De thermostaat, die bij deze modellen geleverd wordt, heeft de functie de temperatuur in de oven constant te houden op
een vooraf ingestelde temperatuur tussen de 50°C e 250°C. (Fig. 22)
Stel de gewenste temperatuur in, die op het bedieningspaneel staat aangegeven, door de bedieningsknop met de
opgedrukte wijzer op het bedieningspaneel naar rechts te draaien. Het oranje lampje geeft aan dat de thermostaat
ingeschakeld is. Deze gaat uit als de oven een temperatuur van meer dan 10°C boven de ingestelde temperatuur heeft
bereikt, en gaat weer aan als de oven een temperatuur van 10°C onder de ingestelde temperatuur heeft bereikt. De
thermostaat kan alleen de verwarmingselementen van de oven inschakelen die overeenkomen met de gekozen functie.
Indien de schakelaar op stand 0 staat, heeft de thermostaat geen enkele invloed op de verwarmingselementen van de
oven, die dus uitgeschakeld blijft.
Voor het eerste gebruik:
-
Verwijder alle accessoires en verpakking uit de oven(s).
-
Verwarm de oven gedurende een half uur op 200°C.
-
De programmaklok moet op handmatig staan.
-
De oven functioneert niet handmatig als de programmaklok op automatisch staat.
Gebruik van de ovens
1.
Draai de keuzeschakelaar op de gewenste stand. (Fig. 23).
3
Draai de thermostaat op de gewenste stand. (Fig. 22). Het oranje lampje gaat aan. Zodra de gewenste
temperatuur is bereikt gaat het lampje uit. Gedurende het koken gaat het oranje lampje regelmatig aan en uit.
4
Om de oven uit te zetten draait u zowel keuzeschakelaar als thermostaat op 0.
Snel voorverwarmen Met 'Quickstart' kunt u de grote oven (linker bij dubbele oven) het snelste voorverwarmen.
Gebruik 'Quickstart' alsvolgt
1
Selecteer 'Quickstart' met de keuzeschakelaar en de gewenste temperatuur. Het oranje lampje gaat aan en zal
uitgaan zodra de gewenste temperatuur is bereikt.
2
Als de temperatuur is bereikt selecteert u de gewenste kookfunctie en plaatst u het gerecht in de oven.
3
'Quickstart' is niet geschikt om te koken. Het dient uitsluitend de oven zo snel mogelijk voor te verwarmen.
Voor elke ovenfunctie, behalve grillen en ontdooien is het raadzaam de oven voor te verwarmen met 'Quickstart'
alvorens over te schakelen op de gewenste oven functie.
Bij gebruik van hetelucht of onder-bovenwarmte met ventilator (fan assisted) is het raadzaam de ingstelde temperatuur
van het gerecht met 10 tot 20°C te verlagen.
De ovens hebben een breed scala aan functies voor diverse bereidingen en kookmethodes. Zo is hetelucht geschikt voor
deegwaren zoals cakes en taart. Terwijl de onder-bovenwarmte met ventilator (fan assisted) geschikter is voor het
bereiden van vlees en bevroren aardappel producten.
GEBRUIK VAN DE ELEKTRONISCH GESTUURDE THERMOSTAAT
17 GEBRUIK VAN DE MULTIFUNCTIONELE OVEN (Fig. 23)
:
OVEN FUNCTIES
38