De firma Reflex Winkelmann GmbH aanvaardt geen aansprakelijkheid voor schade ontstaan door het niet naleven van deze handleiding. Naast deze handleiding dient de nationale wet- en regelgeving in het land van opstelling in acht te worden genomen (ongevallenpreventie, milieubescherming, veilige en vakkundige bediening etc.).
Veiligheid Veiligheid Verklaring van symbolen De volgende aanwijzingen worden gebruikt in deze bedieningshandleiding. GEVAAR Levensgevaar / kans op ernstig letsel • Deze aanwijzing in combinatie met het signaalwoord "Gevaar" wijst op een direct dreigend gevaar dat kan leiden tot dodelijk of ernstig (onherstelbaar) letsel.
Veiligheid Eisen aan het personeel Montage en bediening mogen uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalificeerd of speciaal opgeleid personeel. De elektrische aansluitingen en de bedrading van het apparaat moet worden uitgevoerd door vakpersoneel volgens de geldende nationale en lokale voorschriften. Persoonlijke beschermingsmiddelen Tijdens alle werkzaamheden aan de installatie moeten de voorgeschreven persoonlijke beschermingsmiddelen worden gedragen, zoals b.v.
Veiligheid Restrisico’s Dit toestel is volgens de huidige stand van de techniek gebouwd. Desondanks kunnen er zich restrisico's voordoen die niet geheel kunnen worden uitgesloten. VOORZICHTIG Gevaar voor verbranding door hete oppervlakten In verwarmingsinstallaties kunnen brandwonden worden veroorzaakt als gevolg van hoge oppervlaktetemperaturen. •...
Beschrijving van het toestel Beschrijving van het toestel Beschrijving Het apparaat is een ontgassings- en bijvulautomaat. De belangrijkste toepassingen zijn verwarmings- en koelcircuits alsook installaties waar storingen door opgeloste of vrije gassen moeten worden vermeden. Het apparaat beschermt door het volgende: •...
Ingestelde aanspreekdruk van de veiligheidsklep 4.3.1 Typecode Typecode (voorbeeld) Naam van het apparaat Transporthoogte van de pomp Servitec 35 Touch Type besturing 10 — Nederlands Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B...
Beschrijving van het toestel Functie Het apparaat is geschikt voor het ontgassen van water uit de installatie en voor het ontgassen van bijvulwater. Het onttrekt het water tot 90 % van de opgeloste gassen. De ontgassing vindt plaats in tijdsgestuurde cycli. Een cyclus bestaat uit de volgende fasen: •...
Pagina 12
Beschrijving van het toestel Stappen van een ontgassingscyclus in de vacuüm-sproeibuispomp "VT" Koelwatersysteem ≤ 30°C, systeemdruk 1,8 bar , installatie-ontgassing “DC” in werking, ontgassing van bijvulwater “WC” gesloten. Vacuüm trekken Uitschuiven Injectie Rusttijd Ontgassing Het gehele ontgassingsproces wordt hydraulisch gestuurd door een hydraulisch systeem met behulp van de actuator "CD" en de besturingseenheid van het apparaat.
Pagina 13
Beschrijving van het toestel Bijvulopties Er zijn twee bijvulopties beschikbaar. Deze worden gecontroleerd d.m.v. de bijvulduur en de bijvulcycli. Signaalleiding van de niveausensor "LIS" voor Bijvulleiding “WC” bijvulvariant "Levelcontrol" Signaalleiding van de druksensor "PIS" voor bijvulvariant Apparaat "Magcontrol" Ontgassingsleiding “DC” (ontgast water) Optionele extra uitrusting zie hoofdstuk 4.6 "Optionele uitrusting"...
Beschrijving van het toestel Levering De levering wordt beschreven op de leverbon en de inhoud wordt op de verpakking aangegeven. Controleer de levering onmiddellijk na ontvangst op volledigheid en eventuele transportschade. Meld mogelijke transportschade onmiddellijk na ontvangst. Basisuitrusting voor de ontgassing: •...
Technische gegevens Technische gegevens Opmerking! De volgende waarden zijn van toepassing voor alle installaties: – Toegestane voorlooptemperatuur: 120 °C – Toegestane inlaatdruk voor bijvulling: 1,3 bar – 6 bar – Bijvulvermogen: 0,55 m³/uur ≤ 90 % – Uitscheidingsgraad, opgeloste gassen: –...
