16.3.1
Standaardinstelling "MODE 1 – MODE 5" kiezen
1. Het menu "Data Output" opvragen
In de weegmodus de toets PRINT drukken en 3 s lang
gedrukt houden.
2. Functiekeuze
De navigatietoetsen ( ) meermals drukken totdat de
menupunt "COMM.SET" verschijnt.
Met de toets PRINT bevestigen.
De navigatietoetsen ( ) meermals drukken totdat de
gewenste modus "MODE 1 – MODE 5" verschijnt. De
actuele instelling wordt met de stabilisatieaanduiding ( )
aangeduid.
Met
aanduiding
Aan
( )
Zonder
aanduiding
Uit
( )
De wijziging met de toets TARE invoeren.
3. Terug naar de weegmodus
De toets ON/OFF meermals drukken of drukken en 3 s
lang houden.
ABS-N_ABJ-NM-BA-nl-1614
83