u nodig hebt voor de verwerking van documenten: van afdrukken en kopiëren tot meer geavanceerde netwerkoplossingen voor uw bedrijf. Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van het model of het land. Functies per model omvatten: FUNCTIES Dell 1135n ● Afdrukken...
  • Pagina 16 ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) ● Kopie ● ● Netwerk PC-fax ● Fax naar PC (Dell Scan- en faxbeheer) ● Kiezen met de hoorn op de haak ● USB 2.0 ● Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN ● IPv6 ●...
  • Pagina 17 Inleiding Dit hoodstuk biedt een overzicht van uw apparaat. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Apparaatoverzicht Overzicht van het bedieningspaneel Informatie over de Status-LED Kennismaking met handige toetsen Het apparaat inschakelen Apparaatoverzicht Voorkant Deze illustratie kan afwijken van uw apparaat afhankelijk van het model. Handgreep in de 1 Documentinvoerklep 11 Documentuitvoerlade...
  • Pagina 18 1 Netwerkpoort 5 Aansluiting netsnoer 2 USB-poort 6 Achterklep 3 Aansluiting telefoonlijn 7 Handgreep van achterklep 4 Uitgang voor bijkomend telefoontoestel (EXT) Overzicht van het bedieningspaneel U kunt beide zijden van een identiteitsbewijs (bijv. een rijbewijs) kopiëren op één zijde van 1 ID Copy ( een vel (zie Identiteitskaart...
  • Pagina 19 Numeriek Hiermee kiest u faxnummers en voert u waarden in voor het aantal exemplaren van een toetsenblok document of andere opties. Address Book ( Hiermee kunt u vaak gekozen faxnummers opslaan of opgeslagen faxnummers zoeken. Redial/Pause ( Belt in stand-bymodus het laatst gebelde nummer opnieuw. Last in bewerkingsmodus tevens een pauze in het faxnummer in.
  • Pagina 20 Dell raadt gebruik van niet-originele Dell-tonercassettes af (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes). Dell kan de kwaliteit van niet-originele Dell-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Dell worden niet gedekt door de garantie van het apparaat.
  • Pagina 21 Om het apparaat volledig uit te schakelen, houdt u deze toets ingedrukt tot App uit verschijnt. Selecteer Ja om het apparaat volledig uit te schakelen. Deze toets kan ook worden gebruikt om het apparaat in te schakelen. Status Beschrijving Het apparaat bevindt zich in stand-bymodus. Het apparaat is uitgeschakeld.
  • Pagina 22 Aan de slag In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het met USB verbonden apparaat en de software instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: De hardware installeren Meegeleverde software Systeemvereisten Het stuurprogramma installeren voor een USB-apparaat Uw printer lokaal delen De ondersteunde opties en functies kunnen van model tot model verschillen.
  • Pagina 23 : dit is de meegeleverde op Windows gebaseerde software voor uw Windows multifunctioneel apparaat. Dell Scan- en faxbeheer: hier vindt u informatie over het programma Dell Scan- en faxbeheer en de status van het scanstuurprogramma. Toner voor de Dell 1135n multifunctionele laserprinter bestellen: het venster Toner voor de Dell 1133 multifunctionele laserprinter bestellen geeft ook het resterende tonerniveau aan en laat u toe om reservetonercassettes te bestellen.
  • Pagina 24 SetIP: met dit programma kunt u de TCP/IP-adressen van uw apparaat instellen. Hiermee kunt u een gescande afbeelding met behulp van een krachtig beeldbewerkingsprogramma bewerken en per e-mail verzenden. U kunt ook andere beeldbewerkingsprogramma’s openen vanuit SmarThru, zoals Adobe Photoshop. Raadpleeg de schermhulp van het programma SmarThru (zie SmarThru). Systeemvereisten Het systeem moet aan de volgende vereisten voldoen: Microsoft®...
  • Pagina 25 Windows Server® 2008 R2 10 GB processoren (2 GHz of sneller) (2.048 MB) Internet Explorer® 5.0 of hoger is vereist voor alle Windows-besturingssystemen. U moet beheerdersrechten hebben om de software te installeren. Dit apparaat is compatibel met Windows Terminal Services. Macintosh Vereisten (aanbevolen) BESTURINGSSYSTEEM...
  • Pagina 26 SuSE Linux Enterprise Desktop 9, 10 (32/64 bits) Debian 3.1, 4.0, 5.0 (32/64 bits) Processor Pentium® IV 2,4 GHz (Intel Core™2) 512 MB (1.024 MB) Vrije schijfruimt 1 GB (2 GB) U moet een swap-partitie van minstens 300 MB maken om met grote gescande afbeeldingen te kunnen werken.
  • Pagina 27 op Doorgaan of Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer. 3. Klik op Volgende. Selecteer de gewenste taal in de vervolgkeuzelijst. 4. Selecteer Typische installatie voor een lokale printer. Klik vervolgens op Volgende. Als u Aangepast selecteert, kunt u de aansluiting van het apparaat selecteren en kunt u kiezen welke onderdelen u wilt installeren.
  • Pagina 28 Controleer of het apparaat op uw computer is aangesloten en aan staat. b. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Onderhoud.
  • Pagina 29 Voor Mac OS X 10.5-10.6 klikt u op Default en zoekt u de USB-verbinding. 16. Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed werkt, selecteert u Dell in Printer Model en de naam van uw apparaat in Model Name.
  • Pagina 30 Dubbelklik op het pictogram Installer OS X. f. Voer het wachtwoord in en klik op OK. g. Het venster Dell Installer wordt geopend. Klik op Continue. h. Selecteer Uninstall en klik op Uninstall. i. Er verschijnt een bericht met de waarschuwing dat alle toepassingen worden afgesloten. Klik op Continue.
  • Pagina 31 Als het cd-romstation ingesteld is als secundaire master en de te koppelen locatie /mnt/cdrom is, [root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom [root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux [root@localhost Linux]#./install.sh Als de software-cd nog steeds niet wordt gestart, typt u het volgende in de juiste volgorde: [root@localhost root]#umount /dev/hdc [root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom Het installatieprogramma wordt automatisch gestart als AutoRun geïnstalleerd en geconfigureerd is.
  • Pagina 32 Als de cd-rom niet automatisch wordt gestart klikt u onderaan op het bureaublad op het pictogram . Wanneer het scherm Terminal verschijnt, typt u: Als het cd-romstation ingesteld is als secundaire master en de te koppelen locatie /mnt/cdrom is, [root@localhost root]#mount -t iso9660 /dev/hdc /mnt/cdrom [root@localhost root]#cd /mnt/cdrom/Linux [root@localhost Linux]#./uninstall.sh Het installatieprogramma wordt automatisch gestart als AutoRun geïnstalleerd en geconfigureerd is.
  • Pagina 33 In Windows 7 en Windows Server 2008 R2 selecteert u Eigenschappen van printer in het snelmenu. Als het item Eigenschappen van printer een ►-markering bevat, kunt u andere printerstuurprogramma’s die met de geselecteerde printer zijn verbonden selecteren. 6. Selecteer het tabblad Delen. 7.
  • Pagina 34 1. Installeer het printerstuurprogramma (zie Macintosh). 2. Open de map Applications > System Preferences en klik op Print & Fax. 3. Druk op het pictogram +. Er verschijnt een weergavescherm met de naam van uw gedeelde printer. 4. Selecteer uw apparaat en klik op Add.
  • Pagina 35 Netwerkinstallatie In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u het apparaat instelt dat via het netwerk aangesloten is en hoe u de software instelt. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Netwerkomgeving Introductie van handige netwerkprogramma’s Een bedraad netwerk gebruiken Het stuurprogramma installeren voor een apparaat dat met een netwerk is verbonden IPv6-configuratie Netwerkomgeving...