Bevestig het juiste uitvoeren van montage en inbedrijfstelling in het certificaat voor montage, inbedrijfstelling en onderhoud. Dit is de voorwaarde voor garantieclaims. – Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud uitvoeren door de Reflex serviceafdeling. Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B Nederlands — 17...
Plaats het apparaat op de installatiezijde in de in de buurt van de retourleiding en vóór de retourbijmenging (installaties waarin de voorlooptemperatuur wordt geregeld door retourwater). Opmerking! Reflex planninggids in acht nemen. – Neem bij de planning in acht dat het werkgebied van het apparaat in het werkgebied van het drukbehoud ligt tussen de aanvangsdruk “pa”...
Montage Uitvoering OPGELET Schade door ondeskundige montage Door aansluitingen van buisleidingen of door apparaten van de installatie kunnen extra belastingen van het apparaat ontstaan. • Zorg dat de buisaansluitingen tussen apparaat en installatie gemonteerd zijn zonder spanningen. • Ondersteun zo nodig de buisleidingen of apparaten. Installeer het apparaat bij voorkeur aan de terugloopzijde van de verwarmingsinstallaties.
Wandmontage Alleen beschikbaar voor Servitec 35 en Servitec 60 als optie voor vloermontage. Het apparaat wordt aan de wand gemonteerd met behulp van de boringen aan de achterzijde van het apparaat. De bevestigingsmiddelen dienen door de eigenaar worden gekozen, naargelang de gesteldheid van de wand en het gewicht "G"...
Montage 6.3.3 Hydraulische aansluiting 6.3.3.1 Ontgassingsleiding naar de installatie Voor het apparaat zijn twee ontgassingsleidingen “DC” naar de installatie noodzakelijk. Een ontgassingsleiding voor het gasrijke water vanuit de installatie en een voor het ontgaste water dat terugstroomt naar de installatie. Voor beide ontgassingsleidingen zijn al door de fabrikant al afsluitinrichtingen voorgemonteerd op het apparaat.
Pagina 22
Montage Detail – koppeling van de ontgassingsleiding “DC” Breng de aansluiting van de ontgassingsleidingen “DC” tot stand overeenkomstig het volgende schema. • Voorkom het binnendringen van grof vuil, waardoor een overbelasting van de vuilvanger "ST" ontstaat. • Sluit een ontgassingsleiding voor het gasrijke water aan voor de ontgassingsleiding voor gasarm water in stromingsrichting van de installatie.
Bij een bijvulling met water via een netscheidingsreservoir "BT" moet de onderkant van het reservoir ten minste 100 mm boven de pomp "PU" zijn. Verschillende Reflex-bijvulvarianten, zie hoofdstuk 6.4 "Schakel- en bijvulvarianten" op pagina 24. Als de automatische bijvulling met water niet aangesloten is, dan dient de aansluiting van de bijvulleiding “WC” met een blindstop R ½...
Montage Schakel- en bijvulvarianten In de besturing van het apparaat wordt het bijvulvariant geselecteerd in het gebruikersmenu, zie hoofdstuk 8.6 "Parameters van de besturingseenheid instellen via het gebruikersmenu" op pagina 38. De volgende bijvulvarianten kunnen worden ingesteld in het gebruikersmenu: •...
Montage 6.4.2 Niveau-afhankelijke bijvulling Levelcontrol Voorbeeld van een installatie met meerdere ketels, retourbijmenging en een compressorgestuurd drukbehoudstation. Drukbehoudstation Optionele extra uitrusting zie hoofdstuk 4.6 "Optionele uitrusting" op pagina 14 Apparaat Bijvulleiding “WC” Op de besturing van het apparaat in het gebruikersmenu de bedrijfsmodus “Levelcontrol” selecteren. Deze bedrijfsmodus is geschikt voor installaties met drukbehoudstations en maakt een elastische werking met constante druk mogelijk.
Montage Elektrische aansluiting GEVAAR Levensbedreigend letsel door elektrische schokken. Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van levensbedreigend letsel. • Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd, spanningsvrij is. • Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden ingeschakeld. •...
