5 Werking
5.2 Invoer- en weergave-elementen
De alpha 301 | alpha 302 kan individueel op de behoeften van een patiënt
worden geconfigureerd.
5.2.1 Invoerelementen
De invoer vindt plaats met behulp van toetsen en mechanische
draaiknoppen op het apparaat. Alle invoerelementen van de alpha 301 |
alpha 302 bevinden zich op de voorkant van het apparaat.
Flow (inspiratieflow)
De instelling vindt plaats met behulp van de toetsen '-' en '+', en wordt direct
in het display weergegeven. Meer informatie over de parameterinstelling
vindt u in hoofdstuk 5.3.1 Flow (inspiratieflow).
Trigger (inschakeldruk)
De instelling vindt plaats met behulp van de toetsen '-' en '+', en wordt direct
in het display weergegeven. Meer informatie over de parameterinstelling
vindt u in hoofdstuk 5.3.2 Trigger (inschakeldruk).
P
(uitschakeldruk)
max.
De instelling vindt plaats met behulp van de toetsen '-' en '+', en wordt direct
in het display weergegeven. Meer informatie over de parameterinstelling
vindt u in hoofdstuk 5.3.3 P
(uitschakeldruk).
max.
Gebruiksaanwijzing alpha 301 | alpha 302, Rev. 01
27