Download Print deze pagina

Parkside PAHE 20-Li B2 Gebruiksaanwijzing pagina 60

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

NL
BE
Plaats de accu pas als het
apparaat volledig ineengezet
is. Er bestaat gevaar voor
verwondingen!
Zaagketting monteren
Draag tijdens het werken met de
zaagketting handschoenen die
beschermen tegen snijwonden.
Let op de juiste looprichting van de
zaagketting (2). Dit wordt aangege-
ven onder de kettingwielafdekking
(5) en op het zwaard (1).
Span de zaagketting na de eerste
5-6 zaagbewerkingen opnieuw
aan. Zie het hoofdstuk „Zaagket-
ting aanspannen".
1. Leg het apparaat op een vlakke onder-
grond.
2. Verwijder de kettingwielafdekking (5)
door de vleugelmoer (3) los te maken
.
3. Leg de zaagketting (2) in de zwaard-
moer. Leg de zaagketting (2) rond het
kettingrondsel (25).
4. Plaats het zwaard (1) en de zaagket-
ting (2) op de railpin (24). Als de neus
rechts onder de railpin (24) in de on-
derste ronde uitsparing van het zwaard
zit, zit het zwaard juist. Het is normaal
dat de zaagketting (2) doorhangt.
5. Zet de kettingwielafdekking (5) op.
Draai de vleugelmoer (3) op de ketting-
wielafdekking slechts een klein beetje
vast, aangezien de zaagketting nog
moet worden gespannen.
6. Span de zaagketting (2) voor door de
ring (4)voor het opspannen van de
ketting te draaien
de vleugelmoer (3) van de ketting-
wielafdekking vast.
60
. Draai vervolgens
Opgelet!
De hoogsnoeier kan nasmeren.
Zaagketting aanspannen
Het regelmatig aanspannen van de zaag-
ketting dient voor de veiligheid van de ge-
bruiker en vermindert of verhindert slijtage
en kettingschade. We raden de gebruiker
aan voor het aanvatten van het werk en
met intervallen van ca. 10 minuten de
kettingspanning te controleren en indien
nodig te corrigeren.
Tijdens werken met de zaag wordt de
zaagketting warm en zet daardoor een
beetje uit. Met dit „langer worden" moet
in het bijzonder bij nieuwe zaagkettingen
rekening worden gehouden.
De zaagketting niet aanspannen
of vervangen als deze nog heet is,
omdat ze na het afkoelen opnieuw
een beetje inkrimpt. Bij niet-na-
leving kan dit leiden tot schade
aan de geleidingsrail of de motor,
omdat de zaagketting dan te strak
rond het zwaard ligt.
Kettingspanning en -smering beïnvloeden
aanzienlijk de levensduur van de zaagket-
ting.
10 min
aan de onderkant van het zwaard en met
uw gehandschoende hand rond kan wor-
den getrokken. Bij het trekken aan de
zaagketting met 9 N (ca. 1 kg) trekkracht
mogen de zaagketting en het zwaard niet
meer dan 2 mm van elkaar zijn verwij-
derd.
De zaagketting
is goed gespan-
nen als deze
niet doorhangt

Advertenties

loading