  • Pagina 36 Er zijn verschillende programma’s voorhanden om de netwerkinstellingen op een eenvoudige manier op te geven in een netwerkomgeving. Vooral voor de netwerkbeheerder is het mogelijk om meerdere apparaten op het netwerk te beheren. Stel het IP-adres in voor u de onderstaande programma’s in gebruik neemt. Embedded Web Service Een in uw netwerkapparaat geïntegreerde webserver laat u toe om: netwerkparameters voor het apparaat te configureren zodat u een verbinding kunt maken met diverse...
  • Pagina 37 MAC-adres:00:15:99:41:A2:78 IP-adres:192.0.0.192 IP-adres instellen Eerst moet u een IP-adres instellen voor het beheren van en afdrukken over het netwerk. In de meeste gevallen wordt een IP-adres automatisch toegewezen door een DHCP-server (Dynamic Host Configuration Protocol Server) die zich in het netwerk bevindt. In een aantal gevallen moet u het IP-adres handmatig instellen.
  • Pagina 38 1. Verbind uw apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel. 2. Zet het apparaat aan. 3. In het menu Start van Windows selecteert u Alle programma’s > Dell Printers > SetIP > SetIP. 4. Klik op het pictogram (derde van links) in het venster SetIP om het venster TCP/IP-parameter te openen.
  • Pagina 39 MAC-adres: zoek het MAC-adres in het netwerkconfiguratierapport en voer het hier in (zonder dubbele punten). Bijvoorbeeld: 00:15:99:29:51:A8 wordt dus 0015992951A8. IP-adres: voer hier een nieuw IP-adres voor uw printer in. Als het IP-adres van uw computer bijvoorbeeld 192.168.1.150 is, voert u 192.168.1.X in, waarbij X een getal tussen 1 en 254 dat verschilt van het getal uit het adres van de computer.
  • Pagina 40 Het programma SetIP zou tijdens de installatie van het printerstuurprogramma automatisch moeten zijn geïnstalleerd. 1. Druk het configuratierapport van het apparaat af om het MAC-adres van uw apparaat te vinden. 2. Open /opt/Dell/mfp/share/utils/. 3. Dubbelklik op het bestand SetIPApplet.html. 4. Klik hierop om het venster TCP/IP configuration te openen.
  • Pagina 41 Netwerkparameters instellen U kunt eveneens verschillende netwerkinstellingen opgeven met behulp van netwerkbeheerprogramma’s zoals Embedded Web Service. Standaardinstellingen terugzetten Mogelijk moet u de standaardfabrieksinstellingen terugzetten als het apparaat dat u gebruikt met een nieuwe netwerkomgeving wordt verbonden. De standaardfabrieksinstellingen terugzetten via het bedieningspaneel 1.
  • Pagina 42 Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van het cd-romstation en klik op OK. Als in Windows Vista, Windows 7 of Windows Server 2008 R2 het venster Automatisch afspelen verschijnt, klikt u op Uitvoeren Setup.exe in het veld Programma installeren of uitvoeren en vervolgens op Doorgaan of Ja in het venster Gebruikersaccountbeheer.
  • Pagina 43 5. Er verschijnt een lijst van de beschikbare printers in het netwerk. Selecteer in deze lijst de printer die u wilt installeren en klik op Volgende. Als uw printer niet in de lijst staat, klikt u op Bijwerken om de lijst te vernieuwen of selecteert u TCP/IP-poort toevoegen om uw printer aan het netwerk toe te voegen.
  • Pagina 44 Controleer of het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. b. Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Onderhoud.
  • Pagina 45 16. Typ de wachtrijnaam in het vak Queue Name. Als u de wachtrijnaam voor uw apparaatserver niet kunt bepalen, probeert u eerst de standaardwachtrij. 17. Als automatisch selecteren in Mac OS X 10.3 niet goed werkt, selecteert u Dell in Printer Model en de naam van uw apparaat in Model Name.
  • Pagina 46 4. Dubbelklik op de map Linux. 5. Dubbelklik op het pictogram install.sh. 6. Het installatievenster van Dell wordt geopend. Klik op Continue. 7. Het venster Add printer wizard wordt geopend. Klik op Next. 8. Selecteer Network printer en klik op de knop Search.
  • Pagina 47 Als het IPv6-netwerk niet lijkt te werken, stelt u alle netwerkinstellingen in op de standaardwaarden en probeert u het opnieuw (zie Standaardinstellingen terugzetten). Om de IPv6-netwerkomgeving te gebruiken, volgt u de onderstaande procedure om het IPv6-adres te gebruiken: 1. Verbind uw apparaat met het netwerk door middel van een netwerkkabel. 2.
  • Pagina 48 Stateless Address: door een netwerkrouter automatisch geconfigureerd IPv6-adres. Stateful Address: door een DHCPv6-server geconfigureerd IPv6-adres. Manual Address: door de gebruiker handmatig geconfigureerd IPv6-adres. DHCPv6-adresconfiguratie (Stateful) Als uw netwerk gebruikmaakt van een DHCPv6-server kunt u een van de volgende opties instellen voor standaard dynamische host-configuratie: 1.
  • Pagina 49 3. Voer de IPv6-adressen in (bijv. http://[FE80::215:99FF:FE66:7701]). De adressen moeten tussen "[]" (vierkante haken) worden geplaatst.
  • Pagina 50 2. Open Hulpprogramma Printerinstellingen uit het menu Start, selecteer Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma Printerinstellingen. 3. Klik op Instelling > Luchtdrukaanpassing. Selecteer de juiste waarde in de vervolgkeuzelijst en klik op Toepassen.
  • Pagina 51 Selecteer de juiste hoogte en klik op Toepassen. Als uw apparaat met een USB-kabel is aangesloten, stelt u de hoogte in de optie Luchtdrukcorr. op het display van het apparaat in. De weergavetaal wijzigen Voer de volgende stappen uit om de taal die op het display verschijnt te wijzigen. 1.
  • Pagina 52 7. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus. De klokmodus wijzigen U kunt uw apparaat zo instellen dat de tijd wordt weergegeven in de 12-uursnotatie of de 24-uursnotatie. 1. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 2.
  • Pagina 53 Belsignaal: stelt het volume van de beltoon in. Het beltoonvolume kunt u instellen op Uit, Laag, Midden of Hoog. Luidspreker, beltoon, toetsgeluid en alarmgeluid 1. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en druk op OK. 3.
  • Pagina 54 Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. U kunt speciale tekens invoeren, zoals een spatie, plusteken enzovoort. Meer informatie vindt u in het gedeelte hieronder.
  • Pagina 55 Cijfers of namen corrigeren Wanneer u zich bij het invoeren van een nummer of naam hebt vergist, drukt u op de pijl-links/rechts om het laatste cijfer of teken te wissen. Voer vervolgens het juiste cijfer of teken in. Een pauze invoegen Voor sommige telefooncentrales moet u eerst een toegangscode (bijvoorbeeld een 9) intoetsen en vervolgens wachten tot u een tweede kiestoon hoort.
  • Pagina 56 De standaardlade en het papier instellen U kunt de lade en het papier selecteren die u standaard wilt gebruiken voor uw afdruktaken. Op het bedieningspaneel Het papierformaat instellen 1. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en druk op OK. 3.
  • Pagina 57 7. Druk op OK om uw keuze op te slaan. 8. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus. Op de computer Windows 1. Klik op het menu Start in Windows. 2. In Windows 2000 selecteert u Instellingen > Printers. In Windows XP/2003 selecteert u Printers en faxen.
  • Pagina 58 6. Stel de juiste lade in van waaruit u wilt afdrukken. 7. Ga naar het paneel Paper. 8. Stel het papiertype in op basis van het papier dat in de lade werd geplaatst van waaruit u wilt afdrukken. 9. Klik op Print om het afdrukken te starten. Linux 1.
  • Pagina 59 Afdrukmedia en lade In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u originelen en afdrukmedia in uw apparaat plaatst. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Originelen voorbereiden Originelen plaatsen Afdrukmedia selecteren De grootte van de lade aanpassen Papier in de lade plaatsen Afdrukken op speciale media Papierformaat en -type instellen De papieruitvoersteun gebruiken...
