Zet de buitenboordmotor nooit op een an-
dere manier op zijn zijde dan zoals ge-
toond in de voorgaande illustraties.
DMU43663
Buitenboordmotor opbergen
Alvorens
uw
Yamaha-buitenboordmotor
voor een langere periode (2 maanden of lan-
ger) op te bergen, moet u verschillende be-
langrijke procedures volgen om ernstige
schade te voorkomen.
Het is raadzaam uw buitenboordmotor aan
een onderhoudsbeurt te laten onderwerpen
door een erkende Yamaha-dealer alvorens u
hem voor langere tijd opbergt. De volgende
procedures kunnen echter door de eigenaar
worden uitgevoerd.
DCM02213
Plaats de buitenboordmotor niet op zijn
zijkant vooraleer het koelwater volledig
is weggevloeid. Anders kan er water in
de cilinder terechtkomen via de uitlaat-
klep en motorstoringen veroorzaken.
U dient de buitenboordmotor te vervoe-
ren en op te bergen zoals beschreven in
"De buitenboordmotor demonteren".
Bewaar de buitenboordmotor op een
droge, goed verluchte plaats, be-
schermd tegen rechtstreeks zonlicht.
DMU28306
Procedure
DMU43034
Spoelen in een testtank
ZMU08580
DCM00302
Alvorens de motor te starten, dient u te
controleren of de koelwatermantels met
water worden gevoed. Anders kan de
motor oververhit en daardoor beschadigd
raken.
Het doorspoelen van het koelwatersysteem
is van cruciaal belang om te voorkomen dat
het koelwatersysteem verstopt raakt met
ZMU08565
zout, zand of vuil. Bovendien is het conser-
veren/smeren van de motor noodzakelijk om
overmatige motorschade door roestvorming
te voorkomen. Voer het doorspoelen en be-
nevelen op hetzelfde tijdstip uit.
1.
Was de ommanteling van de buiten-
boordmotor
OPGELET: Spuit geen water in de
luchtinlaat.
formatie pagina 45.
2.
Zet de brandstofkraan in de gesloten
stand. Draai de ontluchtingsschroef op
de brandstoftankdop vast.
3.
Verwijder de propeller. Zie voor verdere
informatie pagina 56.
4.
Installeer de buitenboordmotor in de
testtank.
5.
Vul de testtank met leidingwater tot bo-
ven het niveau van de anti-cavitatieplaat.
Onderhoud
met
zuiver
Zie voor verdere in-
[DCM01841]
water.
43