Montage 6.5.1 Schakelschema Zekering “L” voor de elektronica en magneetkleppen Digitale ingangen • Watermeter • Watertekort Zekering "N" voor de magneetkleppen 3-weg-motorkogelklep “CD” Overstroomklep (niet bij motorkogelklep) Analoge ingang voor druk Verzamelmelding Externe aanvraag voor bijvullen (alleen bij Levelcontrol) Optioneel voor de tweede drukwaarde Bijvulklep 3-weg-motorkogelklep "CD"...
Pagina 28
Montage Klemnummer Signaal Functie Bekabeling Te voorzien door de 230 V voedingsspanning via kabel met stekker. fabrikant Te voorzien door de Pomp "PU" voor het ontgassen. fabrikant 6 M1 Overstroommagneetklep Niet gebruikt bij standaard uitvoering 3-weg-motorkogelklep "CD " om de ontgassing van het bijvul- en Te voorzien door de installatiewater te besturen.
Montage 6.5.2 Interface RS-485 6.5.2.1 Aansluiting van de interface RS-485 Sluit de interface als volgt aan: 1. Gebruik voor het aansluiten van de interface de volgende kabel: – Liycy (TP), 4 × 2 × 0,8, maximale totale buslengte 1000 m. Sluit de interface aan op de klemmen 29, 30, 31 van de printplaat in de schakelkast.
Dit is de voorwaarde voor garantieclaims. – Laat de eerste inbedrijfstelling en het jaarlijkse onderhoud uitvoeren door de Reflex serviceafdeling. Vereisten voor de inbedrijfstelling controleren Het apparaat is klaar voor de eerste inbedrijfstelling nadat de werkzaamheden afgesloten zijn (beschreven in het hoofdstuk "Montage").
Pagina 31
Eerste inbedrijfstelling Zuigdrukbehoud • Apparaat aan de zuigzijde van de circulatiepomp op de installatie Einddrukbehoud • Apparaat aan de drukzijde van de circulatiepomp op de installatie De minimale werkdruk "P " wordt als volgt berekend: Berekening Beschrijving in meters = 0,0 bar voor beschermingstemperaturen ≤...
Besturingseenheid Besturingseenheid Bediening van het bedieningspaneel Error-LED Wissel naar het menu "terug" • De error-LED brandt gedurende een storingsmelding Display Auto • Voor continu gebruik Auto-LED Wissel naar het menu "voor" • De auto-LED brandt groen gedurende de automatische bedrijfsmodus •...
Besturingseenheid Startroutine van de besturingseenheid bewerken De startroutine wordt gebruikt om parameters in te stellen die noodzakelijk zijn voor de eerste ingebruikname van het apparaat. De routineprocedure begint met het eerste inschakelen ban de besturingseenheid en kan slechts één keer worden uitgevoerd. Na voltooien van de startroutine kunnen de parameters in het gebruikersmenu worden gewijzigd of gecontroleerd zie hoofdstuk 9.2.1 "Gebruikersmenu"...
Besturingseenheid Apparaat met water vullen en ontluchten VOORZICHTIG Kans op letsel door startende pomp Bij het starten van de pomp kunnen zich verwondingen aan de hand voordoen wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel aandraait. • Schakel de pomp spanningsvrij voordat u de pompmotor op het ventilatorwiel met de schroevendraaier aandraait. OPGELET Beschadiging van het apparaat door startende pomp Bij het starten van de pomp kan deze worden beschadigd wanneer u de pompmotor met een schroevendraaier op het ventilatorwiel...
Pagina 35
Besturingseenheid 3. Draai de pomp "PU" met een schroevendraaier aan op het ventilatorwiel van de pompmotor. 4. Draai de ontluchtingsschroef (1) los. De pomp "PU" wordt ontlucht. 5. Sluit de vul- en aftapkraan. Ontluchtingsschroef Opmerking! De pomp "PU" mag niet draaien terwijl het apparaat wordt gevuld met water. Opmerking! De ontluchtingsschroef niet volledig eruit draaien.
Besturingseenheid Vacuümtest De vacuümtest moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat anders de werking van het apparaat niet kan worden gecontroleerd. Sluit de kogelklep (2) met vuilvanger (3). De tweede kogelklep (1) blijft open. Activeer de handbedieningsmodus van de besturingseenheid en bouw een vacuüm op. •...
Opmerking! • Observeer de installatie tijdens de automatische vulprocedure. Opmerking! • Het vullen van de installatie met water is niet inbegrepen in de leveringsomvang van de Reflex – klantenservice. Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B Nederlands — 37...
