2.2
B
ESCHRIJVING VAN HET BEDIENINGSPANEEL
A. Het scherm TRAININGSPROFIEL: Dit scherm geeft vormen weer, bestaande uit lichtkolommen, die de
intensiteitsniveaus van een aan de gang zijnde training voorstellen. De hoogte van de meest linkse kolom is
evenredig met het actuele intensiteitsniveau.
Tijdens een training voor VETVERBRANDING, CARDIO, HARTSLAG HEUVEL, HARTSLAG INTERVAL of
EXTREME HARTSLAG, waarbij een Polar hartslagborstband of de Lifepulse sensors gedragen moeten worden, staat
op het scherm TRAININGSPROFIEL een knipperend hartje om het hartslagsignaal van de gebruiker te vragen. Als
het bedieningspaneel geen signaal waarneemt, verschijnt op het BERICHTENCENTRUM de prompt "HARTSLAG
NODIG - PLAATS HANDEN OP SENSORS OF GEBRUIK TELEMETRIEBAND". Als het bedieningspaneel het signaal
niet binnen drie minuten krijgt, wordt de training automatisch omgezet in een MANUEEL programma.
B. BERICHTENCENTRUM: Op dit scherm vindt u stapsgewijze instructies voor het instellen van de training. Tijdens de
training worden gegevens over de voortgang van de training weergegeven:
•
Niveau: de geprogrammeerde intensiteit. Het wordt continu getoond, tenzij de hartslag wordt gemeten, in welk
geval, Hartslag wordt weergegeven.
•
Hartslag: de waargenomen hartslag als de gebruiker de Polar hartslagborstband draagt of de Lifepulse sensors
vasthoudt. Als de hartslag niet wordt gemeten tijdens een training, dan Level is weergegeven in plaats.
•
Afstand: de totale afgelegde afstand.
•
RPM (Revolutions Per Minute, omwentelingen per minuut): de fietssnelheid.
•
Calorieën: het aantal sinds het begin van de training verbrande calorieën, afgewisseld met TIJD
•
Duur: de sinds het begin van de training verlopen duur. Wordt afgewisseld met Calorieën.
Als het BERICHTENCENTRUM hiervoor geprogrammeerd is, worden andere waarden weergegeven wanneer het
intensiteitsniveau tijdens de training verandert:
•
Calorieën per uur: het aantal per uur verbrande calorieën.
OF
•
Watt: inspanningsniveau in Watt. Watt is een eenheid van vermogen of de weergave van de mechanische arbeid
per tijdseenheid.
•
METS: inspanningsniveau in METS. MET is een manier om de inspanning van het menselijk lichaam in een
rustsituatie, of een met een rustend persoon.
C. CONSTANTE WEERGAVE: Tijdens een training geeft het BERICHTENCENTRUM om beurten het aantal verbrande CALO-
RIEËN en de verlopen DUUR weer. Wanneer u op CONSTANTE WEERGAVE drukt terwijl het BERICHTENCENTRUM een
van deze gegevens weergeeft, geeft het BERICHTENCENTRUM dit gegeven tijdens de gehele training voortdurend weer.
Wanneer u nogmaals op CONSTANTE WEERGAVE drukt, geeft het BERICHTENCENTRUM beide gegevens weer om
beurten weer.
D. WORKOUTS PLUS: Wanneer u wordt gevraagd door de het BERICHTENCENTRUM om een training te selecteren ,
Druk op deze toets om te selecteren WATT (wanneer ingeschakeld), METs (wanneer ingeschakeld), MET DE LIFE
FITNESS FIT TEST, MILITAIRE CONDITIETESTS, (wanneer ingeschakeld), AEROBICSTRAINER, INTERVAL, OM
DE WERELD, CASCADES, HEUVELTJES, SNELHEIDSTRAINING of KILIMANDJARO.
E. CHANGE WORKOUTS: Druk op deze toets om trainingsprogramma's veranderen tijdens een training.
F. FIETSMODUS: Druk op deze toets om de fietstrainingsmodus te activeren, waarin de snelheid waarmee de calorieën
worden verbrand en de totale afgelegde afstand automatisch toenemen naarmate de gebruiker de fietssnelheid ver-
hoogt.
G. PIJLTJESTOETSEN: Wanneer u wordt gevraagd door de het BERICHTENCENTRUM om een training te selecteren , ge-
bruik deze toetsen om te bladeren door weergegeven keuzes. Bij het opzetten van een training, gebruik deze toetsen
om de training parameters weergegeven op de console, zoals de lengte van de training, gewicht, leeftijd, doel hart-
slag, en de intensiteit te wijzigen. Tijdens een training, het indrukken van de pijltoetsen veranderingen intensiteit-
sniveaus of streefwaarde voor de hartslag.
H. CONSTANT CAL./U: Druk op deze toets om deze alternatieve trainingsmodus te activeren, waarin de gebruiker het
aantal per uur verbrande calorieën constant kan houden.
I.
ENTER-toets: Druk op deze toets om ingevoerde instelwaarden voor de training, zoals weergegeven in het BERICHT-
ENCENTRUM, te bevestigen.
10