Code
BESCHRIJVING VAN TIJDELIJKE
STORINGEN
H00.49
Aanvoertemperatuursensor
warmtepomp werd verwacht maar is
niet gedetecteerd
H00.51
Retourtemperatuursensor
warmtepomp is verwijderd of meet
een temperatuur beneden het bereik
H00.52
Retourtemperatuursensor
warmtepomp is kortgesloten of meet
een temperatuur boven het bereik
H02.02
Wacht op configuratienummer
H02.03
Configuratiefout
H02.04
Parameterfout
H02.05
CSU komt niet overeen met CU-
type
H02.07
Fout waterdruk actief
H02.09
Deelblokkering van het apparaat
gedetecteerd
H02.10
Volledige blokkering van het
apparaat gedetecteerd
H02.23
Waterdoorstromingsfout van het
systeem actief
H02.25
De Titan Active System maakt kort
sluiting of los contact
7868458 - 03 - 13062024
OORZAAK – Controle/oplossing
Voor de meeste controles en oplossingen is een installateur vereist.
Controleer de bekabeling tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor.
Controleer of de sensor goed gemonteerd is.
Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Vervang de sensor indien nodig.
Controleer de bedrading tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor.
Controleer of de sensor goed gemonteerd is.
Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Vervang de sensor indien nodig.
Controleer de bedrading tussen de hoofdbesturingsprint en de sensor.
Controleer of de sensor goed gemonteerd is.
Controleer de weerstandswaarde van de sensor.
Vervang de sensor indien nodig.
Wacht op invoer van configuratieparameters:
Configureer CN1 / CN2 afhankelijk van het vermogen van de geïnstal
leerde buitenunit (CNF menu).
Hoofdbesturingsprint vervangen: warmtepomp niet geconfigureerd.
De ingevoerde configuratieparameters zijn verkeerd:
Configureer CN1 / CN2 afhankelijk van het vermogen van de geïnstal
leerde buitenunit (CNF menu).
Herstel de fabrieksinstellingen.
Als de fout nog steeds aanwezig is: vervang de hoofdbesturingsprint.
Andere software (software-nummer of parameterversie niet in overeen
stemming met het geheugen).
Controleer de hydraulische druk in het verwarmingscircuit.
Controleer de bedrading tussen de hoofdbesturingsprint en de druksen
sor.
Controleer de aansluiting van de druksensor.
BL ingang op de connectorstrook van de hoofdbesturingsprint open:
Controleer het contact op de BL ingang.
Controleer de bedrading.
Controleer parameters AP001 en AP100.
BL ingang op de connectorstrook van de hoofdbesturingsprint open:
Controleer het contact op de BL ingang.
Controleer de bedrading.
Controleer parameters AP001 en AP100.
Verstopt verwarmingscircuit:
Zorg ervoor dat de thermostaatkranen of afsluiters geheel geopend zijn.
Controleer of de filters niet verstopt zijn en reinig ze indien nodig.
Reinig en spoel de installatie door.
Geen doorstroming:
Controleer of de afsluiters en de thermostaatkranen open staan.
Controleer of de filters niet verstopt zijn en reinig ze indien nodig.
Controleer of de pomp werkt.
Reinig en spoel de installatie indien nodig door.
Controleer de conditie van de bedrading en dat de elektrische aansluitin
gen goed op hun plaats zitten.
Controleer de pompaanvoer: vervang de pomp als deze niet werkt.
Te veel lucht: ontlucht de binnenunit en de installatie volledig voor een opti
male werking.
Verkeerde bedrading: controleer de elektrische aansluitingen.
Debietsensor:
Controleer de elektrische aansluitingen en de richting van de debietsen
sor (pijl naar rechts).
Vervang zo nodig de debietsensor.
Controleer de verbindingskabel.
Controleer of de anode niet intern is kortgesloten en niet is gebroken.
12 Bij storing
ELGA ACE ALL-IN-ONE
169