Besturingseenheid Parameters van de besturingseenheid instellen via het gebruikersmenu M.b.v. het gebruikersmenu kunnen installatiespecifieke waarden opnieuw worden gecorrigeerd of opgevraagd. Tijdens de eerste inbedrijfstelling moeten eerst de fabrieksinstellingen worden aangepast aan de specifieke voorwaarden van de installatie. Opmerking! De beschrijving van de bediening, zie hoofdstuk 8.1 "Bediening van het bedieningspaneel" op pagina 32. Bewerk tijdens de eerste inbedrijfstelling alle menu-items die grijs gemarkeerd zijn.
Pagina 39
Besturingseenheid Tijdsinterval voor programma “permanente ontgassing”. Tijd perm. ontgas. – Voor de inbedrijfstelling raden we aan de tijd voor de permanente ontgassing als functie van het volume van de installatie en het glycolgehalte in te stellen, zie hoofdstuk 5.3 "Werking" op pagina 16. Wissel naar het submenu “Bijvulling”.
Pagina 40
P0 = xx.x bar en tijd. Positie van de motorkogelklep "CD" op de drukzijde van de pomp voor de Pos. motorkogelklep besturing van de ontgassing. Informatie over de softwareversie. Servitec 35-95 40 — Nederlands Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B...
Besturingseenheid Automatische bedrijfsmodus starten Als die installatie met water gevuld en ontlucht van gassen is, kan automatische bedrijfsmodus worden gestart. • Druk op de knop "Auto" op het bedieningspaneel van de besturingseenheid. Bij de eerste inbedrijfstelling wordt automatisch de permanente ontgassing geactiveerd om de resterende vrije en opgeloste gassen uit het installatiesysteem te verwijderen.
Werking Werking Bedrijfsmodi 9.1.1 Automatische bedrijfsmodus Nadat de eerste inbedrijfstelling succesvol afgerond is, kan de automatische bedrijfsmodus worden geactiveerd met de functies voor ontgassing. Optioneel kan de automatische bijvulling worden ingeschakeld. De besturingseenheid van het apparaat bewaakt de functies. Storingen worden weergegeven en beoordeeld. Voor automatische bedrijfsmodus kunnen in het gebruikersmenu, zie hoofdstuk 8.6 "Parameters van de besturingseenheid instellen via het gebruikersmenu"...
Werking 9.1.2 Handbediening De handmatige modus (handbediening) dient voor testdoeleinden en onderhoudswerkzaamheden. Druk op de besturingseenheid op de knop "Manual" om de handmatige modus te selecteren. De LED "Auto" op het bedieningspaneel knippert als een visueel signaal voor de handbediening. In de handbedieningsmodus worden de bijvulontgassing "NE" en de systeemontgassing "SE"...
Werking 9.1.4 Zomerbediening Als de circulatiepompen van de installatie in de zomer buiten bedrijf worden gesteld, kan de ontgassing van het netinhoudwater niet worden gegarandeerd, omdat er geen gasrijk water in het apparaat komt. In dit geval kan via het gebruikersmenu het ontgassingsprogramma op bijvulontgassing ingesteld worden om energie te besparen.
9.2.2 Servicemenu Dit menu is beveiligd met een wachtwoord. De toegang is alleen mogelijk voor de Reflex klantenservice. Een gedeeltelijke samenvatting van de in het servicemenu opgeslagen instellingen is te vinden in het hoofdstuk "Standaardinstellingen", zie hoofdstuk 9.2.3 "Standaardinstellingen" op pagina 46.
Werking 9.2.3 Standaardinstellingen De besturing van het apparaat wordt geleverd met de volgende standaardinstellingen. De waarden kunnen via het gebruikersmenu worden aangepast aan de plaatselijke omstandigheden. In bijzondere gevallen is een verdere aanpassing mogelijk in het servicemenu. Gebruikersmenu Parameter Instelling Opmerking Taal Taal van de menusturing...
De laatste 20 meldingen kunnen worden opgevraagd uit het foutgeheugen, zie hoofdstuk 9.2.1 "Gebruikersmenu" op pagina 45. De oorzaken van de meldingen kunnen worden verholpen door de gebruiker of een specialist. Als dit niet mogelijk is, staat de Reflex klantenservice bij met geavanceerd advies.
