Met de toets TARE bevestigen.
De navigatietoetsen ( ) meermals drukken totdat de
menupunt "LO.LIM" verschijnt.
De toets TARE drukken. De actuele instelling
verschijnt.
Met de navigatietoetsen ( ) de gewenste waarde
invoeren, zie hoofdstuk 3.1.1 "Numerieke invoer".
Met de toets TARE bevestigen.
De navigatietoetsen ( ) meermals drukken totdat de
menupunt "UND.RNG" verschijnt.
De toets TARE drukken. De actuele instelling
verschijnt.
Met de navigatietoetsen ( ) de gewenste waarde
invoeren, zie hoofdstuk 3.1.1 "Numerieke invoer".
Met de toets TARE bevestigen.
De navigatietoetsen ( ) meermals drukken totdat de
menupunt "OVR.RNG" verschijnt.
De toets TARE drukken. De actuele instelling
verschijnt.
Met de navigatietoetsen ( ) de gewenste waarde
invoeren, zie hoofdstuk 3.1.1 "Numerieke invoer".
Met de toets TARE bevestigen.
70
ABS-N_ABJ-NM-BA-nl-1614