  • Pagina 60 Als u een document wilt kopiëren, scannen of faxen, legt u het op de glasplaat of in de ADI (Automatische DocumentInvoer). Op de glasplaat van de scanner Zorg ervoor dat er geen originelen in de ADI liggen. Als een origineel wordt gedetecteerd in de ADI, zal het voorrang krijgen boven het origineel op de glasplaat.
  • Pagina 61 3. Stel de ADI in overeenkomstig het papierformaat. Stof op de glasplaat van de ADI kan zwarte strepen op de afdruk veroorzaken. Houd de glasplaat altijd schoon (zie Scannereenheid reinigen). Afdrukmedia selecteren U kunt afdrukken op verschillende afdrukmedia, zoals normaal papier, enveloppen, etiketten en transparanten. Gebruik uitsluitend afdrukmaterialen die voldoen aan de in deze gebruikershandleiding vermelde richtlijnen.
  • Pagina 62 Formaten van afdrukmedia die in elke modus worden ondersteund Modus Formaat Invoer Lade 1 Letter, A4, Legal, Oficio, Folio, Executive, ISO B5, JIS B5, Kopieermodus Lade voor handmatige A5, A6 invoer Lade 1 Afdrukmodus Alle formaten die het apparaat ondersteunt. Lade voor handmatige invoer Faxmodus...
  • Pagina 63 Druk de papierbreedtegeleider niet te hard tegen de rand van het papier omdat het papier daardoor kan buigen. Als u de breedtegeleider niet aanpast, kan het papier vastlopen. Gebruik geen papier met een krul van meer dan 6 mm. Papier in de lade plaatsen Lade 1 1.
  • Pagina 64 Plaats afdrukmaterialen met de te bedrukken zijde naar boven en de bovenrand eerst in de handmatige invoer en zorg ervoor dat het materiaal in het midden van de lade ligt. Plaats alleen afdrukmateriaal dat aan de specificaties voldoet. Zo voorkomt u papierstoringen en problemen met de afdrukkwaliteit (zie Specificaties van het afdrukmateriaal Strijk alle vervormingen in briefkaarten, enveloppes en etiketten glad vooraleer u ze in de lade voor...
  • Pagina 65 Types Lade 1 Lade voor handmatige invoer ● ● Normaal papier ● ● Dik papier ● ● Dun papier ● Bankpost ● Kleur ● Kaarten ● Etiketten ● Transparanten ● Envelop ● Voorbedrukt ● Katoen ● ● Kringlooppapier ● ● Archiefpapier (●: ondersteund, leeg: niet ondersteund) De mediatypes worden getoond in de Voorkeursinstellingen voor afdrukken Met de optie papiertype kunt u het...
  • Pagina 66 Bankpost: bankpostpapier van 105 tot 120 g/m Kleur: papier met gekleurde achtergrond van 75 tot 90 g/m Kaarten: kaarten van 90 tot 163 g/m Etiketten: etiketten van 120 tot 150 g/m Transparanten: transparanten van 138 tot 146 g/m Envelop: enveloppen van 75 tot 90 g/m Voorbedrukt: voorbedrukt papier/papier met briefhoofd van 75 tot 90 g/m Katoen: katoenpapier van 75 tot 90 g/m Kringlooppapier: kringlooppapier van 75 tot 90 g/m...
  • Pagina 67 Gebruik geen afgestempelde enveloppen. Gebruik geen enveloppen met sluithaakjes, knipsluitingen, vensters, gecoate binnenbekleding, zelfklevende sluitingen of andere synthetische materialen. Gebruik geen beschadigde enveloppen of enveloppen van slechte kwaliteit. Controleer of de naad aan beide uiteinden van de envelop helemaal doorloopt tot in de hoek. 1.
  • Pagina 68 ongeveer 170 °C. Schikking: gebruik uitsluitend etiketvellen waarvan het rugvel tussen de etiketten niet blootligt. Bij etiketvellen met ruimte tussen de etiketten kunnen de etiketten loskomen van het rugvel. Dit kan ernstige papierstoringen tot gevolg hebben. Krullen: voor het afdrukken moeten de etiketten plat worden gelegd en mogen ze niet meer dan 13 mm omkrullen.
  • Pagina 69 Voor u het briefhoofd/voorbedrukt papier in de lade plaatst, controleert u of de inkt op het papier droog is. Natte inkt kan tijdens het fixeerproces loskomen van het voorbedrukte papier, waardoor de afdrukkwaliteit afneemt. Foto Zorg ervoor dat u geen fotopapier voor inkjetprinters gebruikt. Dit kan het apparaat beschadigen. Glanzend Plaats één vel tegelijk in de lade voor handmatige invoer met de glanzende zijde naar boven.
  • Pagina 70 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Papierinstel. verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Type papier verschijnt en druk op OK. 5. Druk op de pijl-links/rechts om de gewenste papierlade te selecteren en druk op OK. 6.
  • Pagina 71 2. Druk op de pijl-links/rechts tot Systeeminst. verschijnt en druk op OK. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Onderhoud verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Papier stapel. verschijnt en druk op OK. 5. Druk op de pijl-links/rechts tot Aan verschijnt en druk op OK. 6.
  • Pagina 72 Afdrukken In dit hoofdstuk worden de meest gangbare afdruktaken toegelicht. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Eigenschappen van het printerstuurprogramma Eenvoudige afdruktaken Voorkeursinstellingen openen Help gebruiken Speciale kopieerfuncties gebruiken De standaardafdrukinstellingen wijzigen Uw apparaat als standaardapparaat instellen Afdrukken naar een bestand (PRN) Afdrukken in Macintosh Afdrukken in Linux De procedures in dit hoofdstuk zijn voornamelijk gebaseerd op Windows XP.
  • Pagina 73 ● Meerdere pagina’s per vel ● Afdruk aan pagina aanpassen ● Afdrukken vergroten en verkleinen ● Andere lade voor eerste pagina ● Watermerk ● Overlay ● Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) (●: ondersteund) Eenvoudige afdruktaken Afdrukken is mogelijk vanuit verschillende toepassingen in Windows, Macintosh of Linux. De exacte procedure kan verschillen per toepassing.
  • Pagina 74 4. Klik in het venster Afdrukken op OK of Afdrukken om de afdruktaak te starten. Als u Windows Internet Explorer gebruikt kunt u met Dell AnyWeb Print bovendien tijd besparen bij het maken of afdrukken van schermopnamen. Klik op Start > Alle programma’s > Dell Printers > Dell AnyWeb Print >...
  • Pagina 75 In Windows 7 of Windows Server 2008 R2 klikt u met uw rechtermuisknop op het pictogram van uw printer > contextmenu’s > Afdruktaken weergeven. Als het item Afdruktaken weergeven een ►-markering bevat, kunt u andere printerstuurprogramma’s die met de geselecteerde printer zijn verbonden selecteren. 4.
  • Pagina 76 Instelling vooraf ingesteld gebruiken Met de optie Instellingen vooraf die op elk tabblad maar niet op het tabblad Dell verschijnt kunt u de huidige voorkeurinstellingen opslaan voor toekomstig gebruik. Om een vooraf ingesteld item op te slaan: 1. Stel op elk tabblad de gewenste instellingen in.
  • Pagina 77 Als u informatie wilt zoeken aan de hand van een trefwoord, klikt u op het tabblad Dell in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken en voert u een trefwoord in op de invoerregel van de optie Help.
  • Pagina 78 3. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Pagina’s/vel het aantal pagina’s dat u per vel wilt afdrukken (2, 4, 6, 9 of 16). 4. Selecteer indien nodig de paginavolgorde in de vervolgkeuzelijst Paginavolgorde. 5. Als u rond iedere pagina een kader wilt afdrukken, selecteert u Paginakaders afdrukken. 6.
  • Pagina 79 2. Klik op het tabblad Basis en selecteer Boekje afdrukken in de vervolgkeuzelijst Type. 3. Klik op het tabblad Papier en selecteer Formaat, Invoer en Type. De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Om na te gaan welke papierformaten voor deze functie beschikbaar zijn, selecteert u het beschikbare papierformaat in de optie Formaat van het tabblad Papier.
