Foutbeschrijving
Nr. 1: De indicator
en de melding
i > 23
i < 4 mA
i < 4 mA
„Ingangssignaal < 4 mA" verschijnen.
Nr. 2: De indicator
en de melding
i > 23
i > 20 mA
„Ingangssignaal > 20 mA" verschijnen.
Nr. 3: De indicator
en de melding
„Niveaufout!" verschijnen.
Nr. 4: De indicator
en de melding
„Slangbreuk" verschijnen.
Nr. 5: De indicator
en de melding
doseerbewaking" verschijnen.
Nr. 7: De indicator "Temperatuur"
„Temperatuur" verschijnen en de
melding
pomp staat stil.
Nr. 8: De indicator
en de melding
„Initialisatie" verschijnen.
Nr. 10: De indicator
en de melding
„Parameter" verschijnen.
Nr. 13: De indicator
en de melding
„Net / overspanning " verschijnen.
Nr. 16: De indicator
en de melding
„Geheugen-overloop" verschijnen.
Nr. 17: De indicator
en de melding
i > 23
i < Imin
„Stuursignaal < lmin" verschijnen.
Nr. 18: De indicator
en de melding
i > 23
i > Imax
„Stuursignaal > Imax" verschijnen.
Oorzaak
De pomp is in bedrijfs‐
„Analoog" , in
modus
menu
„Analoog" is een
gedrag bij fouten gepro‐
grammeerd en de stuur‐
stroom is lager geworden
dan 4 mA.
De pomp is in bedrijfs‐
„Analoog" , in
modus
„Analoog" is een
menu
gedrag bij fouten gepro‐
grammeerd en de stuur‐
stroom is hoger geworden
dan 20 mA.
Het vloeistofpeil in de
voorraadtank heeft "Vloei‐
stofgebrek 2e niveau"
bereikt.
De pompslang is lek.
„Fout
De toestand van de
doseerbewaking is niet
zoals verwacht.
De omgevingstemperatuur
en de
C
F
is te hoog of te laag.
De temperatuur is te hoog. De oorzaak verhelpen. De
Herstart van de pomp, ini‐
tialisatie onvolledig.
Er is een verkeerde para‐
meter ingevoerd.
De netspanning is te laag
of ontbreekt totaal.
De geheugenruimte die is
gereserveerd voor de
stack, is niet meer vol‐
doende.
De pomp is in bedrijfs‐
„Analoog" -"xx. zij‐
modus
„Analoog"
band", in menu
is een gedrag bij fouten
geprogrammeerd en de
stuurstroom is lager
geworden dan 4 mA.
De pomp is in bedrijfs‐
„Analoog" -"xx. zij‐
modus
„Analoog"
band", in menu
is een gedrag bij fouten
geprogrammeerd en de
stuurstroom is hoger
geworden dan 20 mA.
Storingen verhelpen
Verhelpen
De oorzaak van de te lage
stuurstroom verhelpen of
De programmering van gedrag
„Uit" schakelen
bij fouten naar
- zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
De oorzaak van de te hoge
stuurstroom verhelpen of
De programmering van gedrag
„Uit" schakelen
bij fouten naar
- zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
De voorraadtank bijvullen.
[Clickwheel] indrukken.
Het
Vervang de pompslang en
reinig de slangbreuksensor -
zie hoofdstuk "Repareren".
Het
[Clickwheel] indrukken.
Zoek en verhelp de oorzaak.
De omgevingstemperatuur wij‐
zigen. De pomp start vanzelf
op.
pomp start vanzelf op.
De oorzaak verhelpen. De
pomp start vanzelf op.
De parameter corrigeren.
De oorzaak verhelpen.
Een reset uitvoeren (kort van
het net scheiden).
De oorzaak van de te lage
stuurstroom verhelpen of
De programmering van gedrag
„Uit" schakelen
bij fouten naar
- zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
De oorzaak van de te hoge
stuurstroom verhelpen of
De programmering van gedrag
bij fouten naar
„Uit" schakelen
- zie hoofdstuk
"Instellen"-"Instel‐
lingen"-"Bedrijfsmodus"-"Ana‐
loog".
Personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
Deskundig
personeel
91