- IP/MAC Filtering: U kunt de filteropties voor IP- en MAC-adressen instellen. Als de beheerder
geen filterregel voor IPv4-, IPv6- en MAC-adressen toevoegt, wordt er niets gefilterd. Als de
beheerder een filterregel heeft toegevoegd, zal de filtering op de ingevoerde IPv4-, IPv6- en
MAC-adressen worden toegepast.
▪ IPv4 Filtering: U kunt de IPv4-filtering in-/uitschakelen en ook de filterregels beheren.
▪ IPv6 Filtering: U kunt de IPv6-filtering in-/uitschakelen en ook de filterregels beheren.
▪ MAC Filtering: U kunt MAC-filtering in-/uitschakelen en filterregels beheren.
- External Authentication Server: Stelt verificatie in voor de servers.
• User Access Control: U kunt gebruikers de toegang tot het apparaat of toepassingen beperken.
U kunt gebruikers ook specifieke machtigingen geven voor toegang tot bepaalde functies van
het apparaat. U kunt bijvoorbeeld gebruiker A een machtiging geven om alleen de
afdrukfunctie te gebruiken. In dat geval kan gebruiker A niet scannen, kopiëren of faxen met
het apparaat.
- Authentication: U kunt de verificatiemethode voor gebruikersverificatie kiezen. Selecteer
een modus en klik op de knop Options.
- Authorization (machtigingen verlenen): U kunt machtigingen aan gebruikers verlenen om
uitsluitend bepaalde functies van het apparaat te gebruiken.
▪ Authority Management: U kunt verschillende rechten aan verschillende gebruikers
verlenen. U kunt bijvoorbeeld gebruiker A machtigen om alle apparaatfuncties te
gebruiken terwijl u aan gebruiker B uitsluitend machtiging verleent om af te drukken.
▪ External User Authority: Stelt verificatie in voor de servers.
- Accounting: U kunt accounts beheren.
- User profile: U kunt gebruikersgegevens op de harde schijf of NFC van het apparaat opslaan.
U kunt deze functie gebruiken om de gebruikers te beheren die dit apparaat gebruiken. U
kunt gebruikers ook in groepen onder brengen en ze als groep beheren. U kunt maximaal 500
afzonderlijke gebruikers en 200 gebruikersgroepen aanmaken. Gebruikers aangemeld met
gebruikers-id en wachtwoord wordt toegestaan om hun wachtwoord te wijzigen. Hen wordt
toegestaan om hun eigen profielinformatie te bekijken. Met betrekking tot de rol staat men
de gebruikers toe om hun rol maar niet hun machtigingen te zien.
• System Log: U kunt logboeken van gebeurtenissen die in het apparaat zij gebeurd bijhouden.
De beheerder kan de gebruiksinformatie van het apparaat met behulp van
systeemlogbestanden registreren en beheren. De systeemlogbestanden worden op het
massaopslagapparaat (harde schijf) van het apparaat opgeslagen. Wanneer de harde schijf vol
is, worden de oude gegevens gewist. Gebruik de exportfunctie om belangrijke auditgegevens
te exporteren en op te slaan.
- Log Configuration: U kunt het bijhouden van logbestanden in- of uitschakelen. U kunt ook
een back-up maken van logboekbestanden per periode en ze naar een opslagserver
verzenden.
- Log Viewer: U kunt logbestanden bekijken, verwijderen en zoeken.
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te upgraden, toepassingen te
beheren en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen. U kunt ook een
verbinding maken met de website van Samsung of handleidingen en stuurprogramma's
downloaden door het menu Link te selecteren.
• Firmware Version: U kunt de huidige firmwareversie van het apparaat controleren. Controleer
de versie en voer indien nodig een update uit. Deze functie is ook beschikbaar vanaf het
apparaat (zie "Apparaatdetails" op pagina 203).
SyncThru™ Web Service | 211