8.1.3
Stopmodus
In de stopmodus is het apparaat buiten werking gesteld (behalve de weergavefunctie). Er vindt geen functionele bewaking plaats.
De volgende functies zijn niet in werking:
•
De pomp is uitgeschakeld.
•
De 2-weg-motorkogelklep in de overstroomleiding is gesloten.
•
De 3-weg-motorkogelklep in de bijvulleiding is gesloten.
Voer de volgende stap uit om de stopmodus te starten:
•
Druk op de knop "Stop".
Opmerking!
Als de stopmodus voor meer dan 4 uur is geactiveerd, wordt een melding gegenereerd.
–
Als in het gebruikersmenu het item "Potentiaalvrij storingscontact?" op "Ja" gezet is, wordt de melding via het
verzamelstoringscontact uitgegeven.
8.1.4
Zomerbediening
Als de circulatiepompen van het installatiesysteem in de zomer buiten bedrijf zijn gesteld, wordt het water uit het installatiesysteem niet
ontgast.
Ga als volgt te werk:
•
Selecteer het ontgassingsprogramma "Bijvulontgassing" in het gebruikersmenu.
•
Na de zomer kiest u het ontgassingsprogramma "Intervalontgassing" in het gebruikersmenu of, indien nodig,"Permanente
Ontgassing".
Voer de volgende stap uit om de zomerbedrijfsmodus te starten:
•
Druk op de knop "Bijvulontgassing".
Opmerking!
Gedetailleerde beschrijving van de selectie van ontgassingsprogramma's, zie hoofdstuk 7.8 "Ontgassingsprogramma in
het gebruikersmenu instellen" op pagina 45.
Servitec 35-120 met Touch-besturing — 06.07.2016 - Rev. B
NSP
Instellingen > Gebruiker > Ontgassing
(010) Ontgassingsprogramma
Permanente ontgassing
Intervalontgassing
Bijvulontgassing
2.2 bar
Werking
Servitec 35
Systeem
2.2 bar
Permanente ontgassing
Permanente ontgassing
Nederlands — 49