Code
BESCHRIJVING VAN TIJDELIJKE
STORINGEN
H06.26
Warmtepomp vloeistoftemperatuur
sensorfout
H06.27
De vorstbeveiliging warmtepomp is
geactiveerd
H06.28
Comm. BiU-Buitenunit
H06.29
Buitenunit en interfacekaart niet
compatibel
H06.30
De buitenunittemperatuur is
abnormaal
H06.31
Fout temperatuursensor buitenunit
H06.32
Fout temperatuursensor buitenunit
H06.33
Temperatuur koelplaat buitenunit is
abnormaal
7868458 - 03 - 13062024
OORZAAK – Controle/oplossing
Voor de meeste controles en oplossingen is een installateur vereist.
Controleer de bekabeling tussen de printplaat EHC–15 en de sensor.
Controleer of de sensor goed gemonteerd is.
Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Vervang de sensor indien nodig.
Communicatiestoring tussen de binnenunit en buitenunit
Storingscode op het digitale display van de buitenunit: H0
De hoofdbesturingsprint B en de hoofdbesturingsprint van de hydrauli
sche module zijn niet verbonden. Sluit de kabel aan.
Controleer de waarde van signaal HM024. Als de waarde van HM024 la
ger is dan 75%, zijn de communicatiefouten te ernstig. Het is essentieel
om een afgeschermde communicatiekabel te gebruiken.
Voeg in geval van een sterk magnetisch veld of sterke interferentie (bijv.
liften, krachtige transformators) een afscherming toe om de unit te be
schermen of verplaats de unit naar een andere locatie.
1. Schakel de buitenunit en de binnenunit uit.
2. Wacht 3 minuten op het ontladen van de condensors van de buiten
unit.
3. Schakel de buitenunit en daarna de binnenunit in.
Controleer de juiste instelling van CN's voor de EHC-15 printplaat.
Controleer de juiste instelling van de DIP-schakelaar voor buitenunit uit.
Storingscode op het digitale display van de buitenunit: EA
De connector van de aanvoertemperatuursensor is los. Sluit hem weer
aan.
De connector van de aanvoertemperatuursensor is nat of bevat water.
Tap het water af, droog de connector en breng waterbestendig hechtmid
del aan.
De aanvoertemperatuursensor is defect. Vervang hem.
Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de senso
ren.
Controleer of de sensoren correct zijn gemonteerd.
Controleer de weerstandswaarde van de sensoren.
Vervang de sensoren indien nodig.
Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de senso
ren.
Controleer of de sensoren correct zijn gemonteerd.
Controleer de weerstandswaarde van de sensoren.
Vervang de sensoren indien nodig.
Koelplaat = radiator
12 Bij storing
ELGA ACE ALL-IN-ONE
171