  • Pagina 80 U kunt de grootte van een document wijzigen zodat het groter of kleiner wordt afgedrukt. Dat doet u door het gewenste percentage in te voeren. 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeursinstellingen openen).
  • Pagina 81 1. Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken (zie Voorkeursinstellingen openen). 2. Selecteer het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de keuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken wordt geopend. 3. Voer tekst in het vak Tekst watermerk in. U kunt tot 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
  • Pagina 82 met het briefhoofd af op uw document. Een nieuwe paginaoverlay maken Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of met een afbeelding. 1. Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
  • Pagina 83 gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw document wilt afdrukken. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt. 7. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
  • Pagina 84 Aan: selecteer deze optie als u wilt dat de printer minder toner per pagina verbruikt. Uit: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten. 3. Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. De standaardafdrukinstellingen wijzigen 1.
  • Pagina 85 In Windows 7 en Windows Server 2008 R2. Als het item Als standaardprinter instellen een ►-markering bevat, kunt u andere printerstuurprogramma’s die met de geselecteerde printer zijn verbonden selecteren. Afdrukken naar een bestand (PRN) Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een bestand. Ga als volgt te werk om een bestand aan te maken: 1.
  • Pagina 86 1. Open het document dat u wilt afdrukken. 2. Open het menu File en klik op Page Setup. 3. Selecteer papierformaat, afdrukstand, schaal en andere opties, en zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK. 4. Open het menu File en klik op Print. 5.
  • Pagina 87 Layout Op het tabblad Layout vindt u opties waarmee u de afdruklay-out van het document kunt aanpassen. U kunt verschillende pagina’s op één vel papier afdrukken. Selecteer Layout in de vervolgkeuzelijst onder Orientation om toegang te krijgen tot de volgende functies. Pages per Sheet: hier kunt u opgeven hoeveel pagina’s op één vel worden afgedrukt (zie Meerdere pagina’s op één vel papier...
  • Pagina 88 Off: selecteer deze optie als u geen toner wilt besparen bij het afdrukken van documenten. Meerdere pagina’s op één vel papier afdrukken U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
  • Pagina 89 Graphics: op dit tabblad kunt u afbeeldingsopties instellen voor het afdrukken van afbeeldingsbestanden, zoals kleuropties en grootte of positie van de afbeelding. Advanced: op dit tabblad kunt u de afdrukresolutie, het papier, de papierbron en speciale afdrukfuncties instellen. Als een optie is uitgegrijsd, wordt die optie niet ondersteund. 5.
  • Pagina 90 tabblad opnieuw configureren. Driver: op dit tabblad kunt u een ander apparaatstuurprogramma bekijken of selecteren. Klik op Options als u de standaardopties van het apparaat wilt instellen. Jobs: op dit tabblad kunt u de lijst met afdruktaken weergeven. Klik op Cancel job om de geselecteerde taak te annuleren.
  • Pagina 91 Kopiëren In dit hoofdstuk wordt stap voor stap uitgelegd hoe u documenten kopieert. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Normaal kopiëren De instellingen per kopie wijzigen De standaardkopieerinstellingen wijzigen Bijzondere kopieerfuncties gebruiken Beslissen over de vorm van het gekopieerde resultaat Time-out voor kopiëren instellen Ondersteunde optionele apparaten en functies verschillen mogelijk afhankelijk van uw printermodel.
  • Pagina 92 het apparaat klaar is met kopiëren. De helderheid aanpassen Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken. 1. Druk op Copy ( ) op het bedieningspaneel. 2.
  • Pagina 93 Zo maakt u een keuze uit de vooraf ingestelde kopieerformaten: 1. Druk op Copy ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Kopieerfunctie verschijnt en druk op OK. 4.
  • Pagina 94 7. Herhaal stappen 5 en 6 tot u klaar bent. 8. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus. Wanneer u tijdens het instellen van de kopieeropties op Stop/Clear ( ) drukt, worden de gewijzigde instellingen geannuleerd en worden de standaardinstellingen hersteld. Bijzondere kopieerfuncties gebruiken U kunt de volgende kopieerfuncties gebruiken: Identiteitskaart kopiëren...
  • Pagina 95 bymodus. 2 of 4 pagina’s per vel kopiëren (N-up) Hiermee worden de originele afbeeldingen verkleind en worden 2 of 4 pagina’s afgedrukt op één vel papier. 1. Druk op Copy ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel.
  • Pagina 96 Klonen De originele afbeelding wordt meerdere keren afgedrukt op één pagina. Het aantal afbeeldingen per vel wordt automatisch bepaald op basis van de grootte van het origineel en het papierformaat. Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar als u via de glasplaat kopieert. 1.
  • Pagina 97 U kunt het apparaat zo instellen dat de kopieën worden gesorteerd. Als u bijvoorbeeld 2 kopieën wilt maken van een document met 3 pagina’s, krijgt u eerst één volledige kopie van het 3 pagina’s tellende document en vervolgens een tweede volledige kopie. 1.
  • Pagina 98 Originelen inscannen en naar uw computer verzenden (Naar pc scan.) U kunt een afbeelding scannen op het apparaat via het programma Dell Scan- en faxbeheer dat geïnstalleerd is op uw met een netwerk verbonden computer. Voor een via USB aangesloten apparaat...
  • Pagina 99 De gescande afbeelding wordt op de computer opgeslagen in de map Mijn documenten > Mijn afbeeldingen > Dell. Met het TWAIN-stuurprogramma kunt u snel scannen in het programma Dell Scan- en faxbeheer. U kunt ook scannen door te drukken op Start > Configuratiescherm > Dell Scan- en faxbeheer > Snel scannen in Windows.
  • Pagina 100 1. Controleer of uw apparaat en uw computer met een netwerk zijn verbonden en dat Dell Scan- en faxbeheer op uw computer is geïnstalleerd. 2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte zijde naar onder.
  • Pagina 101 Als u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd, is het programma Dell Scan- en faxbeheer ook geïnstalleerd. Start het programma Dell Scan- en faxbeheer voor meer informatie over dit programma en over de status van het geïnstalleerde scanstuurprogramma. Met dit programma kunt u de scaninstellingen wijzigen en mappen waarin de gescande documenten op uw computer worden opgeslagen toevoegen of verwijderen.
  • Pagina 102 Computer-id: geeft de status van uw computer weer. Doelmap: hiermee kunt u de locatie van de standaard opslagmap kiezen. Resolutie: hiermee kunt u de scanresolutie instellen. Scankleur: hiermee kunt u de scankleur instellen. Scanformaat: hiermee kunt u het scanformaat instellen. ADI, dubbelzijdig: hiermee worden automatisch beide zijden gescand.
  • Pagina 103 Het WIA-stuurprogramma werkt alleen onder Windows XP/Vista en via een USB-poort. Windows XP 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte zijde naar onder.
  • Pagina 104 7. Klik op Scannen. Als u de scantaak wilt annuleren, klikt u op de knop Annuleren in de Wizard Scanner en camera. Windows 7 1. Zorg ervoor dat het apparaat op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is. 2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte zijde naar onder.
  • Pagina 105 Als u niet kunt scannen moet u Mac OS bijwerken naar de laatste versie. Scannen werkt correct in Mac OS X 10.4.7 of hogere versies. Gebruik TWAIN-compatibele software om meer scanopties toe te passen. U kunt ook TWAIN-compatibele software gebruiken, zoals Adobe Photoshop. Scannen over het netwerk kan alleen via TWAIN UI.
  • Pagina 106 selecteren, de apparaatopties instellen en de scantaak tegelijkertijd starten. 4. Klik op Properties. 5. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte zijde naar onder. (Zie Originelen plaatsen.)
  • Pagina 107 De instellingen worden toegevoegd aan de vervolgkeuzelijst Saved Settings. Zo slaat u instellingen op voor de volgende scantaak: 1. Selecteer de gewenste instelling in de vervolgkeuzelijst Job Type. 2. De volgende keer dat u het venster Scanner Properties opent, zijn de opgeslagen instellingen automatisch geselecteerd voor de scantaak.