Pagina 48
Werking ER-code Melding Potentiaalvrij Oorzaak Oplossing Reset melding contact Bijvulduur • Ingestelde waarde • Ingestelde waarde Quit overschreden. controleren in het gebruikers- of • Verlies van water in de servicemenu. installatie. • Waterpeil • Bijvulling niet aangesloten. controleren. • Bijvulleiding te klein. •...
Pagina 49
• Optiekaart defect. controleren. • Optiekaart vervangen. EEPROM defect • EEPROM defect. Contact opnemen met de Quit Reflex klantenservice. • Interne berekeningsfout. Onderspanning Sterkte van de Voedingsspanning voedingsspanning controleren. onderschreden. Afstelparameter EPROM-parametergeheugen Contact opnemen met de Quit foutief defect.
De jaarlijks uit te voeren onderhoudsbeurt wordt weergegeven op het display nadat de ingestelde bedrijfsduur verstreken is. De melding "Onderhoud aanbev." wordt bevestigd door op de knop "Quit" te drukken. Opmerking! Laat de onderhoudswerkzaamheden alleen uitvoeren door gekwalificeerd personeel of de Reflex klantenservice en laat de uitgevoerde werkzaamheden akkoord tekenen. 50 — Nederlands...
Onderhoud Het onderhoudsschema is een samenvatting van de op regelmatige tijdstippen uit te voeren onderhoudswerkzaamheden. Onderhoudspunt Voorwaarden Interval ▲ = controle, ■ = onderhoud, ● = reinigen ▲ ■ Dichtheid controleren, zie hoofdstuk 10.1 "Externe dichtheidscontrole" op Jaarlijks pagina 51. •...
Onderhoud 10.2 Reiniging 10.2.1 Vuilvanger reinigen Uiterlijk aan het einde van het interval voor permanente ontgassing dient de vuilvanger "ST" in de ontgassingsleiding "DC" te worden schoongemaakt. De vuilvanger moet bovendien na het vullen of na langdurig gebruik worden gecontroleerd. Druk op de “Stop”-knop op het bedieningspaneel van de besturing.
Onderhoud 10.4 Onderhoudscertificaat De onderhoudswerkzaamheden werden uitgevoerd volgens de Reflex handleidingen voor montage, bediening en onderhoud. Datum Servicefirma Handtekening Opmerkingen Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B Nederlands — 53...
Aanbevolen maximale controletermijnen voor het gebruik in Duitsland volgens § 16 van de wetgeving inzake industriële veiligheid en indeling van de drukvaten van het apparaat in diagram 2 van richtlijn 2014/68/EG, geldig met strikte naleving van de Reflex instructies t.a.v. montage, bediening en onderhoud.
Demontage Demontage GEVAAR Levensbedreigend letsel door elektrische schokken. Indien stroomvoerende delen worden aangeraakt, bestaat het gevaar van levensbedreigend letsel. • Zorg dat de installatie, waarin het apparaat zal worden gemonteerd, spanningsvrij is. • Zorg dat de installatie niet door andere personen weer kan worden ingeschakeld. •...
Pagina 56
Demontage Voorafgaand aan de demontage dient u de ontgassingsleidingen “DC” en de bijvulleiding “WC” tussen de installatie en het apparaat te blokkeren en het apparaat drukloos schakelen. Schakel vervolgens het apparaat spanningsvrij. Ga als volgt te werk: Schakel de installatie spanningsvrij en beveilig de installatie tegen onopzettelijk inschakelen. Blokkeer de ontgassingsleidingen "DC"...
Registratie nr. van de aangemelde instantie 0045 Fabrikant De fabrikant verklaart hierbij dat het drukapparaat (het vat / de module) voldoet aan de eisen van de Richtlijn 2014/68/EU. Reflex Winkelmann GmbH Gersteinstr. 19 59227 Ahlen, Duitsland Tel.: +49 2382 7069 -0 Norbert Hülsmann...
Bijlage 12.3 Certificaatnr. van het EG-typeonderzoek Type Certificaat-nummer Servitec DN 150 – DN 250 10 bar / 16 bar – 120 °C 04 202 1 450 03 00210 12.4 Garantie Er zijn de desbetreffende wettelijke garantievoorwaarden van toepassing. Vacuüm – sproei-ontgassing — 06.07.2016 – Rev. B Nederlands —...