7.5
Vacuümtest
De vacuümtest moet zorgvuldig worden uitgevoerd, omdat anders de werking van het apparaat niet kan worden gecontroleerd.
Servitec 35 – 60
Ga als volgt te werk:
1
Sluit de kogelklep (2) met de vuilvanger (3) op de toevoerleiding "DC" naar de sproeibuis. De tweede kogelklep (1) in de
toevoerleiding vanuit pomp "DC" naar de installatie blijft geopend.
2
Activeer de handbedieningsmodus van de besturingseenheid en bouw een vacuüm op.
•
Wissel naar de handmatige modus (handbediening).
–
Voor informatie over de handbediening, zie hoofdstuk 8.1.2 "Handbediening" op pagina 48.
3
Activeer de permanente ontgassing m.b.v. de knop "Rondpompen" tot een stabiele onderdruk opgebouwd is op de vacuümmeter
van de vacuüm-sproeibuis.
•
Noteer de onderdruk die op de vacuümmeter wordt weergegeven.
4
Controleer na 10 minuten opnieuw de vacuümmeter "PI". De druk mag niet schommelen. Als de druk stijgt, dient u het apparaat op
dichtheid te controleren.
•
Alle schroefkoppelingen op de vacuüm-sproeibuis".
•
De ontgassingsklep "DV" op de vacuüm-sproeibuis "VT".
•
De ontluchtingsschroef van pomp "PU".
5
Als de vacuümtest succesvol afgerond is kunt u de kogelklep (2) openen.
6
Als op het display van de besturingseenheid de foutmelding "Watertekort" verschijnt, dient u deze foutmelding met de knop "OK"
te bevestigen.
De vacuümtest is nu voltooid.
Opmerking!
De te bereiken onderdruk komt overeen met de verzadigingsdruk bij de aanwezige watertemperatuur.
–
Bij 10 °C kan een onderdruk van ca. -1 bar worden bereikt.
Opmerking!
Herhaal de stappen 2 t/m 4 zolang, tot geen verdere drukstijging te observeren is.
Servitec 75 – 95
Servitec 35-120 met Touch-besturing — 06.07.2016 - Rev. B
Eerste inbedrijfstelling
Servitec 75 – 120
Nederlands — 41