  • Pagina 108 Rotate vervolgkeuzelijst. Flip Hiermee kunt u de afbeelding horizontaal of verticaal spiegelen. Hiermee kunt u de helderheid of het contrast van de afbeelding aanpassen of de Brightness afbeelding omkeren. Properties Hiermee kunt u de eigenschappen van de afbeelding weergeven. Raadpleeg de schermhulp voor meer informatie over de toepassing Image Manager.
  • Pagina 109 Faxen Dit hoofdstuk bevat informatie over het gebruik van uw apparaat als fax. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Voorbereiden om te faxen Een fax in uw computer gebruiken Een fax verzenden met uw apparaat Een fax ontvangen met uw apparaat De documentinstellingen aanpassen Een fax doorsturen naar een andere bestemming Adresboek aanmaken...
  • Pagina 110 Als u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd, is het programma Dell Scan- en faxbeheer ook geïnstalleerd. Start het programma Dell Scan- en faxbeheer voor meer informatie over dit programma en over de status van het geïnstalleerde stuurprogramma. Met dit programma kunt u de faxinstellingen wijzigen en mappen waarin de gefaxte documenten op uw computer worden opgeslagen toevoegen of verwijderen.
  • Pagina 111 Een fax verzenden met uw apparaat In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u een fax verzendt en welke bijzondere verzendmethoden u kunt gebruiken. U kunt originelen op de glasplaat van de scanner of in de ADI plaatsen (zie Originelen plaatsen). Als er zich zowel originelen in de ADI als op de glasplaat van de scanner bevinden, worden de originelen in de ADI eerst gelezen omdat de ADI een hogere prioriteit heeft bij het scannen.
  • Pagina 112 Als u een fax verzendt vanaf de glasplaat van de scanner, verschijnt er een bericht waarin u wordt gevraagd een volgende pagina in te voeren. Een fax handmatig verzenden Bij deze methode wordt er een fax verzonden met behulp van On Hook Dial op het bedieningspaneel. 1.
  • Pagina 113 2. Het apparaat begint automatisch met verzenden wanneer een origineel in de ADI wordt geplaatst. Als een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK. Zodra u klaar bent, selecteert u Nee op de vraag Nog een pagina? Groepsverzending (faxen naar meerdere bestemmingen verzenden) Met de functie Groepsverzending kunt u een fax naar meerdere bestemmingen verzenden.
  • Pagina 114 2. Plaats originelen in de ADI met de bedrukte zijde naar boven, of plaats een enkel origineel op de glasplaat van de scanner met de bedrukte zijde naar onder. 3. Stel de gewenste resolutie en tonersterkte voor uw fax in (zie De documentinstellingen aanpassen).
  • Pagina 115 1. Plaats de originelen die u wilt toevoegen en pas indien nodig de documentinstellingen aan. 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Pag. toevoegen verschijnt en druk op OK. 5.
  • Pagina 116 meer informatie zie Adresboek aanmaken. 8. Voer de gewenste taaknaam in en druk op OK. Het document wordt in het geheugen opgeslagen voor het wordt verzonden. 9. Als er een origineel op de glasplaat ligt, selecteert u Ja om een andere pagina toe te voegen. Plaats een ander origineel en druk op OK.
  • Pagina 117 Sluit een antwoordapparaat aan op de EXT-uitgang aan de achterkant van het apparaat om de Ant/Fax-modus te gebruiken. Maak gebruik van de veilige ontvangstmodus als u niet wilt dat anderen de door u ontvangen documenten kunnen bekijken. In deze modus worden alle inkomende faxen in het geheugen opgeslagen.
  • Pagina 118 belsignalen. Deze functie wordt vaak gebruikt in callcenters waar het bij druk telefoonverkeer van belang is om te weten welk nummer iemand heeft gekozen om de oproep correct te kunnen beantwoorden. Met de DRPD-functie (beltoonherkenning) kan uw apparaat "leren" welk belpatroon u door het faxapparaat wilt laten beantwoorden.
  • Pagina 119 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Veilige ontv. verschijnt en druk op OK. 5. Druk op de pijl-links/rechts tot Aan verschijnt en druk op OK. 6.
  • Pagina 120 Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een optimaal resultaat. Resolutie De standaarddocumentinstellingen leveren goede resultaten voor een normaal tekstdocument. Als u echter originelen verstuurt die foto’s bevatten of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax van een betere kwaliteit te versturen.
  • Pagina 121 Tonersterkte U kunt de helderheid van het originele document selecteren. 1. Druk op Fax ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en druk op OK. 4.
  • Pagina 122 ingesteld. 1. Druk op Fax ( ) op het bedieningspaneel. 2. Druk op Menu ( ) op het bedieningspaneel. 3. Druk op de pijl-links/rechts tot Faxfunctie verschijnt en druk op OK. 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Fax verschijnt en druk op OK. 5.
  • Pagina 123 6. Voer de gewenste naam in en druk op OK. Tekens via het numerieke toetsenblok invoeren voor meer informatie over het invoeren van alfanumerieke tekens. 7. Voer het faxnummer in dat u wilt opslaan en druk op OK. 8. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus.
  • Pagina 124 4. Druk op de pijl-links/rechts tot Groepsnummer verschijnt en druk op OK. 5. Voer een groepskiesnummer in tussen 0 en 99 en druk op OK. Als een item reeds is opgeslagen in het door u gekozen nummer, toont het display het bericht dat u het kunt veranderen.
  • Pagina 125 Om een groepskiesnummer te gebruiken, moet u het opzoeken in het geheugen en selecteren. Druk op Address Book wanneer u tijdens het versturen van een fax wordt gevraagd om een faxnummer in te voeren. Zie onder. Een item in het adresboek zoeken U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen opzoeken.
  • Pagina 126 Selecteer Id zoeken om een item te zoeken via de eerste letters van de naam. 6. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste naam verschijnt en druk op OK. Of voer de eerste letters in. Druk op de pijl-links/rechts tot de gewenste naam verschijnt en druk op OK. 7.
  • Pagina 127 Status van het apparaat en geavanceerde instellingen In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde instellingen instelt. Lees dit hoofdstuk aandachtig door zodat u de verschillende functies van het apparaat optimaal kunt gebruiken.
  • Pagina 128 Als de lijn van de ontvangende fax bezet is kan uw apparaat het faxnummer automatisch Opn. kiezen na opnieuw kiezen. U kunt het interval tussen de kiespogingen instellen. U kunt een prefix van maximaal vijf cijfers instellen. Dit nummer wordt dan altijd gekozen Kenget.
  • Pagina 129 Met deze optie drukt het apparaat automatisch het paginanummer en de ontvangstdatum en -tijd Ontv.g. stemp. af op iedere pagina van een ontvangen fax. Met deze code kunt u een fax ontvangen vanaf een bijkomend telefoontoestel dat aangesloten is Startc. ontv. op de EXT-uitgang aan de achterkant van het apparaat.
  • Pagina 130 Het wijzigen van de resolutie-instellingen heeft gevolgen voor het uiterlijk van het ontvangen document. Standaard: originelen met tekens van normale grootte. Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen die met een matrixprinter zijn afgedrukt. Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat waarmee u communiceert deze resolutie ondersteunt.
  • Pagina 131 7. Herhaal stappen 4 tot en met 6 tot u klaar bent. 8. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus. Standaardwaarde wijzigen Optie Beschrijving Exemplaren U kunt het aantal kopieën wijzigen met behulp van het numerieke toetsenblok. U kunt het apparaat zo instellen dat de kopieën worden gesorteerd.
  • Pagina 132 Telefoonlijst Deze lijst toont alle in het geheugen van het apparaat opgeslagen faxnummers. Dit rapport vermeldt het faxnummer, het aantal pagina’s, de verzendduur, de communicatiemodus en het resultaat van de communicatie voor een specifieke faxtaak. Transm.rapport U kunt uw apparaat zo instellen dat het na elke faxtaak automatisch een verzendrapport afdrukt (zie Verzending).
