volgende link: http://www.hp.com/recycle). De geheugenchips uit deze steekproef worden gelezen en
bestudeerd om toekomstige HP-producten te verbeteren.
Een derde die de printercartridge in bezit heeft, kan toegang hebben tot de informatie op de
geheugenchip. Als u liever geen toegang toestaat tot deze informatie, kunt u de chip onbruikbaar maken.
Nadat u de geheugenchip onbruikbaar hebt gemaakt, kan de geheugenchip echter niet meer worden
gebruikt in een HP-printer.
Als u bezorgd bent over het bieden van deze anonieme informatie, kunt u het vermogen van de
geheugenchip om de gebruiksinformatie van het product te verzamelen, uitschakelen. Ga hiervoor
naar DE GEÏNTEGREERDE webserver en tik op Security > Security Settings (Beveiligingsinstellingen) en
vervolgens in het gedeelte Printerinstellingen om te schakelen naar Anonieme gebruiksinformatie. Dit
belemmert de werking van de inktcartridge verder niet. Als u op een later moment van gedachten
verandert, kunt u de fabrieksinstellingen herstellen om het verzamelen van gebruiksinformatie te
hervatten.
De status van de inktcartridge controleren
Informatie over de geschiedenis van de inktcartridges.
Als u de inktniveaus van de inktcartridges wilt weergeven, tikt u op het pictogram
(Benodigdheden) en daarna op Ink Cartridges (Inktcartridges) op het bedieningspaneel. Tik voor meer
informatie op de desbetreffende cartridge.
Ga in de geïntegreerde webserver naar Home > Geschatte cartridgeniveaus of benodigdheden >
cartridges.
Zie
Statusberichten voor inktcartridges op pagina 155
voor de inktpatronen.
Inktcartridge vervangen
Er zijn twee omstandigheden waarin u een inktcartridge moet vervangen.
●
De inktcartridge is bijna leeg en u wilt deze vervangen door een nieuwe cartridge voor onbeheerd
afdrukken (u kunt de resterende inkt in de eerste cartridge later opgebruiken).
●
De inktcartridge is leeg of defect en u moet deze vervangen om verder te kunnen afdrukken.
VOORZICHTIG:
VOORZICHTIG:
1.
Zorg ervoor dat de printer is ingeschakeld.
2.
Open de inktpatroondeur rechtsachter op de printer.
86
Hoofdstuk 10 Omgaan met inktcartridges en printkop
Verwijder geen inktcartridge tijdens het afdrukken.
Verwijder een inktcartridge alleen wanneer u klaar bent om een nieuwe te installeren.
voor een beschrijving van de statusberichten
Supplies