3.2 Elektrische aansluiting
Volg de instructies voor de motor bij het
uitvoeren van de elektrische aansluitingen.
De elektrische aansluitingen dienen door een erkend
installateur te worden uitgevoerd, in overeenstem-
ming met de lokale regelgeving.
WAARSCHUWING
Elektrische schok
Dood of ernstig persoonlijk letsel
- Voordat u met werkzaamheden aan het
product begint, dient u er zeker van te
zijn dat de elektriciteitstoevoer is uitge-
schakeld en niet per ongeluk kan wor-
den ingeschakeld.
- Sluit de pomp aan op een externe net-
schakelaar die dicht bij de pomp is
geplaatst en op een motorbeveiliging of
een CUE-frequentieomvormer. Zorg
ervoor dat u de hoofdschakelaar in de
stand UIT (geïsoleerd) kunt zetten. Type
en eisen zoals gespecificeerd in EN
60204-1, 5.3.2.
Overweeg of het noodzakelijk is om een
noodschakelaar te installeren.
De bedrijfsspanning en -frequentie staan vermeld op
het typeplaatje van de motor. Zorg ervoor dat de
motor geschikt is voor de aanwezige voedingsspan-
ning en dat de motor correct is aangesloten. U vindt
een bedradingsschema in de klemmenkast.
3.2.1 Kabelingang/gedraaide aansluiting
Alle motoren worden zonder gedraaide kabelingang
geleverd. Onderstaande tabel toont de aantallen en
afmetingen van de kabeldoorvoeren van de klem-
menkast volgens norm EN 50262.
Aantal en afme-
Motor
ting van kabe-
[kW]
lingangen
0,25-
2 x M20 x 1,5
0,55
0,75-
2 x M20
3,0
4,0-7,5 4 x M25
2 x M20
11-22
4 x M40
30-45
2 x M50 x 1,5
55-75
2 x M63 x 1,5
10
Beschrijving
De gaten hebben voorge-
goten schroefdraad en
worden gesloten met
doordrukkabelingangen.
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
De gaten worden geslo-
ten met doordrukkabelin-
gangen.
Afsluitplug.
Afsluitplug.
3.2.2 Driefasenaansluiting
Netvoeding [V]
Driehoeksaan-
sluiting
220-240
50 Hz
380-415
220-277
60 Hz
380-480
1)
60 Hz motoren, 0,37 - 1,1 kW: 220-277/380-440
V.
W2
U1
W1
U2
V2
V1
Afb. 10 Driehoeksaansluiting
U1
U2
W2
V2
W1
V1
Afb. 11
Steraansluiting
Als de motor is uitgerust met PTC sensoren of PTO
contacten, moet de aansluiting overeenkomstig het
bedradingsschema in de klemmenkast gebeuren.
Sluit driefasenmotoren aan op een motorbeveiliging.
Steraansluiting
/
380-415
/
660-690
1)
/
380-480
/
660-690
W2
U2
V2
U1
V1
W1
L
L
L
1
2
3
U2
W2
V2
U1
V1
W1
L
L
L
1
2
3