1. TOESTELOMSCHRIJVING De remeha Gas 3d XR is een uit gietijzeren leden sa- De ketel is voorzien van een ingebouwde trekonderbre- mengebouwde, atmosferische, verbeterd rendement gas- ker met terugslagbeveiliging. De ketel is gekeurd op de ketel en geschikt voor het stoken van alle kwaliteiten essentiële eisen van de onderstaande richtlijnen:...
3. TECHNISCHE GEGEVENS EN AFMETINGEN Doorsnede Bovenaanzicht Vooraanzicht Linkerzijaanzicht Afb. 01 Afmetingen Afmetingen Waterz. weerstand Gewicht Aantal Nominaal Nominale In te stellen Water- excl. Æt=20°C Æt=10°C leden vermogen belasting gasverbruik inhoud water ØD Ød ± L ± L ± L mbar kW Hi kW Hs...
Gas 3d XR 4. RENDEMENTSGEGEVENS 4.3 Nullastverlies 4.1 Rookgaszijdig rendement Tot 1,17% t.o.v. Hi (1,05% t.o.v. Hs) bij 80/60°C. Tot 91,4% t.o.v. Hi (82,3% t.o.v. Hs) in vollast en tot 90,7% t.o.v. Hi (81,7% t.o.v. Hs) in deellast bij 80/60° C.
Iedere groep krijgt een eigen pomp. De ketelpomp ver- Waarschuwing plaatst de totale waterhoeveelheid. Gezien de hoge rendementen van de remeha Gas 3d XR dient aandacht te worden besteed aan de uitvoering van het rookgasafvoersysteem. De tabellen in par. 5.5.2 geven de minimale en maximale toelaatbare hoogtes (in meters) aan.
Gas 3d XR 5.5.2 Afmetingen rookgasafvoersystemen Uitpandige rookgasafvoersystemen * (hieronder vallen alle systemen welke met één of meerdere zijden aan de buitenlucht grenzen) Uitvoeringen, inwendige afmetingen (mm) en minimale c.q. maximale hoogten (in m) van het rookgasafvoerkanaal steens + spouw + Bouwkundig geïsoleerde elementen of...
6. PLAATSINGSVOORSCHRIFTEN 6.1 Opstellingsmogelijkheden in het ketelhuis Technisch gesproken kan met minder ruimte worden vol- In de tekeningen staan de maten (in mm) aangegeven, staan mits het plaatselijk energiebedrijf hiermee akkoord die overeenkomstig NEN 1078 minimaal nodig zijn in het gaat.
Gas 3d XR 6.2 Steunoppervlak 6.3 Voorschriften De ketel dient op de meegeleverde draagplaatjes te Bij plaatsing en bij aansluiting van de ketel dient te worden geplaatst, volgens onderstaande tekening. worden voldaan aan de van toepassing zijnde voor- schriften gegeven in: NEN 3028-1986: ‘Veiligheidseisen voor centrale...
7. COMPONENTEN VAN DE REGEL- EN BEVEILIGINGSAPPARATUUR 7.1 Algemeen De gasapparatuur, het bedieningspaneel, de dompelbuis De remeha Gas 3d XR wordt geleverd met: Elektroni- en de aanvoer dienen standaard altijd aan dezelfde kant sche regel- en beveiligingsapparatuur, volgens het gemonteerd te worden.
Gas 3d XR 7.5 Uitvoering met gaslekbeveiliging, regeling H/L 7.5.3 Schakelkast (uitvoering 010) Schakelkast voorzien van: hoofdschakelaar 7.5.1 Schematische uitvoeringen beveiligingsautomaat L & G niveaubeveiligingsautomaat Dungs automatische zekering signaallampen potentiaal vrij contact voor centrale alarmering potentiaal vrij contact voor bedrijfsmelding 7.6 Functies...
8. MONTAGERICHTLIJNEN EN INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN VOOR HET WATERZIJDIG GEDEELTE 8.1 Algemeen 8.5 Waterdruk De remeha Gas 3d XR wordt in losse delen geleverd. De De ketelleden worden onderworpen aan een proefdruk afmetingen zijn zodanig, dat alle delen via een normale van 12 bar.
