Afb.91
Voorbeelden van verbrandingscontroles
7.7.2
Functie 'Handmatige kalibratie' uitvoeren
Om de kalibratiefunctie te activeren, gaat u eerst naar het installateursniveau zoals eerder beschreven en gaat u vervolgens als
volgt te werk:
1. Druk op de menutoets
2. Open de Inbedrijfstelling
3. Selecteer functie Ketelkalibratie.
4. Volg de instructies op het display van de verwarmingsketel.
5. Zodra de functie is voltooid, wordt gedurende enkele seconden een melding op het display weergegeven waarin wordt
bevestigd dat de kalibratie is voltooid.
6. Het display keert terug naar het hoofdmenu.
7. Om de functie te verlaten, houd de toets
7868458 - 03 - 13062024
Meet het CO
Vergelijk dit met de controlewaarde.
De rookgasanalysator moet een minimale nauwkeurigheid hebben van ±
0,25% en ±20 ppm CO.
Meet de CO-waarde van de rookgassen. Voer de volgende acties uit als
de CO-waarde nog steeds hoger is dan 400 ppm:
Controleer of de rookgasafvoer correct geïnstalleerd is.
Controleer of de gebruikte gassoort overeenkomt met de
ketelinstellingen.
Controleer of de brander niet beschadigd is en verwijder
verontreinigingen uit de brander.
Controleer opnieuw of de verhouding gas/lucht correct is.
Neem contact op met uw leverancier als de CO-waarde nog steeds
hoger is dan 400 ppm.
.
enkele seconden ingedrukt.
/O
-gehalte van de rookgassen met de meetapparatuur.
2
2
Gevaar
Schakel het toestel uit en neem contact op met uw leverancier als
de CO-waarde nog steeds hoger is dan 1000 ppm.
Belangrijk
De CO-concentratie van de rookgassen moet altijd in
overeenstemming zijn met de installatievoorschriften in het land
waar het toestel is geïnstalleerd.
Belangrijk
Bij dit toestel moet het gasblok niet mechanisch worden
bijgeregeld. Het gasblok wordt automatisch bijgeregeld
Opgelet
Om de verbrandingsproducten te analyseren, moet er sprake zijn
van een adequate warmte-uitwisseling in de installatie in de
verwarmingsmodus of sanitair-watermodus (open hiertoe een of
meerdere SWW-kranen) om te voorkomen dat de ketel vanwege
oververhitting uitschakelt. Voor een correcte werking van de ketel
moet het CO
(O
)-gehalte van de verbrandingsgassen binnen het
2
2
in de onderstaande tabel aangegeven tolerantiebereik liggen. Als
de gemeten CO
-waarde (O
2
de elektroden en de elektrodeafstanden. Vervang indien nodig de
elektroden door ze juist te plaatsen en de hieronder beschreven
handmatige kalibratiefunctie te beginnen.
7 Inbedrijfstelling
) afwijkt, controleer dan de staat van
2
ELGA ACE ALL-IN-ONE
99