  • Pagina 133 Afhankelijk van uw opties of model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat. Optie Beschrijving Alle instel. Wist alle gegevens uit het geheugen en herstelt de standaardinstellingen. Faxinstel.
  • Pagina 134 Selecteer het protocol en de configuratieparameters die u wilt gebruiken in de netwerkomgeving. TCP/IP (IPv4) Er moet een groot aantal parameters worden ingesteld. Als u niet weet hoe u een parameter moet instellen, laat u deze ongewijzigd of neemt u contact op met de netwerkbeheerder.
  • Pagina 135 Aant. kiespog. Opn. kiezen na Kenget. kiezen ECM-modus Transm.rapport TCR voor afb. Kiesmodus Ontvangst Ontvangstmodus Faxinstel. Opn. na bels. Ontv.g. stemp. Startc. ontv. Aut. verklein. Grootte neger. Inst. ong. fax DRPD-modus St.inst. wijz. Resolutie Tonersterkte Autom. rapport Verkl./vergr. Tonersterkte Kopieerfunctie Oorspr.
  • Pagina 136 Verkl./vergr. Tonersterkte Oorspr. type Apparaatinst. Apparaat-id Nr. van faxap. Datum en tijd Klokmodus Taal Standaardmodus Energ.spaarst. Time-out Time-out taak Luchtdrukcorr. Tonerbesparing Papierinstel. Papierformaat Type papier Papierinvoer Geluid/Volume Toetsgeluid Waarsch.geluid Luidspreker Belsignaal Rapport Alle rapporten Systeeminst. Configuratie Telefoonlijst Transm.rapport Verzendrapport...
  • Pagina 137 Rap. ontv. fax Geplande taken Rap. ong. fax. Netwerkinform. Onderhoud Toner Op wis. Gebruiksduur Ws tr bijna op Serienummer Papier stapel. Instel. wissen Alle instel. Faxinstel. Kopieerinstel. Scaninstel. Systeeminst. Netwerkinstel. Telefoonlijst Verzendrapport Ontvangstrapp. TCP/IP (IPv4) DHCP BOOTP Statisch TCP/IP (IPv6) Netwerk IPv6 activeren DHCPv6 config...
  • Pagina 139 Beheerprogramma’s In dit hoofdstuk worden de verschillende beheerprogramma’s voorgesteld. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Introductie van handige beheerprogramma’s Gebruiken Embedded Web Service Printerstatusmonitor SmarThru Gebruik in Linux van de Unified Driver Configurator Introductie van handige beheerprogramma’s De onderstaande programma’s helpen u om uw apparaat op een gebruiksvriendelijke wijze te gebruiken. Gebruiken Embedded Web Service Printerstatusmonitor SmarThru...
  • Pagina 140 Overzicht van Embedded Web Service Tabblad Informatie: op dit tabblad ziet u algemene informatie over uw apparaat. U kunt allerlei dingen controleren, zoals het IP-adres van het apparaat, de resterende hoeveelheid toner, ethernetinformatie, de firmwareversie enz. U kunt ook rapporten afdrukken, zoals een foutenrapport. Tabblad Apparaatinstellingen: met dit tabblad kunt u opties instellen die beschikbaar zijn op uw apparaat.
  • Pagina 141 Open Printerstatusmonitor uit het menu Start, selecteer Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Printerstatusmonitor. Het programma Printerstatusmonitor toont de huidige status van de printer, het resterende tonerniveau in de tonercassette(s) en een boel andere gegevens.
  • Pagina 142 Als u Windows gebruikt, opent u Hulpprogramma voor het updaten van de firmware uit het menu Start en selecteert u Programma’s of Alle programma’s > Dell > Dell Printers > naam van uw printerstuurprogramma > Hulpprogramma voor het updaten van de firmware.
  • Pagina 143 Selecteer in het menu Start Programma’s of Alle programma’s. b. Selecteer Dell Printers > SmarThru 4 > Uninstall SmarThru 4. c. Lees de verklaring en klik op OK als u wordt gevraagd om uw keuze te bevestigen.
  • Pagina 144 De Unified Driver Configurator openen 1. Dubbelklik op het pictogram voor Unified Driver Configurator op het bureaublad. U kunt ook op pictogram van het menu Startup klikken en Dell Unified Driver > Unified Driver Configurator selecteren. 2. Druk op de knoppen links om over te schakelen naar het overeenkomstige configuratievenster.
  • Pagina 145 Printers configuration Printers configuration telt twee tabbladen: Printers en Classes. Tabblad Printers Klik op het pictogram van het apparaat links in het venster Unified Driver Configurator om de printerconfiguratie van het huidige systeem weer te geven. 1 Schakelt over naar Printers configuration. 2 Hier worden alle geïnstalleerde apparaten weergegeven.
  • Pagina 146 In dit venster kunt u de status van scanners controleren, een lijst met geïnstalleerde apparaten van Dell weergeven, eigenschappen van apparaten wijzigen en afbeeldingen scannen. 1 Schakelt over naar Scanners configuration. 2 Hiermee geeft u alle geïnstalleerde scanners weer. 3 Hiermee toont u leverancier, model en type van de scanner.
  • Pagina 147 Onderhoud In dit hoofdstuk vindt u informatie over het onderhoud van het apparaat en de tonercassette. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Een rapport met apparaatgegevens afdrukken De levensduur van de verbruiksartikelen controleren Waarschuwing Toner bijna op gebruiken Het serienummer zoeken Het apparaat reinigen De tonercassette bewaren...
  • Pagina 148 4. Klik op Instelling > Toner bijna op. Selecteer de gewenste instelling en klik vervolgens op Toepassen. Het serienummer zoeken Als u contact opneemt met de klantenservice of als u zich als gebruiker registreert op de website van Dell, moet u het serienummer van uw apparaat opgeven. U vindt dit nummer als volgt: 1.
  • Pagina 149 6. Druk op Stop/Clear ( ) om terug te keren naar stand-bymodus. Het apparaat reinigen Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de levensduur van uw apparaat te verlengen.
  • Pagina 150 Dell-tonercassette te garanderen. Bewaar deze cassette op dezelfde plaats als waar de printer wordt gebruikt, in het ideale geval een kantoor waar de temperatuur en vochtigheid worden geregeld.
  • Pagina 151 Gebruik van tonercassettes van andere merken en bijgevulde tonercassettes Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Dell in uw printer wordt door Dell niet aangeraden noch goedgekeurd. Hetzelfde geldt voor generieke, bijgevulde of gereviseerde tonercassettes, alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
  • Pagina 152 Problemen oplossen In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u bepaalde problemen kunt oplossen. In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Toner herverdelen Vastgelopen originelen verwijderen Tips om papierkrulling te vermijden Tips om papierstoringen te voorkomen Papierstoringen verhelpen Informatie over berichten op het display Andere problemen oplossen Toner herverdelen Als de tonercassette bijna leeg is:...
  • Pagina 153 5. Sluit de voorklep. Controleer of de klep goed dicht is. Vastgelopen originelen verwijderen Als een origineel vastloopt in de ADI, verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display. Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt. Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen.
  • Pagina 154 Doe dit enkel als de afdruk meer dan 20 mm omgekruld is. Tips om papierstoringen te voorkomen U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Raadpleeg de volgende richtlijnen als er een papierstoring optreedt. Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie Papier in de lade plaatsen).
  • Pagina 155 Als het papier niet beweegt als u eraan trekt, of als er geen papier te zien is in dit deel van de printer, controleert u de fixeereenheid rond de tonercassette (zie Binnenin het apparaat). 4. Schuif lade 1 terug in het apparaat tot ze vastklikt. De printer gaat automatisch door met afdrukken. In de lade voor handmatige invoer Klik op deze koppeling om een filmpje te openen over het verwijderen van vastgelopen papier.
