2.
Plaats het draadloze toegangspunt weg van materialen met een hoge dichtheid. Metaal, beton,
dubbeldikke wanden zijn het moeilijkst om door te dringen; hout en gipsplaten zijn eenvoudiger.
Onthoud het volgende bij het plaatsen van de printer.
3.
Wijzig het draadloze kanaal in een kanaal dat niet wordt gebruikt. Bij voorkeur 1, 6 of 11, aangezien
dit niet-overlappende kanalen zijn.
4.
Breid het bereik van het draadloze netwerk uit door middel van een eenvoudige Wi-Fi-extender of
voeg meer draadloze toegangspunten toe.
Uw apparaat instellen
Bereid de printer voor met de juiste software voor uw apparaat.
De software installeren (Windows)
Verbind de printer en de computer of het mobiele apparaat op hetzelfde netwerk.
Voor het downloaden van de software, zie
De software installeren (Mac OS X)
Verbind de printer en de computer of het mobiele apparaat op hetzelfde netwerk.
Voor het downloaden van de software, zie
De printer toevoegen
Voeg een printer toe aan een netwerk onder Mac OS X.
■
Ga naar System Preferences (Systeemvoorkeuren) > Printers and Scanners (Printers en scanners)
en tik op + om een nieuwe printer toe te voegen.
●
Als u de driver hebt geïnstalleerd: Selecteer het tabblad IP, voer uw IP adres in en selecteer het
protocol HP Jetdirect-Socket. Tik op Continue (Doorgaan).
●
Als u AirPrint wilt gebruiken: Kies uw printer uit de lijst met weergegeven netwerkprinters en tik
op Add (Toevoegen). Selecteer in het menu Use (Gebruik) de optie Secure AirPrint (Beveiligde
AirPrint) of AirPrint, en tik op Add (Toevoegen).
TIP:
Om de naam bonjour op het bedieningspaneel te zien, opent u het dashboard van de printer en
tikt u op het pictogram
Instellingen > Netwerk > WiFi > Wi-Fi Details.
Printeroplossingen op pagina
Printeroplossingen op pagina
Menu en daarna op Instellingen > Netwerk > Ethernet > Ethernet-details of
8.
8.
Uw apparaat instellen
15