Onderhoud
bakfitting liggen en laat de tuinslag
niet los hangen. Het water zal uit de
aansluiting lopen in plaats van de
motor te koelen, wat voor ernstige
oververhitting kan zorgen. Zorg er-
voor dat het koppelstuk stevig wordt
aangedraaid op de fitting na het door-
spoelen van de motor.
NOTA:
Als u de motor spoelt terwijl de boot zich in
het water bevindt, is het beter de buiten-
boordmotor zo te kantelen dat hij volledig
uit het water is getild.
Voor instructies betreffende het spoelen
van het koelsysteem, zie pagina 60.
DMU44342
Reiniging van de buitenboordmotor
Bij het reinigen van de buitenboordmotor
moet de motorkap worden geïnstalleerd.
1.
Was de buitenkant van de buitenboord-
motor met zuiver water. OPGELET:
Spuit geen water in de luchtinlaat.
[DCM01841]
1. Luchtinlaat
2.
Tap het koelwater volledig af uit de bui-
tenboordmotor. Maak het lichaam gron-
dig schoon.
65
DMU28463
Controleren van gelakt oppervlak van
buitenboordmotor
Controleer de buitenboordmotor op krassen,
deukjes of afbladderende lak. Zones waar de
lak beschadigd is, kunnen sneller roesten.
Reinig en lak deze zones indien nodig. Re-
toucheerlak is verkrijgbaar bij uw Yamaha-
[DCM00542]
dealer.
DMU37006
DWM01943
Deze procedures vereisen technische
vakkennis, gereedschap en benodigdhe-
den. Als u niet over de vereiste vakkennis,
werktuigen of benodigdheden beschikt
om een onderhoudsprocedure uit te voe-
ren, laat het werk dan uitvoeren door een
Yamaha-dealer of een andere gekwalifi-
ceerde technicus.
De procedures omvatten het uit elkaar ne-
men van de motor en het blootleggen van
gevaarlijke onderdelen. Om het risico van
verwonding door bewegende, hete of
elektrische onderdelen te verkleinen:
1
ZMU07862
Periodiek onderhoud
Schakel de motor uit en houd de sleu-
tel(s) en de motorstopschakelaarkoord
bij u terwijl u onderhoud uitvoert, tenzij
anders aangegeven.
De
kantelbekrachtigingsschakelaar
werkt ook wanneer de contactsleutel op
"off" (uit) staat. Houd mensen uit de
buurt van de schakelaars tijdens werk-
zaamheden rondom de motor. Wanneer
de motor is gekanteld, begeef u dan niet
in de zone onder de motor of tussen de
motor en de klembeugel. Vergewis u er-
van dat er zich niemand in deze zone
bevindt alvorens het kantelbekrachti-
gingsmechanisme te laten werken.