  • Pagina 156 4. Duw de hendels naar beneden en verwijder het papier. 1. Hendel Wanneer u geen vastgelopen papier ziet, gaat u naar de volgende stap. 5. Duw de hendels van de fixeereenheid naar beneden en verwijder het papier. Zet de hendels terug in de oorspronkelijke stand. Het gebied rond de fixeereenheid is heet.
  • Pagina 157 [COMM.-fout] communicatieprobleem. verzenden. Het apparaat heeft een fax ontvangen van een De ontvangen faxgegevens worden verwijderd. [Incompatibel] nummer dat is geregistreerd als een ongewenst Controleer de instellingen voor ongewenste faxnummer. faxnummers. Zie pagina 50. Het ontvangende faxapparaat antwoordt niet [Lijn bezet] Wacht enkele minuten en probeer het opnieuw.
  • Pagina 158 De voorklep is niet goed vergrendeld. Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken. Sluit klep. De aangegeven tonercassettes is aan het eind van haar geschatte gebruiksduur. De printer stopt met afdrukken. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette.
  • Pagina 159 Geen antwoord verschillende pogingen niet op. faxapparaat aan staat. Vervang de desbetreffende tonercassette door een TC niet De tonercassette is niet geschikt voor dit originele Dell-cassette (zie De tonercassette apparaat. comp. vervangen). Zodra het papier uit de uitvoerlade is verwijderd, gaat de printer door met afdrukken.
  • Pagina 160 De tonercassette is bijna aan het eind van de Vervang toner tonercassette vervangen). geschatte gebruiksduur. Dell raadt het gebruik van niet- originele Dell-tonercassettes af (bijv. bijgevulde of gereviseerde tonercassettes). Dell kan de kwaliteit van niet-originele Dell-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en...
  • Pagina 161 Problemen met papierinvoer. Zie Afdrukproblemen. Problemen met de afdrukkwaliteit. Problemen met kopiëren. Problemen met scannen. Problemen met faxen. Probleem met Dell Scan- en faxbeheer. Veelvoorkomende problemen onder Windows. Veelvoorkomende problemen onder Linux. Veelvoorkomende problemen onder Macintosh. Systeemproblemen Probleem Voorgestelde oplossingen Zet het apparaat uit/aan.
  • Pagina 162 Maak de kabel van het apparaat los en sluit Het apparaat krijgt geen stroom, hem opnieuw aan. of de verbindingskabel tussen de computer en het apparaat Lokaal afdrukken is niet goed aangesloten. Voor afdrukken via het netwerk (alleen netwerkmodel) Problemen met papierinvoer Probleem Voorgestelde oplossingen Papier loopt vast tijdens...
  • Pagina 163 U gebruikt een verkeerde papiersoort. Gebruik alleen papier dat aan de specificaties van het apparaat voldoet (zie Specificaties van het afdrukmateriaal Het papier blijft vastlopen. Er zitten mogelijk materiaalresten in het apparaat. Open de voorklep en verwijder eventuele resten. Als een origineel niet wordt ingevoerd in het apparaat, moet de rubbermat van de ADI mogelijk worden vervangen.
  • Pagina 164 De verbindingskabel Sluit de kabel indien mogelijk aan op een andere computer die tussen de computer en naar behoren werkt en druk een document af. U kunt ook het apparaat is mogelijk proberen om een andere kabel te gebruiken. defect. Controleer de printerinstellingen in Windows om vast te stellen De poortinstelling is of de afdruktaak naar de juiste poort wordt gestuurd.
  • Pagina 165 De helft van de pagina is leeg. Het ingestelde Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het papierformaat stemt niet printerstuurprogramma overeenstemt met het papier in de overeen met het formaat papierlade. Controleer of het papierformaat dat is ingesteld in het van het papier in de printerstuurprogramma overeenstemt met het papier dat is lade.
  • Pagina 166 niet goed afgedrukt. De resolutie van de foto Maak de foto kleiner. Als u de foto in de softwaretoepassing De afbeeldingen zijn is erg laag. vergroot, vermindert de resolutie. niet duidelijk. Het gebruik van Er komt voor het geperforeerd papier kan afdrukken stoom uit aanleiding geven tot de het apparaat ter...
  • Pagina 167 Het papierpad is mogelijk aan een reinigingsbeurt toe. Neem contact op met een medewerker van de klantenservice. Als op willekeurige plaatsen vage, doorgaans ronde, plekken verschijnen: Er zit mogelijk een slecht vel tussen het papier. Druk het document opnieuw af. Het vochtgehalte van het papier is niet op alle plaatsen gelijk of het papier bevat vochtplekken.
  • Pagina 168 Als er tonervlakken op de pagina verschijnen: Reinig de binnenkant van het apparaat (zie De binnenkant reinigen). Tonervlekken Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier (zie Specificaties van het afdrukmateriaal Verwijder de tonercassette en plaats een nieuwe (zie De tonercassette vervangen).
  • Pagina 169 Let erop dat de geleiders niet te dicht en niet te ver af staan van de stapel papier. Plaats het papier op de juiste manier in de lade. Controleer de papiersoort en de kwaliteit van het papier. Papier kan Gekruld of gegolfd krullen als de temperatuur of de vochtigheid te hoog is (zie Specificaties van het afdrukmateriaal...
  • Pagina 170 Misschien drukt u af op de verkeerde kant van het papier. Verwijder het papier en draai het om. Mogelijk voldoet het papier niet aan de papierspecificaties (zie Specificaties van het afdrukmateriaal Controleer bij horizontale zwarte strepen of vegen het volgende: De tonercassette werd mogelijk verkeerd geplaatst.
  • Pagina 171 boven. Kopie staat scheef. Controleer of het kopieerpapier op de juiste manier in het apparaat werd geplaatst. Afgedrukte kopieën zijn Controleer of het origineel op de glasplaat ligt met de bedrukte zijde naar onder of blanco. in de automatische documentinvoer met de bedrukte zijde naar boven. Vervang het papier in de lade door papier uit een nieuw pak.
  • Pagina 172 Kijk of het apparaat tegelijkertijd ontvangen gegevens afdrukt. Wacht in dat geval met scannen tot de afdruktaak is voltooid. Het scannen van afbeeldingen kost meer tijd dan het scannen van tekst. Het apparaat doet erg De communicatiesnelheid kan laag zijn in de scanmodus omdat er veel lang over een scan.
  • Pagina 173 De in het geheugen Controleer of de nummers correct in het geheugen zijn opgeslagen. Een opgeslagen nummers worden adresboeklijst afdrukken (zie Adresboek aanmaken). verkeerd gekozen. Controleer of het papier niet gekreukt is en zorg dat u het op de juiste wijze invoert.
  • Pagina 174 Probleem met Dell Scan- en faxbeheer Probleem doe het volgende Dell Scan- en faxbeheer Controleer uw systeemvereisten. Dell Scan- en faxbeheer werkt in Windows (zie werkt niet. Systeemvereisten). Veelvoorkomende problemen onder Windows Probleem Voorgestelde oplossingen Sluit alle softwaretoepassingen af. Verwijder alle software uit de Tijdens de installatie verschijnt printerprogrammagroep en start Windows opnieuw op.
  • Pagina 175 Controleer of het printerstuurprogramma is geïnstalleerd. Open Unified Driver Configurator en selecteer het tabblad Printers in Printers configuration om de lijst met beschikbare printers weer te geven. Controleer of het apparaat in de lijst staat. Als dit niet zo is, opent u Add new printer wizard om uw apparaat in te stellen.
  • Pagina 176 open port worden gewijzigd en proberen vervolgens de taak vanaf het begin opnieuw uit te voeren. Aangezien device file" Unified Linux Driver de poort tijdens het afdrukken vergrendelt, blijft deze vergrendeld door het verschijnt abrupte afbreken van het stuurprogramma zodat de poort niet beschikbaar is voor volgende bij het afdruktaken.
  • Pagina 177 meer tijd in beslag. Het document is afgedrukt, maar de afdruktaak is Werk uw Mac OS-versie bij tot Mac OS X 10.3.3 of hoger. niet verdwenen uit de wachtrij in Mac OS X 10.3.2. Mac OS kan het lettertype niet maken bij het afdrukken van Bepaalde letters worden niet normaal weergegeven het voorblad.
