2. Stel de parameters voor de stille modus in.
Parameter
Stille modus
HP058
StartTdStilleWerking
HP094
EindTdStilleWerking
HP095
Het hoofdscherm toont de status van het toestel in de stille modus.
Afb.99
8.7
Energiebronnen configureren
8.7.1
Een elektriciteitsmeter configureren
Voor een correcte werking van de energiemetingen moet de parameter aangepast worden: Waarde van de puls afkomstig van
de elektrische teller aangesloten op de energiemeter.
1. Lees de pulswaarde af voor de energiemeter met gebruikte norm EN 62053-31.
2. Volg het hieronder beschreven toegangspad.
Toegangspad
>
Installateur > Systeeminstallatie > Warmtepomp > Energiebeheer
3. Configureer de volgende parameters:
Instelling
Elektr. pulswaarde
HP033
Tab.82
Parameterwaarde gebaseerd op het type energiemeter
Aantal impulsen per kWh
1000
500
250
200
125
100
50
40
25
20
10
8
5
7868458 - 03 - 13062024
Beschrijving
Instellen van de stille modus van de warmtepomp.
Er zijn drie keuzemogelijkheden:
Geen stille modus: normaal bedrijf
Stille modus level 1: geluidsreductie niveau 1
Stille modus level 2: geluidsreductie niveau 2, meer
reductie dan niveau 1
Starttijd voor functie 'stille werking' van warmtepomp
Eindtijd voor functie 'stille werking' van warmtepomp
MW-1002367-1
Low noise
Beschrijving
Pulswaarde van de elektriciteitsmeter
Waarden die moeten worden geconfigureerd voor de Elektr. pulswaarde
(HP033) parameter
1
2
4
5
8
10
20
25
40
50
100
125
200
Aanpassing vereist
Stille modus level 1
of
Stille modus level 2
22:00
06:00
Aanpassing vereist
De afstelling is afhankelijk van het type geïnstal
leerde energiemeter.
Afstelbereik: van 0 (geen meting) tot 1000 Wh.
Standaardwaarde: 1 Wh
ELGA ACE ALL-IN-ONE
8 Instellingen
109