Gas 3d XR 9. INSTALLATIEVOORSCHRIFT VOOR DE GASTECHNISCHE INSTALLATEUR 9.2 Afpersen van de gasinstallatie 9.1 Algemeen Gasinstallaties moeten gasdicht zijn. Zie voor beproeving De gasaansluiting moet voldoen aan de NEN 1078 (GAVO 1987 plus laatste aanvulling). De gasaansluiting en controle NEN 1078 (GAVO 1987 plus laatste aanvul- kan zowel links als rechts worden aangebracht.
11. INBEDRIJFSTELLINGSVOORSCHRIFT 11.1 Standaard elektronische uitvoering, regeling 12. De werking van de niveaubeveiliging controleren H/L (uitvoering 004) door: a. De elektrische aansluiting van de elektrode los te 11.1.1 Technische gegevens nemen (Klem E). Beveiligingsautomaat : fabrikaat Satronic. Controle op het waterniveau. Type : MMI-816.
Gas 3d XR 15. Controleer de werking van de terugslagbeveiliging. 11.1.3 In bedrijf stellen 14 t/m 17 leden Bij het aanspreken van deze terugslagbeveiliging 1. Controleer de gasaansluitingen. dient de gastoevoer te worden geblokkeerd. 2. Controleer de elektrische aansluitingen, fase-nuI aarde.
11.2.2 In bedrijf stellen 5 t/m 13 leden Hierbij mag geen CO worden gevormd. De instel- 1. Controleer de gasaansluitingen. schijf van de drukschakelaar HD langzaam ver- 2. Controleer de elektrische aansluitingen, fase-nul- draaien tot de drukbewaking ingrijpt. aarde. De ketel vergrendelt en de signaallamp 'max- 3.
Gas 3d XR 11.2.3 In bedrijf stellen 14 t/m 17 leden 12. Controleer de werking van de thermostaten en stel 1. Controleer de gasaansluitingen. deze op de juiste waarde in. De maximaalthermo- 2. Controleer de elektrische aansluitingen, fase-nuI- staat werkt vergrendelend (110°C).
Gas 3d XR c. Stel de max. gasdrukschakelaar (te hoge startbe- Wordt een overdruk van ca. 30 mbar t.o.v. de gas lasting) HD-start als volgt af: voordruk binnen de testtijd van 27 sec. bereikt, dan Sluit een drukmeter aan op meetpunt HD-start.
De instelschijf van de drukschakelaar HD lang- 15. Controleer de werking van beveiligingsautomaat en zaam verdraaien tot de drukbewaking ingrijpt. de sluittijd van de beveiligingsafsluiters door de vlam- De ketel vergrendelt en de signaallamp 'max- beveiliging tijdens bedrijf los te nemen. De beveili- gasdruk' brandt.
Gas 3d XR 12. RICHTLIJNEN VOOR HET LOKALISEREN EN OPHEFFEN VAN STORINGEN 12.1 Algemeen Storingen van buitenaf Hanteer het elektrisch schema en het schakelvolgorde- 1. De gasdruk valt weg diagram. - (uitvoering 004) De beveiligingsautomaat valt in Controleer: storing. Na het terugkeren van de gasdruk, de in- 1.
Pagina 29
à 12.3 Uitvoering met gaslekbeveiliging, regeling H/L Geen start. Het regelcircuit is niet gesloten. De (uitvoering 010) eindschakelaar van de verbrandingsklep is niet gesloten. Defect in het vlambeveiligingscircuit van de Besturingsprogramma bij storingen en stoorstand- aanwijzing beveiligingsautomaat. Bij alle storingen wordt de brandstoftoevoer direct onder- Vlamstoring.
Pagina 30
Gas 3d XR Ã 12.4 Uitvoering met dubbele beveiligingsafsluiters, Geen start. Het regelcircuit is niet gesloten. De regeling H/L (uitvoering 013) eindschakelaar van de verbrandingsklep is niet gesloten. Besturingsprogramma bij storingen en stoorstand- Defect in het vlambeveiligingscircuit van de aanwijzing beveiligingsautomaat.
Het reinigen van de vloer onder de ketel en de zaamheden kunt u desgewenst gebruik maken van een stookruimte in de directe omgeving van de ketel. speciaal opgeleid team Remeha-vakmensen. a4. Het uitwendig reinigen van de ketelmantel. a5. Het uitwendig reinigen van de apparatuur, te weten: ontstekingsinrichting, aansteekbrander, ionisatie-cel, thermostaten, bekabeling en gasapparatuur.