  • Pagina 178 Aankoopmogelijkheden Als u door Dell goedgekeurde verbruiksartikelen en accessoires wilt bestellen, ga dan naar www.dell.com/supplies of neem contact op met de lokale Dell-verdeler bij wie u uw apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.dell.com support.dell.com en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de klantendienst.
  • Pagina 179 Dell raadt het gebruk van niet-originele Dell-tonercassettes af (bijv. bijgevulde of gereviseerde tonercassettes). Dell kan de kwaliteit van niet-originele Dell-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan die van Dell worden niet gedekt door de garantie van het apparaat.
  • Pagina 180 zodat u de onderzijde niet hoeft aan te raken. 7. Houd de tonercassette bij de handgreep vast en plaats de cassette voorzichtig in de opening van het apparaat. De nokken aan de zijkanten van de cassette en de corresponderende groeven in het apparaat leiden de cassette in de juiste positie tot ze vastklikt.
  • Pagina 181 Specificaties In dit hoofdstuk vindt u de volgende onderwerpen: Hardwarespecificaties Milieuspecificaties Electrische specificaties Specificaties van het afdrukmateriaal De specificaties zijn hieronder vermeld en kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. www.dell.com support.dell.com/manuals voor mogelijke informatiewijzigingen. Hardwarespecificaties Item Beschrijving Hoogte 318,9 mm...
  • Pagina 182 Kopieermodus (glasplaat van de scanner) 50 dB (A) Kopieermodus (documentinvoer) 52 dB (A) Activiteit 10 tot 32 °C Temperatuur Opslag (zonder verpakking) 0 tot 40 °C Activiteit 20 tot 80% RV Relatieve luchtvochtigheid Opslag (zonder verpakking) 10 tot 80% RV Geluidsdrukniveau, ISO 7779.
  • Pagina 183 Specificaties van het afdrukmateriaal Gewicht van het afdrukmateriaal /capaciteit Type Formaat Afmetingen Lade voor Papierlade 1 handmatige invoer 216 × Letter 279 mm 216 × Legal 356 mm 60 tot 120 g/m 216 × US Folio vellen 330 mm 80 g/m 210 ×...
  • Pagina 184 191 mm 105 × Env. nr.10 241 mm 75 tot 90 g/m Niet 110 × Envelop Envelop DL beschikbaar in 220 mm 1 vel lade 1 stapeling 162 × Envelop C5 229 mm 114 × Envelop C6 162 mm 90 g/m Dik papier Zie Normaal papier Normaal...
  • Pagina 185 Plaats het papier vel per vel in de lade als het afdrukmateriaal meer weegt dan 120 g/m De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van het afdrukmateriaal en de omgevingsomstandigheden. Gladheid: 100 to 250 (Sheffield).
  • Pagina 186 (DellWare), ReadyWare en Custom Factory Integration (CFI/DellPlus). Contact opnemen met Dell U krijgt toegang tot Dell Support via support.dell.com. Selecteer uw regio op de pagina WELCOME TO DELL SUPPORT en vul de gevraagde gegevens in om hulpmiddelen en informatie op te vragen.
  • Pagina 187 (alleen voor Canada) Garantie- en retourbeleid Dell Inc. ("Dell") vervaardigt zijn hardwareproducten van onderdelen en stukken die nieuw zijn of daarmee gelijkwaardig conform de industriële normen. Raadpleeg de Productinformatiegids voor informatie over de garantie van Dell voor uw printer.
  • Pagina 188 Verklarende woordenlijst De onderstaande woordenlijst helpt u vertrouwd raken met het product en de terminologie die in deze gebruikershandleiding wordt gebruikt en verband houdt met afdrukken. 802.11 802.11 bevat een reeks standaarden voor draadloze-netwerkcommunicatie (WLAN) ontwikkeld door het IEEE LAN/MAN-Standards Committee (IEEE 802). 802.11b/g 802.11b/g kan dezelfde hardware delen en de bandbreedte 2,4 GHz gebruiken.
  • Pagina 189 CCD (Charge Coupled Device) is hardware die de scantaak mogelijk maakt. Het CCD- vergrendelingsmechanisme wordt ook gebruikt om de CCD-module te blokkeren en schade te voorkomen wanneer u het apparaat verplaatst. Sorteren Sorteren is een proces waarbij een kopieertaak bestaande uit meerdere exemplaren in sets wordt afgedrukt. Wanneer de optie Sorteren is ingeschakeld, wordt eerst een volledige set afgedrukt voordat de overige kopieën worden gemaakt.
  • Pagina 190 DPI (Dots Per Inch) is een maateenheid voor resolutie die wordt gebruikt voor scannen en afdrukken. Over het algemeen leidt een hogere DPI tot een hogere resolutie, meer zichtbare details in de afbeelding en een groter bestandsformaat. DRPD Distinctive Ring Pattern Detection (distinctieve belpatroondetectie). Distinctive Ring is een dienst van de telefoonmaatschappij waarmee een gebruiker met een enkele telefoonlijn oproepen naar verschillende telefoonnummers kan ontvangen.
  • Pagina 191 FTP (File Transfer Protocol) is een algemeen gebruikt protocol voor de uitwisseling van bestanden via een willekeurig netwerk dat het TCP/IP-protocol ondersteunt (zoals internet of een intranet). Fixeereenheid Het onderdeel van een laserprinter dat de toner op het afdrukmateriaal fixeert. Het bestaat uit een hete rol en een reserverol.
  • Pagina 192 IPP (Internet Printing Protocol) is een standaardprotocol voor zowel afdrukken als het beheren van afdruktaken, mediaformaat, resolutie, enzovoort. IPP kan lokaal of via het internet voor honderden printers worden gebruikt en ondersteunt tevens toegangsbeheer, verificatie en codering, waardoor het een veel effectievere en veiligere afdrukoplossing is dan eerdere oplossingen.
  • Pagina 193 fabrikant in een NIC (Network Interface Card) geprogrammeerd en gebruikt als een hulpmiddel aan de hand waarvan routers apparaten kunnen vinden in grote netwerken. Een MFP (Multi Function Peripheral) is een kantoorapparaat dat verschillende functies in één fysieke behuizing combineert, bijvoorbeeld een printer, kopieerapparaat, faxapparaat en scanner. Modified Huffman (MH) is een compressiemethode voor het beperken van de hoeveelheid gegevens die tussen faxapparaten worden verzonden om een afbeelding te versturen en aanbevolen wordt door ITU-T T.4.
  • Pagina 194 PABX (Private Automatic Branch Exchange) is een automatisch telefoonschakelsysteem in een besloten onderneming. PCL (Printer Command Language) is een PDL (Page Description Language) die ontwikkeld is door HP als printerprotocol en inmiddels is uitgegroeid tot een norm in de branche. PCL is aanvankelijk ontwikkeld voor de eerste inkjetprinters en is later op de markt gebracht voor thermische, matrix- en paginaprinters.
  • Pagina 195 netwerktoegang. Resolutie De scherpte van een afbeelding, gemeten in dpi (dots per inch). Hoe hoger de dpi, hoe hoger de resolutie. SMB (Server Message Block) is een netwerkprotocol dat hoofdzakelijk wordt toegepast op gedeelde bestanden, printers, seriële poorten en diverse verbindingen tussen de knooppunten in een netwerk. Het biedt tevens een geverifieerd communicatiemechanisme voor processen onderling.
  • Pagina 196 Een standaard voor scanners en scansoftware. Als een TWAIN-compatibele scanner wordt gebruikt met een TWAIN-compatibel programma, kan een scan vanuit het programma worden gestart; een API voor het vastleggen van afbeeldingen voor de besturingssystemen Microsoft Windows en Apple Macintosh. UNC-pad UNC (Uniform Naming Convention) is een standaardmanier om gedeelde netwerkbronnen te benaderen in Windows NT en andere Microsoft-producten.