Advertenties
8 Instellingen
Aantal impulsen per kWh
4
2
1
Energiemetingen kunnen worden afgelezen op Energieverbruik CV (AC005) meters.
8.7.2
Voeding van de warmtepomp met fotovoltaïsche energie
Als er elektrische energie beschikbaar is tegen lagere kosten, zoals fotovoltaïsche energie, kan het verwarmingscircuit
oververhit worden.
1. Om oververhitting met fotovoltaïsche energie te activeren, moet een van de twee parameters AP001of AP100 worden
ingesteld of moet een droog contact worden aangesloten op ingang BL1 of ingang BL2:
Ingang BL1 wordt ingesteld door de parameter AP001
Ingang BL2 wordt ingesteld door de parameter AP100
2. Volg het hieronder beschreven toegangspad.
Toegangspad
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Blokkerende ingang
3. Stel de ingangsparameters voor de warmtepomp in.
Instelling
AP001
AP100
4. Om de installatie opzettelijk over te verhitten en te profiteren van laagtarief elektriciteit, stelt u richttemperaturen in die
overschreden mogen worden.
Instelling
Offset verwarm. - FV
HP091
Waarschuwing
Wanneer de ingang is ingeschakeld, wordt alleen de warmtepomp gebruikt, ongeacht de prestaties van de
buitenunit (ODU), tenzij de buitentemperatuur lager is dan de waarde die is ingesteld in parameter HP051 (Min.
buitentemp. WP) of de ODU een fout vertoont.
8.7.3
Aansluiting van de installatie op een Smart Grid
De warmtepomp kan controlesignalen ontvangen en regelen van het "smart" energiedistributienetwerk (Smart Grid Ready).
Gebaseerd op de ontvangen signalen van de klemmenstroken van de BL1 IN en BL2 IN multifunctionele ingangen, schakelt de
warmtepomp uit of oververwarmt het verwarmingssysteem om het elektriciteitsverbruik te optimaliseren.
Tab.83
Werking van de warmtepomp in een Smart Grid
BL1 IN ingang
Gedeactiveerd
Actief
Gedeactiveerd
Actief
Oververhitting wordt geactiveerd naargelang het droge contact op de ingangen BL1 en BL2 open of gesloten is, en naargelang
de instellingen van de Config. contact BL1 (AP098) en Config. contact BL2 (AP099) parameters die de activering van de
functies regelen met betrekking tot de open of gesloten positie van de contacten.
1. Schakel de voeding van de binnenunit uit.
2. Sluit de Smart Grid signaalingangen aan op de ingangen BL1 IN en BL2 IN op de Smart Grid aansluitprintplaat, de signalen
komen van droge contacten.
3. Draai de elektriciteitsschakelaar om en schakel de warmtepomp in.
110
ELGA ACE ALL-IN-ONE
Waarden die moeten worden geconfigureerd voor de Elektr. pulswaarde
(HP033) parameter
250
500
1000
Beschrijving
Configuratie contact vr blokk. ingang 1
Functie blokkerende ingang
Configuratie contact vr blokk. ingang 2
Functie blokkerende ingang
Beschrijving
Temperatuuroffset voor setpunt verwarming
wanneer fotovoltaïsche energie beschikbaar is
BL2 IN ingang
Werking
Gedeactiveerd
Normaal: de warmtepomp werkt normaal
Gedeactiveerd
Uit: de warmtepomp is uitgeschakeld
Actief
Spaarstand: de warmtepomp oververwarmt vrijwillig de installatie
Actief
Superspaarstand: niet beschikbaar
Aanpassing vereist
Alleen fotovolt. WP
Alleen fotovolt. WP
Aanpassing vereist
Stel de autorisatie zodanig in dat de richttempe
ratuur van de verwarming mag worden over
schreden van 0 tot 30 °C
7868458 - 03 - 13062024
Advertenties
