Advertenties
7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
De inbedrijfstellingsprocedure van het systeem wordt uitgevoerd:
De eerste keer dat deze gebruikt wordt
Na een langdurige uitschakeling (meer dan 28 dagen)
Na elke gebeurtenis waarbij het apparaat mogelijk opnieuw moet worden geïnstalleerd
Door het apparaat in bedrijf te stellen, kan de gebruiker de verschillende instellingen en controles bekijken die moeten worden
uitgevoerd om het systeem veilig op te starten.
7.2
Controlelijst vóór inbedrijfstelling
Voer de volgende controles uit vóór de inbedrijfstelling van het toestel:
1. Controleer of de plaatselijk aangeleverde gassoort overeenkomt met de gegevens op het typeplaatje van de
verwarmingsketel.
Gevaar
Stel de verwarmingsketel niet in bedrijf als het geleverde gas niet overeenkomt met de goedgekeurde gassoorten
voor de verwarmingsketel.
2. Controleer de aansluiting van de aardingsdraad.
3. Controleer de gasleiding vanaf de gaskraan naar de brander op de verwarmingsketel.
4. Controleer het hydraulische circuit vanaf de aansluitingen van het toestel naar het verwarmingscircuit.
5. Controleer of de hydraulische druk van de verwarmingsinstallatie tussen 1,5 en 2,0 bar ligt.
6. Controleer de elektrische voedingsaansluitingen naar de diverse componenten.
7. Controleer de elektrische aansluitingen op de thermostaat en de andere externe componenten.
8. Controleer de ventilatie in de ruimte waarin het systeem is geïnstalleerd.
9. Controleer de rookgasaansluitingen.
10. Controleer de dichtheid van het koudemiddelcircuit (lekcontrole).
7.2.1
Uit te voeren stappen vóór inbedrijfstelling
Ga als volgt te werk voor de inbedrijfstelling van de verwarmingsketel:
Afb.88
Gasklep
Opgelet
De inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een erkende installateur.
1. Monteer alle panelen en afdekkingen op de binnenunit en buitenunit.
2. Zet spanning op de installatie-automaten op het schakelpaneel:
Installatieautomaat van de buitenunit
Installatie-automaat van binnenunit om correcte communicatie met de buitenunit tot stand te brengen (zorg ervoor dat
deze al gevoed wordt)
Het welkombericht wordt weergegeven.
7868458 - 03 - 13062024
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan op de verwarmingsketel.
3. Open de frontmantel.
4. Controleer de druk van de gasleiding bij het drukmeetpunt Pi op de
gasklep (zie afbeelding).
5. Controleer de gasleiding en gaskranen op mogelijke gaslekken. De
testdruk mag hoogstens 60 mbar (6 kPa) zijn.
6. Ontlucht de gasleiding door het drukmeetpunt Pi op het gasblok los te
draaien (zie afbeelding). Sluit het meetpunt weer af zodra de leiding
Pi
voldoende is ontlucht.
7. Controleer of de sifon vol water zit (zie voor de procedure de sectie
'Het vullen van de sifon').
8. Controleer de afdichting/toestand van de rookgasleidingen.
9. Controleer de hydraulische aansluitingen op lekkage.
10. Controleer of de brugdraad op aansluitklem CB06 verwijderd is
BO-0000215
voordat er een (ruimte)thermostaat/ruimte-unit aangesloten wordt.
7 Inbedrijfstelling
ELGA ACE ALL-IN-ONE
95
Advertenties
